Hoofdstuk 8
De Collectieve Strategie

Inhoud

Voorwoord

1.
Het Ontredderde
Westen

2.
Variaties op Eenzelfde Thema:
Politieke Filosofie van Plato tot Bodin

3.
De Nieuwe Unie:
Historische

Achtergronden

4.
De Natuurlijke Socio-Politieke Orde volgens Johannes
Althusius

5.
Het Koninkrijk van Hemel en aarde

6.
Overleven

7.
De "Individuele" Strategie/Het Grote Leerproces

8.
De Collectieve Strategie

9.
De Europese Unie der Autonome Regio’s

10.
Vraag & Antwoord

11.
Literatuur

A.
Report van het WWF

B.
Burgers van de 21e eeuw

C.
De Europese Unie der Autonome Regio's


De Zeven Springplanken

1. Het is logisch, dat „niemand" zich eigenlijk voor Europa interesseert. Dit om meerdere redenen. Ten eerste heeft onze eigen leefomgeving alle prioriteit. Begrijpelijk, gezien de decennialange onmondigheid en betutteling, door inmenging en manipulaties van „overheden". Het voorafgaande is daar overduidelijk over geweest. Om te overleven dienen wij ons eigen leven in onze eigen omgeving in eigen hand te nemen. Als het hier echter bij zou blijven, zal ons streven bij voorbaat schipbreuk lijden. De krachten van het WTK-complex zullen alles doen om onze initiatieven in de kiem te smoren. Zij zijn niet voor niets de initiatiefnemers van de Europese „Gemeenschap". Grote belangen staan er op het spel. Het gevaar is groot, dat „Europa" niets anders wordt, dan uitsluitend een markt - met ons als objecten - voor economisch winstbejag. Wij weigeren echter „economic animals" in de dierentuin Europa te worden. De hele na-oorlogse ontwikkeling, waarin alles in toenemende mate een verlengstuk van de economie is geworden, wijzen wij principieel en hartstochtelijk af. Ons uitgangspunt is heel duidelijk. Geen WTK-diktatuur, maar de Europese pluriforme cultuur centraal. Aangezien de wortels van de cultuur liggen in de spiritualiteit („Hemel en aarde"), zetten wij ons in voor het primaat van de spiritualiteit over de politiek en dat van de politiek over de economie. Terwijl van het technokratische Europa geen enkele inspiratie uitgaat, doet ons model de harten sneller kloppen. Voor de meeste mensen komt het Nieuwe Europa als een donderslag bij heldere hemel. Met inspiratie uit de Bron wordt nieuwe geestkracht gegenereerd. Het is daarom dringend geboden - voordat het economisch gezwel zich nog verder uitbreidt - het totaalconcept van het Nieuwe Europa in daadkracht om te zetten. Europa - de EU - heeft immers geen enkele eigen richting, behalve het maximaliseren van winstmarges. Ons uitgangspunt vindt daarentegen zijn concrete vorm in het „Europese Rijk der Autonome Regio’s.

2. Het is nu allereerst zaak gebieden van gemeenschappelijk belang te vinden die als springplank kunnen dienen voor een eerste concretisering van een werkelijk Verenigd Europa. In tegenstelling tot de bestaande politieke krachten - die zonder uitzondering hun crediet verspelen in het meegaan met de huidige afgang op alle fronten - ontwikkelen wij initiatieven die de naderende ommekeer dichterbij kunnen brengen. Onze utopie is concreter dan de parlementaire demokratie. Dat er over alles en nog wat gedebatteerd wordt - het ophouden van de schone schijn - zegt immers nog niets over het demokratisch gehalte. In de politiek gaat het immers om de verdeling van macht. Die ligt in de huidige maatschappij niet bij het parlement, maar bij het WTKSM (wetenschap, technologie, economie, staat, media) complex. De demokratie is niet voor niets de heilige koe van de heersende krachten. De functie van de demokratie is het verhullen van de economische diktatuur. Daarom wordt er zoveel lipservice aan de demokratie gebracht. Samen de illusie instandhouden leidt echter snel tot verdere afbraak van de samenleving en de natuur. De parlementaire demokratie kan daarbij als debatingsclub prima gedoogd worden. In die functie staat zij niemand in de weg. Intussen keren wij ons echter tot het echte werk. Daarbij beogen de zeven springplanken herverdeling van macht. Macht teruggeven aan diegenen die het constitutioneel bezitten: het volk. Om dit te bewerkstelligen behoeft het parlementaire stelsel een principiële uitbreiding. De criteria voor de keuze van deze eerste vier gebieden zijn: een bijdrage tot een Verenigd Europa, in het directe belang van de mensen zelf en geschikt om er onmiddellijk mee te beginnen.

De Oorspronkelijke Traditie

(Existentieel Humanisme)

„Herstel van de eenheid met jeZelf, je lichaam en de natuur, de psyche en de medemens, alles in overgave aan het Uiteindelijke"

3. Een cultuur met „hebben" als gemeenschappelijke noemer is gedoemd ten onder te gaan. Immers, hebben is slechts een surrogaat, een compensatie voor het gemis aan Zijn. Terwijl om ons heen de symptomen van de ontbinding steeds duidelijker worden, ontspringt er in haar centrum „een nieuwe lente". Steeds meer mensen verlangen naar een basis in hun leven, de eenheid in de verscheidenheid. Zij begrijpen, dat de wereld op zijn kop staat. De gevolgen van de diktatuur van wetenschap, technologie, economie en media wordt immers steeds duidelijker: een gelijkgeschakelde, verslaafde, gedesorienteerde mensheid temidden van een onttakelde natuur. Hoe vinden we die „eenheid in verscheidenheid", het fundament van een nieuwe cultuur. Hoe kunnen we in korte tijd onze toekomst en die van onze kinderen veilig stellen? Om de dolgedraaide wereld weer op zijn pootjes te laten terechtkomen, heb ik het 3-stappenplan ontwikkeld. Het is het herstel van prioriteiten. Deze zijn in volgorde van belangrijkheid: een gemeenschappelijke spirituele basis, een „universeel" politiek bestel en een duurzaam eco-economisch systeem. Een bestel wel te verstaan, waarin de politiek voortkomt uit de spiritualiteit en de economie uit de politiek. Aangezien de twee laatste reeds uitvoerig aan de orde zijn gekomen beperken wij ons hier tot de Kern van de zaak: spiritualiteit als basis van onze Westerse cultuur.

4. Wij hebben een hoopvolle boodschap voor U. Die gemeenschappelijk existentiële basis hoeft niet gezocht te worden, zij is er reeds. Alles en iedereen heeft immers deel aan de Werkelijkheid, ook al beseft dat lang niet iedereen (nog). Wij allen maken deel uit van twee „parallelle" werkelijkheden: onze geest heeft zijn thuis in de Grote Geest (het Universele Bewustzijn, het Zijn: „Hemel") en met ons lichaam zijn wij deel van de natuur (aarde), Zijn zichtbare manifestatie. Wij maken het leven niet, wij maken er deel van uit. Daarom is het leven het vieren van de eenheid die er reeds is. Er zijn in het leven eigenlijk maar twee opties: je openstellen in voortdurende overgave aan het grote Geheel of je - door identificatie met je kleine ik - van het Leven afkeren. Deel je in de overvloed van het Zijn, of heb je jezelf veroordeeld tot de armoede van het hebben, dat is de grote vraag hier. Spiritualiteit is dus geen zoektocht - geen „samen op weg" - maar het openstellen voor de rijkdom van het Oneindige, waar we van alle eeuwigheid reeds deel van uitmaken. Alles en iedereen maakt deel uit van deze tweevoudige oorsprong - „Hemel" en aarde - niets of niemand uitgezonderd. Ook dieren, planten, rotsen, bergen, rivieren, oceanen en wolken zijn Er in ingebed. Alles komt Er in hetzelfde Moment voortdurend uit voort en keert Er in terug. Het is de universele Matrix van alle leven.

5. „Hemel en aarde" is de gemeenschappelijke noemer, die al-wat-leeft samenbrengt. Het sluit iedereen en alles in, het is inclusief, de universele verbindende factor. Dit in tegenstelling tot religie. Religie als identificatie met een bepaald geloofssysteem - heiland, „heilige" schrift, dogma en kerk - sluit daarentegen alles uit, wat er niet in past, het is exclusief. Het is het koesteren van slechts een deel van de werkelijkheid bij uitsluiting van de „rest". De eigen hypothesen zijn daarbij tot „waarheid" verheven, terwijl alle andere mensen in „onwaarheid, in duisternis" leven. Deze zich elkaar uitsluitende systemen zijn daarom niet voor niets altijd DE oorzaak van tweespalt, conflict, lijden en oorlog geweest. Zij zijn echter geen „betreurenswaardige incidenten", maar inherent aan elk geloofssysteem, zij zijn er de onvermijdelijke gevolgen van. Daarom kan „religie" onmogelijk de verbindende factor van een multi-ethnische samenleving zijn. Niet voor niets is men nu al bang voor de confrontatie van Christendom en Islam. Als geloofsystemen sluiten zij elkaar principieel uit, ongeacht de mate van „begrip", „dialoog" of „samenwerking". Geloofssystemen zijn echter - zoals we hebben gezien - slechts identificaties, afgeleiden van de werkelijkheid en niet de Werkelijkheid-Zelf. Alleen „Hemel en aarde" is de context van alle leven, het is de langverwachte „eenheid in verscheidenheid". En het wonder is dit: vanaf het allereerste moment, dat religies hun absolute claims laten vallen, inzien dat zij (slechts) takken van dezelfde levensboom - „Hemel en aarde" - zijn, is er plotseling een opening gevonden. „Hemel en aarde" blijken de existentiële wortels waar alles - ook religies - in gedijen. Dankzij deze onontbeerlijke derde kunnen zij nu eindelijk hun belofte inlossen: de mensen als elkaars broeders en zusters.

Het wezen van spiritualiteit: je als deel
invoegen in het Geheel

6. „Hemel en aarde" als de tweevoudige HierNu werkelijkheid van al-wat-leeft, heeft zijn traditie vanaf het allereerste begin van de mensheid. In de prehistorie werd het beleefd als oceanische eenheid, terwijl het in de tijd van de agrarische revolutie (10.000 BCE) als „kosmisch huwelijk" - hieros gamos - werd opgevat. In de Vedische literatuur vind je het beeld van de „parallelle werkelijkheid" - de natuur als „God’s lichaam" - terug, hetgeen in verschillende vormen ook bij de Inheemse Volken, het Chinese Universalisme, de Japanse natuurgodsdienst (Shinto) en als ondergrondse stroming in de Europese cultuur - natuurfilosofie, alchemie te vinden is. Het is daarom de existentiële basis, de gemeenschappelijke noemer van de cultuur van alle tijden. Ik heb het daarom „De Oorspronkelijke Traditie/Existentieel Humanisme" genoemd. Tegen de achtergrond van voortschrijdende versnippering, sectarisme, fundamentalisme, zinloosheid en geweld, komt een inclusief model als de Oorspronkelijke Traditie dus precies op het goede moment. In een tijd, dat met name de Europese cultuur opnieuw gedefinieerd gaat worden, kon het niet beter uitvallen. De Oorspronkelijke Traditie/Existentieel Humanisme kan dan zijn „rechtmatige" plaats als de drager van de cultuur innemen. Het tweevoudig geworteld-zijn in „Hemel en aarde" is de basis van een nieuwe volksspiritualiteit - een wereld spirituele gemeenschap - het sluit aan bij de diepste verlangens van mensen, is eenvoudig in de praktijk te brengen en gemakkelijk te delen met anderen. Iedereen - ongeacht afkomst, cultuur of religie - kan zich erin herkennen. De werkelijkheid is immers zoals hij is, een feit dat niet ontkend kan worden. Iedereen maakt deel uit van „Hemel en aarde", of je het wil of niet. De Werkelijkheid heeft geen geloofsysteem of dogma’s nodig, wat je slechts hoeft te doen, is je ervoor open te stellen. En de paradox is dit: heb je eenmaal de eenheid, de gemeenschappelijke noemer ontdekt, wordt de verscheidenheid iets dat het leven alleen maar extra kleur geeft, het wordt de lust van je leven. Wat een wonder al die verschillende mensen, dieren en planten. In plaats van dat „het andere" nu wordt buitengesloten, wordt die oneindige variatie juist verwelkomd als de oneindig rijke manifestatie van hetzelfde Grote Leven. Een constante bron van onbegrip, discriminatie en conflict is daardoor weggenomen. Het is als de schepping zelf: de verscheidenheid als loflied op de Eenheid. Zou het nu dus eindelijk bewaarheid moge worden: Al-wat-leeft als broeders en zusters in het licht van eenzelfde Werkelijkheid?

Het Existentieel Humanisme is het draagvlak van de cultuur

7. Het Existentieel Humanisme is open, inclusief, tolerant, vernieuwend en demokratisch. De kern wordt als „jeZelf-zijn in verbondenheid" geformuleerd. Het is de gelijktijdige opening naar de vertikale (het ware Zelf, de „Hemel") en de horizontale dimensie (aarde) van het leven. Voortdurende afstemming op de tweevoudige Werkelijkheid is daarom de basis van de spirituele praktijk. Deze wordt mogelijk gemaakt door een diep verlangen naar eenwording, met een mantra, een innerlijke fluistering als instrument, zoals bijvoorbeeld „deel van het Geheel". Deze innerlijke fluistering herhaal je op geleide van de ademhaling - „deel" terwijl je inademt, „van het Geheel" in de uitademing - de hele dag door. Vroeger of later zal „het deel" in het uiterste omslagpunt van de uitademing samenvallen met „het Geheel". Hetgeen tegelijkertijd wordt gecombineerd met de „horizontale" afstemming op het lichaam en zijn contact met de directe omgeving. De vertikale en horizontale dimensie komen dan samen in het midden, het Hart. Alleen gelijken kunnen één worden. Subtiele afstemming is nodig om met het Geheel te kunnen „klikken". Wanneer die gelijkgestemdheid met het Uiteindelijke wordt gerealiseerd, breekt Het plotseling spontaan in je door. Het is als bij liefde, die plotseling meerdere dimensies krijgt of resonantie, waarbij twee gelijke golflengten elkaar versterken, dusdanig, dat alle barrieres doorbroken worden. Jezelf overstijgen doe je dus, wanneer je je weet in te passen (...). Geef je jezelf - je ik-gerichte strevingen - op, dan valt alles je „honderdvoudig" toe. Naast vreugde, inzicht en kracht wordt tegelijkertijd je verbondenheid met je omgeving hersteld. Enerzijds door de afstemming via je lichaam, anderzijds door het leven in, naar en vanuit je Essentie. Die Essentie is immers niet (alleen) persoonlijk, maar de grond van alle bestaan. Vandaar dat al-wat-leeft in Essentie identiek is. Al-wat-leeft is „een kind van God".

Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: je bent nu ook "ingevoegd".
Voeg je je in in "Hemel" en aarde of in het materialisme,
dat is de vraag

8. Het Nieuwe Europa heeft dringend behoefte aan „eenheid in verscheidenheid". Dit allereerst op het meest fundamentele vlak - daar waar de Eenheid van alle eeuwigheid zijn thuis heeft - namelijk de spiritualiteit. De spiritualiteit is ‘s levens levensboom met de verschillende geloofssystemen, religies en secten als haar takken. Het bestaan - Hemel en aarde - omarmt iedereen gelijkelijk. Daarom, een ieder die dienstbaar wil zijn aan „Hemel en aarde" en zich geroepen voelt om voorganger van de Oorspronkelijke Traditie te worden, is welkom. De voorwaarden zijn minimaal. Aangezien je reeds deel uitmaakt van „Hemel en aarde" hoef je je er alleen maar voor open te stellen. Theologieën, dogma’s of leerstellingen zijn overbodig. Op de puurheid van intentie, de bereidheid tot voortdurend zelfonderzoek en een volledige inzet, is alles wat gevraagd wordt. Europa heeft dringend mensen nodig, die „hun leven geven" voor „Hemel en aarde", die naar „alle windstreken gaan" om mensen te leren wat ze al weten, namelijk dat ze deel zijn van het Leven. Is het lijden immers niet, dat je het contact met het Leven - dat je Zelf bent - verloren hebt? Mensen die herkenning teruggeven, dat is het waar het in de Oorspronkelijke Traditie om gaat. Wordt de eenheid die ons allen verbindt eenmaal ervaren, dan is de verscheidenheid geen obstakel, maar een toegevoegde waarde. Religieuze en culturele verschillen maken dan de kleur van het leven uit. Dankbaarder werk is nauwelijks denkbaar. Laat onze oproep daarom niet aan je voorbijgaan.

9. Het afgesneden-zijn van „Hemel en aarde" is de oorzaak van alle lijden - vervreemding en isolatie - de situatie, waarin het gros der mensen zich in bevindt. Met het herstel van de eenheid met zowel de vertikale als de horizontale dimensie is er aan je lijden een eind gekomen. Je hebt de context gevonden, van waaruit je ononderbroken leeft. Desorientatie, zinloosheid, onwetendheid, zelfbetrokkenheid en onverschilligheid zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. Vrijheid blijkt niet voor het zelf, maar van het zelf te zijn, het is het bevrijd-zijn van alle ik-gerichtheid. In het je openstellen voor „Hemel en aarde", krijg je bovendien „bovennatuurlijke gaven" geschonken als een helder inzicht, een grote intuitie, visie, creativiteit, ontvankelijkheid en mededogen. Zij zijn je gidsen in het dagelijks leven. Met hun hulp ga je je leven anders inrichten. Je ontdoet je van het overtollige - alle dingen die de doorzichtigheid van het Zijn vertroebelen - dusdanig, dat je het leven weer kunt overzien. Zodat er in plaats van het constante energielek juist een meerwaarde aan energie ontstaat. Een meditatief leven - het via je geest en lichaam voortdurend afgestemd-zijn - samen met natuurverbondenheid en een gezonde leefstijl vormen daarbij de basisvoorwaarden. Het geeft je niet alleen vreugde en levenslust, maar ook gezondheid en vitaliteit, sensitiviteit en verbondenheid. Terwijl je met je inzet om de aarde te redden, je het leven teruggeeft wat het jou heeft geschonken. Velen zijn echter geroepen, doch weinigen uitverkoren. Terwijl van de meesten verwacht mag worden dat zij tenminste de basisprincipes begrijpen en respecteren, zijn sommigen geroepen tot een waar spiritueel leven. Als je openstaat weet je, dat er aan je „getrokken wordt". Daarom heet het ook, dat je „God niet hoeft te zoeken, Hij zoekt jou". Het leven keert onophoudelijk terug in de Bron. Als je daarin mee weet te gaan, zul je die Bron zeker vinden. Dat de Bron zich over jou mag ontfermen, zo helpe je de Bron.

De Nieuwe Gezondheidszorg

Aangezien de ziektemakende factoren alleen maar toenemen, moeten
we elk jaar meer doen om hetzelfde niveau van
gezondheid te handhaven.

10. Onze "gezondheidszorg" is in grote problemen. Lazen wij vroeger vooral over sluitingen van ziekenhuizen, ontevreden gezondheidswerkers of het debakel van een minister, nu staan de kranten bol van berichten als een steeds duurder wordend gezondheidssysteem, verhoging van de eigen bijdragen, voortdurende bezuinigingen, een steeds ondoorzichtiger wordend systeem, vercommercialisering, lange wachttijden, de onpersoonlijke behandelingen, voorkeursbehandelingen voor de geprivilegeerden, een onbetaalbare technologie, verdwijnen van interesse voor verzorgende beroepen, een steeds machtelozer wordende medische wetenschap en de verdere toename van het aantal chronisch en psychiatrisch zieken. De situatie is reeds een "nationale ramp" genoemd. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat er enige tijd geleden suggesties voor een parlementair onderzoek naar het functioneren van de gezondheidszorg zijn geopperd. Het probleem is, dat de huidige gezondheidszorg op de verkeerde fundamenten is gebouwd. Is de richting (ooit) verkeerd gekozen, dan gaat alles op een gegeven moment mis, hoeveel er dan ook nog aan gesleuteld wordt. Op zo'n moment helpt alleen nog een behandeling die de oorzaken aanpakt.

11. Het probleem ligt eenvoudig en is terug te voeren op slechts één enkele hoofdoorzaak. Het is een gevolg van het feit, dat men ongeveer 150 jaar geleden koos voor ziektebestrijding in plaats van gezondheidsbevordering. En zo is het nu nog steeds. De zogenaamde "gezondheidszorg" is geen zorg voor de gezondheid, maar een systeem van symptoombestrijding. Hoe ongelooflijk het ook klinkt, de huidige crisis is het gevolg van een (onuitgesproken) definitie. Het medisch handelen gaat namelijk in de praktijk maar van één uitgangspunt uit: gezondheid als de afwezigheid van klachten en symptomen. Deze staat in schril contrast met de op zichzelf geslaagde (maar zeer „idealistische") definitie van gezondheid van de WHO: „gezondheid als het welbevinden lichamelijk, geestelijk en sociaal". Waar in plaats van de mens de technologie centraal staat, is gezondheid niet meer een waarde op zichzelf ten bate van het individu of de gemeenschap, maar is zij ondergeschikt aan economische belangen. „Fit for production" in plaats van „fit for life" (...). Een zorgwekkende ontwikkeling, waarbij ethische grenzen structureel overschreden dreigen te worden.

12. Een systeem gebaseerd op ziekte(symptoom)bestrijding heeft belang bij ziekte en niet bij gezondheid. Het inkomen van de arts is immers afhankelijk van het dagelijkse aantal patienten op zijn spreekuur. Het ziekenhuis wil voortdurend al zijn bedden bezet zien. Het laboratorium wil dagelijks een maximaal aantal bepalingen. De technologische industrie wil een maximale afzet van zijn apparatuur. De farmaceutische industrie en de apothekers willen een optimale verkoop van hun medicijnen, de ziekteonkosten- en pensioenverzekeraars willen optimaal beleggen en verdienen aan de premies van de gewone burger, de politici en bureaukraten oefenen macht uit, de wetenschappelijke onderzoekers beschermen hun (vaak irrelevante) onderzoek, en alle andere "zorgwerkers" zijn primair - terecht - bezorgd om hun baan. Patientenverenigingen zoeken geen genezing voor hun leden, maar erkenning, ook zij zijn primair geinteresseerd in de voordelen die ziekte hun brengt. Allen hebben dus op de eigen wijze belang bij het systeem. Allen verdienen aan de ziekte. Dat het systeem (ironisch genoeg) niet in het belang is van diegenen voor wie het zegt te zijn, is wat nu snel duidelijker wordt.

13. Dat het ook anders kan, bewijst de jarenlange praktijk van vele artsen en onderzoekers in vele landen. Evenals in mijn 30 jarige ervaring met zowel acute als chronische ziekte staat hier de gezondheid centraal. Met de gezondheid als uitgangspunt verandert alles op slag. Het menselijk lichaam („bodymind") blijkt dan een zinvol op overleving gericht organisme te zijn. Het is een geïntegreerd geheel, waarin het laatste meer is dan de som der delen. Voor het overleven is het bovendien doorslaggevend, dat het goed aan de omgeving is aangepast en andersom. Symptomen worden niet meer geduid als "afwijking van de gezonde norm" - zonder die norm verder gedefiniëerd te hebben - maar zijn in principe uitingen van strategisch zelfmanagement van het lichaam. In plaats van verschijnselen te isoleren en als zodanig te benaderen, wordt inzicht in de samenhang doorslaggevend voor zinvol medisch handelen en het vinden van de juiste therapie. Nieuwe wetenschappelijke modellen zijn daarbij dringend nodig.

14. Nu is gebleken, dat een gezonde leefstijl op basis van één van die nieuwe wetenschappelijke modellen (medische systeemtheorie), in de praktijk "Stroomsysteem" genoemd, niet alleen leidt tot optimaal functioneren en een blakende gezondheid, maar tevens en indirect talloze stoornissen en ziekten, ook vele chronische, verbetert cq weet te genezen. Het stroomsysteem - als het dynamisch evenwicht tussen opname (voeding, vocht, lucht en gifstoffen), verwerking (vertering, transport, verbranding en assimilatie) en afgifte (ontgifting en uitscheiding) - blijkt de basis van gezondheid te zijn. In plaats van het behandelen van „specifieke" ziekten, worden vrijwel uitsluitend deze basisfuncties geoptimaliseerd. Het is voor iedereen gemakkelijk te begrijpen en in het dagelijks leven toe te passen. Het levert het theoretische en praktische fundament voor zowel preventie, een gezonde leefstijl en therapie. Zelfzorg is hiermee de hoeksteen van de gezondheidszorg geworden. De sleutel tot de gezondheid ligt zo in ieders eigen hand!

15. Voor de gezondheidszorg als geheel betekent dit tevens de uitweg uit de onvruchtbare tegenstelling tussen "regulier" en "alternatief". Niet in de laatste plaats omdat de laatsten zich in zorgwekkend tempo eveneens in specialistisch-detailistische richting ontwikkelen. Tot dusver hebben zij geen oplossing aangedragen voor de massale problemen. De indeling van de gezondheidszorg dient daarom vanuit een geheel ander perspectief gemaakt te worden. Ondersteund door speciaal opgeleide WijkZelfzorgConsulenten kan ieder individu kan zijn/haar gezondheid nu grotendeels zelf behartigen. Gezien de beschikbare inzichten en ervaring is hij/zij is daartoe - naar individuele mogelijkheid - ten opzichte van zichzelf en de gemeenschap in staat en verplicht. In de gezondheidszorg kan dan gebruik gemaakt worden van reeds bestaande netwerken van zelf- en wederzijdse hulp. De (toekomstige) werkzaamheden van de WijkZelfzorgConsulent bestaan dan uit gezondheidseducatie ("stroomsysteem", gezondheid bodem, plant, dier, mens), practische ondersteuning bij gezonde leefstijlprogramma’s, individuele begeleiding - voeding, ontslakking, regeneratie, fitness, emotionele zelfintegratie, milieu-vriendelijke huishouding - inclusief de (biologische) basistherapie voor kleine klachten. Dit geheel valt dan nog steeds onder 1) Zelfzorg. Vervolgens zouden de principes van stroomsysteemtherapie, gezonde leefstijl en zelfzorg in het onderwijs (op alle niveau’s) geïntegreerd moeten worden.

16. Onze basisgezondheid kunnen we op deze manier zelf behartigen, voor de rest is er dan de professionele hulp. Deze wordt ingedeeld in de 2) Biologische (holistische) en de 3) Technologische Geneeskunde. Het is logisch, dat we waar mogelijk - in alle gevallen waar er echte verbetering cq reversibele processen mogelijk zijn - eerst de eigen weerstandsverhogende, levensbevorderende therapieën zullen inzetten. Deze hebben hun glorierijke wortels in de traditie van Hippokrates tot Boerhaave, Sydenham, Hufeland en de moderne tijd, artsen die zeer succesvol waren (zijn) in het behandelen van juist die ziekten, die ons hedentendage zoveel hoofdbrekens bezorgen. Andere culturen - India, China, de Arabische landen en de Inheemse volken - hebben vergelijkbare tradities. Volgens R.Muller, voormalig directeur van de WHO is de traditionele geneeskunde goed voor het genezen van 70% van de huidige ziekten. Daarom is het tijd, dat het woord „alternatief" wordt geschrapt. Onder de gemeenschappelijke noemer van Biologische (holistische) Geneeskunde zijn o.a. natuurgeneeskunst, fytotherapie, homeopathie, huisartsen nieuwe stijl, diëtisten, fysiotherapeuten, vroedvrouwen, orthomoleculair, preventieve en milieu-geneeskunde, anthroposofische geneeskunst, acupunktuur, manuele geneeskunde, basispsychotherapie en paranormale genezing de tweede zelfbewuste pijler van de Nieuwe Gezondheidszorg. Zij voorzien bij uitstek in vroegdiagnostiek, voorzorgsgeneeskunde, weerstandsversterking en effectieve behandeling van welvaartsziekten, precies datgene waar het in de reguliere sector aan ontbreekt. Pas wanneer biologische behandeling faalt, kan men terugvallen op het laatste echelon: de farmacologische, chirurgische en technologische aanpak. Dat de laatsten hun functie behouden met betrekking tot noodsituaties van allerlei aard: moeilijke bevallingen, ongelukken, eerste hulp, ernstige chronische ziekte, intensive care, ouderdomsziekten en bijvoorbeeld revalidatie, zal duidelijk zijn. Wat echter nuttig kan zijn in laatste fasen van ziekte - symptoomonderdrukking - blijkt vaker erg nadelig tot desastreus in de beginfasen. Ieder dus zijn eigen respectabele rol op zijn eigen plaats!

17. Aldus doende heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden, een in positieve richting wel te verstaan. Het zwaartepunt is daarbij geheel op de Zelfzorg en de Biologische (holistische) Geneeskunde komen te liggen. De gevolgen zijn te raden: een gezondheidsgeorienteerde gezondheidszorg - waarbij Nederland de voortrekker voor de gehele Europese Unie kan zijn - met optimale gezondheid en levensvreugde voor iedereen cq het stoppen van de verdere (vaak dramatische) achteruitgang van onze gezondheidstoestand; bewustwording, mondigheid en wederzijdse hulp tussen de mensen onderling; het opheffen van de ongelijkheid tussen de patienten; een veel grotere werkvoldoening voor de werkers in de zorg; een in verhouding simpele organisatiestructuur; een gigantische kostenverlaging; minder regels en voorschriften; een werkontlasting voor politici en burokraten; de aansluiting van gezondheid aan natuur en milieu en een ziekteonkostenverzekering op basis van gedeelde verantwoordelijkheid: van individu voor zichzelf en de gemeenschap, de gemeenschap voor diegenen die geholpen moeten worden. Er kan daarbij gekozen worden uit verschillende aantrekkelijke voorstellen voor zowel burger, verzekeraar, bedrijfsleven en overheid. Door optimaal gezond leven, zelf- en wederzijdse hulp, is het terugvallen op de verzekering immers minimaal, waardoor de verzekeringspremie geminimaliseerd kan worden.

18. De Nieuwe Gezondheidszorg is niet voor niets het meest urgente programma van het Rijk. We hebben nu immers een „gezondheidszorg" die slechts in naam de gezondheid behartigt, maar in feite van de ziekte profiteert. Die zolang wacht, totdat de ziekte chronisch is geworden, die dan vervolgens „geschikt gemaakt wordt" voor farmacologische, chemische, chirurgische en technologische „hulp", lees symptoombestrijding. Een terminale gezondheidszorg die terminale patienten creëert. Niet verwonderlijk dus, dat ondanks deze zorg chronische ziekte - o.a. hart- en vaatziekten, degeneratieve ziekten, immuunzwakte en kanker - nog steeds toeneemt. Een recente studie toonde aan, dat van 1993 tot 1995, dus in twee jaar, vijf-jarige en jongere kleuters een toename in suikerziekte vertoonden van 78% (...) vergeleken met 1988 tot 1990. Met andere chronische ziekten is het niet beter gesteld, ook zij nemen dramatisch toe en wel op steeds jongere leeftijd. Hetgeen overigens het „medische bewijs" is voor de stelling, dat de mensheid „in verval is", degenereert.

19. De ernst en de omvang maakt, dat individuele inzet (van leken en alternatieve genezers) nu zijn implicaties in de structuur moeten krijgen. De tijd is er rijp voor. Omdat de gezondheidszorg op zijn kop staat, is onze taak deze dermate te herstruktureren, dat zij weer op haar pootjes terecht komt. De criteria van een „ideale" gezondheidszorg zijn: het moet dichtbij de mensen staan; de gezondheid optimaal bevorderen; zoveel mogelijk natuurlijk cq zonder schadelijke bijwerkingen zijn; een vreugde voor degenen die erin werken en tegen zulke lage kosten, dat iedereen, ook de armsten er vol profijt kunnen van hebben. De nieuwe trend van „klasse-gezondheidszorg", waarin de armen gediscrimineerd worden ten gunste van de vermogenden, is ontoelaatbaar. De Nieuwe Gezondheidszorg heft dit onrecht op. Delen we de gezondheidszorg op deze manier in - in de driedeling zelfzorg, biologische therapie en symptoombestrijding en wel in deze volgorde - dan zullen de vruchten niet lang op zich laten wachten. Voor dit model is alles reeds in huis. We kunnen dus NU beginnen. De nood is hoog. Besef je verantwoordelijkheid, beantwoordt de uitdaging, gebruik je mandaat als lid van het Rijk en geef het voortouw.

Neem je gezondheid in eigen hand. Kijk wat je zelf, het gezin, de leefgroep, de straat, de buurt, de school etc. kan doen. Ondersteund door basisgezond- heidsconsulenten in samenwerking met de biologische therapie en de reguliere gezondheidszorg als tweede en derde echelon. Door de basis te leggen, komt alles als vanzelf („organisch") uit het voorafgaande voort. Deze volgorde blijkt opeens zo logisch te zijn. Dat je het zelf nooit eerder bedacht had!

"Een gezonde Geest in een gezond lichaam in
een gezonde samenleving"

De Europese Jeugdbeweging

20. De symptomatische benadering is karakteristiek voor onze samenleving. De destructieve krachten moeten immers ongestoord hun gang kunnen gaan. Terwijl de onrechtvaardige structuren huizenhoog overeind blijven staan, mag er aan de marge humanitair werk worden gedaan. De slachtoffers die er aan de ene kant worden gemaakt, mogen daar opgevangen worden. „Mensenrechten" zou zich echter niet alleen moeten bekommeren om de uitvallers - hoe noodzakelijk dan ook - maar om het systeem dat deze uitvallers creëert. Opvallend genoeg zie je ze dat niet doen. De wereld op zijn kop. Het verschil is, dat marteling en moorden „spectaculair" zijn en (terecht) het medegevoel oproepen, terwijl ons moordende systeem geruisloos gaat. Het is een systeem van collectieve zelfverslaving, „iedereen" wordt er immers beter van. Die „paar uitvallers", notabene de meerderheid van de mensheid („Derde Wereld") en de aarde als geheel, die worden op de koop toegenomen. Je mag dingen zoals deze daarom ook niet aanroeren. Mensen die dat wel doen worden als „spelbreker" beschouwd. Het ergste wat je bij verslaafden kunt doen, is hun speeltjes - hun drugs - afnemen. De eerst nog tevreden en meegaande medemens, wordt dan plotseling furieus.

21. Ook het lot van de jeugd schijnt zich niemand aan te trekken. Alleen wanneer „er grenzen overschreden worden", lees je in de krant over werkkampen voor jeugdige criminelen of internaten voor allochtonen. Niemand die inziet, dat wij het zijn, die het eerst zover laten komen. In een milieu van onwetendheid, zelfzucht en onverschilligheid ontspoort de jeugd echter al vanaf de eerste dag van de geboorte. Zij maakt een „valse start" met alle gevolgen van dien. Zij wordt door ons de moderne chaos ingestuurd zonder enig kompas. Wij zijn zelf hopeloos gedesorienteerd, dus hoe zouden wij onze kinderen zinvolle richtlijnen voor het leven - anders dan de materialistische - mee kunnen geven? De situatie nu is zo, dat noch ouders, noch de scholen ("het onderwijs staat op instorten"), noch maatschappelijke instellingen, noch de regeringen een antwoord hebben op de problemen van onze jeugd. De bezorgdheid is er echter wel degelijk. Talloze goedwillende mensen zouden best wel iets willen doen, als ze maar wisten hoe. De oorzaken kunnen echter niet „in één nacht" uit de wereld geholpen worden. Een (voorlopige) oplossing is daarentegen zelfs erg voor de hand liggend: een Europese Jeugdbeweging voor het opvullen van het huidige educatieve vacuum.

22. Met verbijstering wordt er gereageerd op de steeds grotere frequentie van jeugdcriminaliteit. De schietende en zelfmoordplegende scholieren in de VS - één miljoen kinderen gaan daar niet meer naar school - het zinloze geweld in Europa en het rechtsradicalisme cq neo-nazisme in Duitsland. Bij alle terechte bezorgdheid wordt echter zelden de hand in eigen boezem gestoken. Integendeel, ons systeem staat niet ter discussie. In plaats van nu eens goed te luisteren, te proberen de werkelijke oorzaken van "verveling en frustratie" bij de jongeren zelf  te achterhalen, wordt door "deskundigen" hoogstens partieel - en vooral pedagogisch -  gereageerd. Onthutsend is bijvoorbeeld de reactie van de burgemeester van Neubrandenburg, waar onlangs (aug. 2000) een jongen door andere jeugdigen zomaar doodgeslagen is. Hij begreep er niets van zei hij, er werd in zijn gemeente toch genoeg vertier (skelterbanen, sportverenigingen, jeugdhuizen etc.) aangeboden. Waarom dus die verveling? Als er daarnaast over "economische oorzaken" gesproken wordt, verwijst men uitsluitend naar de halfjaarlijkse economische groei...Alsof dat iets zegt over de situatie van de jongeren. Niemand die aanstipt, dat vele jongeren in het turbo-kapitalisme grotendeels uit de boot vallen en hoogstens laagbetaalde baantjes kunnen bemachtigen. Laat staan, dat men zich realiseert, dat zelfs al zouden er betere banen aangeboden worden, de "kansarme" jeugd de geldmakerij en de hebmaatschappij, de zinloosheid en de afbraak, meer dan zat is. Er bestond voor hen immers geen ouderlijke liefde (te druk met de carrière), noch werd er enig ideaal, visie noch toekomstperspectief geboden, iets wat in jongeren het beste stimuleert, wat geestdrift, een "hoger" streven en saamhorigheid had kunnen laten ontvlammen. Zij hebben aan den lijve ervaren dat "meer, meer en nog meer" geen geluk, vervulling of perspectief biedt, zij hebben het allemaal doorzien. En het is een psychologisch gegeven: een maatschappij die de jeugd niet biedt wat zij ten diepste nodig heeft, wordt door hen kapotgemaakt. De pijn, frustratie en woede keert zich ofwel naar buiten (geweld) of naar binnen ("fun", verveling, consumptie, afleiding en verslaving). Bij sommigen wordt het zelfgeformuleerde "nobele streven" het vernietigen van de vernietiger. De pijnlijke werkelijkheid is deze: de voornoemde jongeren wijzen onze maatschappij, dat wat wij met "zoveel inzet en opoffering" (...) opgebouwd hebben af. En dat met voor hen gegronde redenen, hetgeen natuurlijk hun geweldadige gedrag in het geheel niet rechtvaardigt, maar wel doorzichtig maakt. Wanneer je dan praat over tolerantie, begrip en respect, dan verwijst dat in eerste instantie naar onszelf en de aard van het systeem, dat wat wij onze jeugd als erfenis hebben achtergelaten.

23. Geen groep is zo ontworteld als onze jeugd. Waar ouders zelf talloze problemen hebben, scholen totaal chaotisch zijn, leerplannen slechts de wensen van het bedrijfsleven uitvoeren en leraren massaal ontslagnemen, is een groot educatief vacuüm ontstaan. Zinloosheid, verslechtering van de gezondheidstoestand, degeneratie, frustratie, verveling, psychische desolatie, criminaliteit, werkeloosheid en de afwezigheid van enig toekomstperspectief maakt elke dag meer slachtoffers. De volwassenen van nu laten het massaal afweten hun eigen kinderen zelfs maar een uitzicht op een vervullend leven te bieden. De Jeugdbeweging beoogt dit vacuüm constructief op te vullen met vorming, begeleiding, ontwikkeling, zorg en het geven van een hoopvolle toekomst. Het programma bestaat o.a. uit spirituele verdieping, emotionele balans, zelfzorg met betrekking tot de eigen gezondheid, sport en spel, weerbaarheid, ervaring op gebied van de ecologische land- en tuinbouw, het grote leerproces als de deelname aan sociale integratie, kennisnemen van de nieuwe (alternatieve) economie, inzet voor de Zelfsoevereiniteit, de toekomst en het Rijk naast interculturele uitwisseling. Het gaat erom, dat de jeugd vanuit zijn eigen wortels zijn toekomst kan kiezen. Wij zijn daarbij voorstander van de scheiding der sexen binnen de Jeugdbeweging. Dit dient twee doeleinden. Enerzijds worden kwaliteiten als identiteit, karakter, verdieping, bezinning, solidariteit en innerlijke kracht erdoor ontwikkeld - hetgeen gezien de huidige problemen de hoogste prioriteit heeft - anderzijds draagt het bij tot een welkome balans tussen de sexen, aangezien de gehele verdere samenleving (terecht) „gemengd" is. Overigens zijn de jeugdactiviteiten in eerste instantie gepland voor de zaterdag en kunnen zich dan naar behoefte over meer tijd gaan uitstrekken. Werkeloze leraren en leraressen (naast ieder ander) zijn welkom voor sollicitatie als Jeugdleider.

De laatste vondst van de markteconomie is die van "tweeners". Men vond uit dat het betrekken van 8-14 jarigen in het consumptiepatroon vele miljarden! guldens zou kunnen gaan opbrengen. Dus is er een grote reclamecampagne gestart om deze leeftijdsgroep tot eigen koopgedrag aan te zetten. Het systeem blijkt niets ontziend
om ieder aan wie zij verdienen kan in het verslavingspatroon mee te trekken.
Dit alles goedgepraat door "deskundigen", die hun best doen de "positieve"
kanten van deze ontwikkeling te benadrukken.

24. Wij denken dat de jeugd zelf de idee van een Europese Jeugdbeweging met enthousiasme zou begroeten. De charme ligt in de contacten tussen de culturen, de eerste aanzet tot meer integratie en de zo noodzakelijke „Europese Identiteit". Als wij hen een aantrekkelijk programma kunnen bieden, zou zo’n jeugdbeweging zo van de grond kunnen komen. Inhaken op wat er bij de jeugd is blijven liggen, die dingen waar zij een existentiële behoefte aan hebben, maar wat hen nooit is aangeboden, is daarbij cruciaal. Dat de huidige Europese Unie (EU) daar niet de aangewezen instantie voor is, moge duidelijk zijn. Dezelfde krachten zijn immers voor het lijden, de zinloosheid en de desorientatie van onze jeugd verantwoordelijk. Alleen een concept, dat ver uitsteekt boven het benauwde eigenbelang kan deze taak op zich nemen. Alleen „megapolitiek" kan de visie van een Nieuw Europa verwerkelijken. Met een variant op „een gezonde geest in een gezond lichaam in een gezonde samenleving" komt de (werkelijke) Nieuwe Economie voort uit de Nieuwe Politiek, terwijl de laatste in de Nieuwe Spiritualiteit verankerd ligt. Vanuit deze context trekken wij het gebouw Europa op. Daarbij zal vroeg of laat de EU - het getransformeerde WTK-complex - dienstbaar zijn aan het geheel in het verzorgen van zijn economische grondslag.

25. De Europese Jeugdbeweging als middenweg tussen de huidige indolentie, het consumisme enerzijds en het religieus fundamentalisme (christelijk, islam, new age) anderzijds, ziedaar onze plaatsbepaling. Een „Terug naar de Bron Beweging" - reculer pour mieux sauter - om daar vervolgens vernieuwd uit voort te komen. Met haar openheid kan zij het thuis worden van het overgrote deel van de Europese jeugd. Met „Hemel en aarde" als spirituele wortels - de existentiële werkelijkheid van al-dat-leeft - wordt niemand buitengesloten. Als lid van één grote familie - De Oorspronkelijke Traditie - zijn zij broeders en zusters in de ware zin des woords. Met „jeZelf-zijn in verbondenheid" als uitgangspunt, weg en doel voor iedereen. Zonder indoctrinatie, sectevorming of exploitatie. Volledig open, zodat niet alleen de verschillende religies, maar ook atheisten en humanisten er zich in kunnen vinden. Waardering voor elkaars unieke invalshoeken is dan overeenkomstig. Een concrete utopie, waarvan de verwerkelijking zo „voor het grijpen ligt". Wie zou er dan ook niet onmiddellijk op in willen springen? Enkele programmapunten hebben wij reeds uitgewerkt. Een vaste dag in de week zou ervoor ingeruimd kunnen worden, eventueel aangevuld met een of meerdere avonden. Nieuwe stijl jeugdleiders begeleiden daarin jongere jeugd, pubers en adolescenten. De kern ervan omvat existentieel geworteld-zijn - spiritualiteit - ter opheffing van de vervreemding, lichaamswerk- en bewustwording om het contakt met jezelf te herstellen, sport en spel voor individuele fitness, kameraadschap en groepsvorming, met weerbaarheid (martial arts) in het verlengde daarvan, het werken aan mentale stabiliteit en emotionele balans om later als volwassene een vervullend leven te kunnen leiden, creativiteit, contakt met bodem, natuur en eigen streek, sociale dienstbaarheid, contakten met anderen door intercultural learning en werken aan een toekomstperspectief. De visie en basisvereisten van deze verschillende onderdelen zijn reeds in huis. Laten we er daarom met zijn allen aan gaan staan. Speciaal diegenen - al die leraren en leraressen - die de slijtageslag in het huidige onderwijs niet langer wilden of konden volhouden, deze eersten onder de besten, zijn met name degenen, die de pijlers van de Europese Jeugdbeweging zouden kunnen zijn.

Ecologische Land- en Tuinbouw

Eco-spiritualiteit

26. Het hedendaagse wonder is, dat inzichten uit de spiritualiteit, Zelf(Al)realisatie, de nieuwe fysica, de ecologie en de nieuwe politieke theorie grote overeenkomsten vertonen. Dusdanig, dat rustig gesteld kan worden, dat zij alle invalshoeken zijn van eenzelfde werkelijkheid. Het zet het materialistische wereldbeeld totaal op zijn kop. In het kort samengevat komt het op het volgende neer. "In den beginne" was er de grote Leegte, het onkenbare Niets. In Haar ("Grote Moeder") absolute Ontlediging ontstond het Licht. God "schiep dus niet uit het Niets", zoals vermeld in de Bijbel, maar werd zelf uit het Niets geboren. God is dus niet de Vader, maar de Zoon (Dochter), van Eeuwigheid voortkomend uit de Grote Moeder. Dit geboorteproces is permanent, dat wil zeggen, dat het Licht permanent uit het Vacuum voortkomt en er in terugkeert. De Grote Moeder staat voor de "wet van geboorte, bestendigheid en vernietiging", zoals deze in het Hindoeisme wordt beleden. Alles zonder uitzondering - het Goddelijke zowel als de zichtbare wereld - is eraan onderworpen. Op hun beurt zijn in het goddelijke Zijn alle vormen opgesloten. "Leegte is vorm" is daarom een van de kernuitspraken van het Boeddhisme. Het laatste blijkt een onlosmakelijk geheel te zijn, een samenhang, waarin alles zonder uitzondering met elkaar verbonden is. Het universum is het "lichaam van God".

27. Eenmaal zichtbaar geworden manifesteert zich dit levensweb zich zowel op subatomair niveau als in de natuur. Quatumfysica en ecologie zijn twee kanten van dezelfde medaille, waar het gaat om de interrelatie van heel het leven te bevestigen. De mensengemeenschap vormt daar geen uitzondering op. Het is net als alle andere leven een direct voortbrengsel van de goddelijke Dimensie en dus onderworpen aan de wetten van de natuur. Hetgeen echter ook betekent, dat de gemeenschap zonder tussenkomst van wie dan ook het mandaat van de "Hemel" bezit. De gemeenschap staat centraal, zij bepaalt onderling en zonder inmenging rechten en plichten. Dit wordt afgeleid uit de directe relatie met het Uiteindelijke en met elkaar. De vertikale zowel als de horizontale dimensie is hiermee gedefinieerd. Er bevindt zich geen hierarchie tussen God en de mens, terwijl de laatsten een "ecologische" relatie met elkaar hebben. De staat zo hij al bestaat, dient een constructie te zijn die de gemeenschap dient in plaats van andersom. Dat betekent, dat - willen wij een samenleving die een afspiegeling is van de "kosmische orde" - deze federalistisch georganiseerd moet zijn.

28. Het menselijk lichaam is een goed voorbeeld van een eco-systeem. Iedere cel staat op zichzelf, terwijl zij tegelijkertijd deel van het geheel is. Haar functies worden van binnenuit gestuurd, maar zijn evenzeer afhankelijk van het externe milieu: bindweefsel, lichaamsvochten, bloedsomloop, zenuw- en hersenfunctie, alles in constante interactie met zijn omgeving. De cel is zowel geprogrammeerd op individuele overleving, alsook op aanpassing aan zijn omgeving. Zij moet sterk, maar tevens flexibel zijn. Haar regeneratief vermogen is in staat weerstand te bieden aan talloze belastende factoren: van psychologische, nerveuze en chemische aard. Daarnaast kan de cel alleen overleven door coöperatie met andere cellen. Deze celgemeenschappen vormen zo organen. Elk geheel is daarbij groter dan de som der delen. Een teen kan niet functioneren zonder de voet, de voet niet zonder het been, het been niet zonder het lichaam als geheel. Andersom vertegenwoordigt het deel het geheel, het levensmysterie is in elk deel gelijkelijk aanwezig. Dit principe is overal in de natuur terug te vinden. Het is onderdeel van het grote levensweb waar alles met alles samenhangt. De mensengemeenschap is daar geen uitzondering op. Wil zij overleven, dan zal ook zij weer "deel van het Geheel" moeten worden.

Spiritualiteit, quantumfysica, ecologie en politieke theorie
als fundamenten van een nieuwe wereld

Eco-landbouw

29. Sinds het ontstaan van het patriarchaat en de stad zijn zowel de natuur, het platteland als de boerenstand verguisd, geminacht en naar de achtergrond van het maatschappelijke leven gedrongen. Met de globalisering is dat nog weer eens in een stroomversnelling gekomen. Het cynische is, dat terwijl het voedseltekort elk jaar nijpender wordt, boeren massaal van hun land worden verdreven. Bijvoorbeeld zijn er sinds 1949 in Duitsland nog maar 10% van alle bedrijven van 20 en minder ha over. De op winst beluste agrarische en bio-industrie is daarbij een van de hoofdschuldigen. Wij stellen dat boerenstand, natuur en milieu bij elkaar horen en als „geheel" opgewaardeerd dienen te worden. Een gemeenschappelijk uitgangspunt is daarom van het grootste belang. Waar zowel natuur- en milieu alsook de boerenstand beter van worden. De sleutel hiertoe is het herstel van het regionaal gebonden klein en middelgroot gemengd bedrijf. Zoals dat hedentendage reeds begint op te bloeien en bewezen heeft in verhouding evenveel te produceren als een „modern" grootschalig bedrijf!. Regio-bewuste burgers, gezamenlijk werkend aan een opwaardering van alle sectoren van de samenleving garanderen de afzet van hoogkwalitatieve producten. Zodat het voor iedere boer aantrekkelijk wordt zijn bedrijf te „ecologiseren". Het is te vergelijken met ons model van de Nieuwe Gezondheidszorg. Ieder boerenbedrijf neemt dan de biologische landbouwprincipes als uitgangspunt, zoals nu de biologische boer al doet. Zo strict wil echter niet iedereen boeren. Daarom moet het mogelijk worden, dat boeren, nadat zij wel eerst geheel op bio-landbouw zijn omgeschakeld in noodgevallen - nadat eerst alles geprobeerd is met natuurlijke methoden - op beperkte schaal chemie toegepassen, zodat de oogsten worden gegarandeerd. Kleine beetjes „eco" toevoegen aan een chemisch bedrijf, zoals ook wel voorgesteld, is echter het paard achter de wagen spannen. Eerst dient de bodem weer gezondgemaakt te worden, waarna dan eventueel „op details" concessies gedaan kunnen worden. Met deze vorm van „ecologiseren" - overigens geen uitvinding van het Rijk - is reeds ruime ervaring opgedaan. Kleinschaligheid, ecologisering en regionalisatie zijn de toverwoorden. Een bank als de Coöperatieve Raiffeisenbank (Rabo) zou er iets van zijn oorspronkelijke missie in kunnen herkennen. Wanneer zij bereid zou zijn rentevrije (of minimale, alleen ter kostendekking) leningen te verstrekken aan eco-boeren, snijdt het mes aan verschillende kanten. De Rabo doet ervaring op met rentevrij lenen, steunt de boerenstand en draagt bij tot milieu- en natuurbehoud. De bedoeling is, dat de regionaal georienteerde boerenstand zo (weer) een centrale plaats in de samenleving gaat innemen, als de stand die de middelaar is tussen de natuur en de stadsmens, waarvan wij allen afhankelijk zijn. Zij heeft een belangrijke leraarsfunctie, in het bijzonder ten aanzien van onze jeugd. De rol van de nieuwe boerenstand - nu de globale voedselvoorziening op instorten staat - is cruciaal voor ons overleven. Het Gemenebest ziet de belangen van de boerenstand dan ook als prioriteit. Het zal de de voorspoed, de effectiviteit en de continuiteit op alle mogelijke manieren ondersteunen. Zodra de mogelijkheden zich voordoen zal het Rijk proefboerderijen voor het ecologisch gemengd bedrijf opzetten.

30. Reeds in de jaren ‘30 wezen experimenten uit, dat biologische landbouwmethoden een even grote opbrengst hadden dan de chemische. Sindsdien is de kennis en ervaring hieromtrent alleen maar toegenomen. De drie criteria voor een gezonde landbouw zijn: het moet de mensheid kunnen voeden met hoogwaardige gifvrije en betaalbare voeding, een bestaansgrond creëren voor de boerenstand en het natuur- en milieubehoud dienen. Eco- en geëcologiseerde land- en tuinbouw zijn hiertoe de voorwaarden. Hoewel er in Nederland elk jaar ettelijke nieuwe eco-land- en tuinbouwers bijkomen, is het doel nog veraf . Belangrijk is het gedrag van de „consument". Hoe meer burgers bewustworden, gezond gaan eten en hun voeding van de gezonde voedingswinkel, het reformhuis of consumentenkringen betrekken, des te eerder zal de ecologische standaard in Nederland ingevoerd kunnen worden. Het toenemende aantal EKO produkten in de supermarkt is wat dat betreft een hoopvol teken. Men ziet, dat EKO nu aftrek bij het „gewone publiek" begint te krijgen. Als deze trend zich doorzet, zullen steeds meer boeren opnieuw hun vervulling in het boerenwerk krijgen. In de laatste 2 jaar kreeg Nederland er 150 bio-boeren bij, terwijl er in totaal 9000 bio-veehouders zijn. En dat is erg nodig. De laatste decennia werden zij eerst gedwongen te industrialiseren, met grote nadelen voor de vruchtbaarheid van de grond, de kwaliteit van ons voedsel, de negatieve gevolgen voor het milieu, de leefomstandigheden van de dieren en het overleven van de boeren zelf. In de Brusselse Agenda 2000 wil men het aantal boeren nog verder terugbrengen, zodat alleen de grootsten zullen overleven. De Nederlandse regering wil dat er nog eens 6000 boeren vertrekken. Dit is een regelrecht drama voor de boeren, zij die reeds sinds het eind van WO II de ene na de andere slag te verduren kregen. Omschakeling naar biologische landbouw kan hun redding betekenen, vooropgesteld dat wij hun produkten afnemen. De recentie crises - BSE en mond- en klauwzeer - luidt het fiasco van de industriële landbouw in. Het voeren van vegetarische dieren met diermeel, de onnatuurlijke mestpraktijken, de krankzinnige versleping van dieren over lange afstanden, het antibiotica- en hormoonmisbruik met als resultaat immuunzwakte, ongezonde dieren en minderwaardige vleeskwaliteit - en dus verhoogd gevoelig voor infectieziekten - doet hopelijk de ogen openen met het drastisch omgooien van het gehele beleid.

31. Met de "MKZ crisis" liet onlangs het systeem zijn masker vallen. Wat we te zien kregen was het grootste dierenpogrom aller tijden: het in de dood drijven van honderdduizenden onschuldige dieren. Het huiveringwekkende was de leugen die er achter zat. Politici - uiteraard achtenswaardige, gerespecteerde burgers - die misbruik makend van de angst van de mensen, zich "zeer bezorgd" tonen, voortdurende de "ernst van de ziekte" en de noodzaak tot indammen ervan aan het volk verkochten. Terwijl het helemaal niet om de ziekte ging - deze is immers niet ernstig naast de mogelijkheid tot preventief vaccineren - maar uitsluitend en alleen om het winstmotief. Als winstbejag belangrijker blijkt te zijn dan dierenwelzijn (dierwaardige behandeling), de volksgezondheid (kwaliteitsvlees), het boerenbelang (recht op een behoorlijk bestaan), het milieu (verkeer, landbouw en natuurbehoud) en zelfs de economie (regionalisering) tesamen, dan is er iets grondig mis met de samenleving. Deeloplossingen zijn dan niet meer voldoende. De maatschappij dient in zijn ware aard doorgrond te worden, de samenhang tussen verschijnselen op alle gebieden in kaart gebracht, zodat er op vele fronten tegelijk begonnen kan worden met de opbouw van een nieuwe samenleving.

32. De andere ondersteuning komt uit de hoek van de natuurbescherming. Er zijn modellen ontwikkeld, dat eco-landbouw en natuurbehoud heel goed samengaan. Voor bescherming van het landschap zou de boer dan extra inkomsten kunnen derven. Ook het inzetten van vrijwillgers in de arbeidsintensieve eco-landbouw zou een welkome geste zijn. Het is zeker ook iets voor de Jeugdbeweging om in haar programma te hebben. Onderlinge saamhorigheid en band met de aarde worden erdoor bevorderd. Al met al een kritieke tijd waar het gaat om erop of eronder. De kracht van het maatschappelijke verval moet echter niet onderschat worden. Er bestaat een kans dat de EU/agro-industrie het pleit op korte termijn zal gaan winnen. Dan is er nog meer noodzaak je voor de algehele Ommekeer in te zetten. Het doel is het volledige herstel van de (ecologische) boerenstand, met het zwaartepunt op het klein en middelgroot gemengd bedrijf, de productie van hoogkwalitatieve gifvrije opbrengsten, afgestemd op de behoefte, in eerste instantie producerend voor de Regio, vrij en zelfstandig regionaal georganiseerd, verregaand onafhankelijk van markt-economie, financiële exploitatie, agro-business en -technologie, EU respectievelijk staatsbemoeienis. Traditionele gemeenschappen die tot op de dag van heden hun cultuur, de band met hemel en aarde en respect voor de plantenwereld hebben weten te behouden - zoals op Bali - hebben hierin een voorbeeldfunctie. Wanneer wij in onze situatie alle bevoegdheden naar ons toetrekken - van de Wijk tot en met de Regio - dan zijn wij het - de mensen zelf - die bepalen wat, hoe en voor wie er wordt geproduceerd. „Elke Regio kan een Bali - een paradijs op aarde - worden". Daarom is werken aan regionaal zelfbestuur zo veelbelovend. Je weet, dat je op de juiste weg zit. Vroeger of later zullen de dingen op zijn plaats vallen, ten bate van iedereen. Als je je in de „wetten" van de aarde weet in te passen, wordt je een deel van haar overvloed. Al haar vruchten zullen je dan ten deel vallen. Daarom kom op mensen, aan het werk.

De Regionale Economie

33. De gevolgen van de globalisering is ontwrichting van de samenleving op alle niveau’s. Dit zal in snel tempo steeds duidelijker worden. Een totale herorientatie is daarom noodzakelijk. Een die tot de wortels gaat. Die beroep doet op het geweten der mensen. De Unie neemt daarbij het voortouw. Het zegt bijvoorbeeld onomwonden dat woeker immoreel is. Zoals dat in het vroege Christendom en nu nog in de Islam beleden werd (wordt). Persoonlijke verrijking is alleen dan gerechtvaardigd, wanneer het voortkomt uit eerlijk, productief werk dat bovendien andere mensen direct laat meeprofiteren. Economische aktiviteit dient het sociale leven te ondersteunen in plaats van af te breken. Het staat diametraal tegenover onproductief werk - via beurs, aandelen, speculatie, winst en het rentemechanisme - waarvan het vaststaat, dat het het geld aan de gemeenschap onttrekt, de rijken (exorbitant) verrijkt, de armen (dramatisch) verarmt, hele samenlevingen inclusief de onze (hopeloos) ontwricht, voortdurend oorlogen provoceert, de cultuur onderuithaalt en vervolgens "gelijkschakelt" (...) en de natuur steeds verder vernietigt. Helemaal hypocriet is daarom de houding van die conservatieven, die enerzijds „bezorgd" zijn over het verval van traditionele waarden als bijvoorbeeld het gezin, maar tegelijkertijd fervente „vrije markt" adepten zijn. Wat zij met de ene hand willen beschermen, wordt immers door de andere hand kapotgemaakt. Het heersende systeem appelleert aan de laagste instinkten, diegenen die daarin het meest succesvol zijn vormen de bovenlaag van de bevolking, die anderen vervolgens dikteert hoe te leven. De wereld op zijn kop. De huidige onproductieve vorm van verrijking - de fictieve geldeconomie - wordt door de Unie dan ook veroordeeld. Economische aktiviteit dient radicaal omgebogen te worden. Het uitgangspunt is een regionaal gebonden economie met een verregaande vorm van autarkie, economie van het genoeg, gericht op kwaliteit, milieuvriendelijkheid en demokratische contrôle. Voorzieningen ingesteld door de gemeenschap-zelf, zoals de Nieuwe Gezondheidszorg kunnen direct van start gaan. Privé grondbezit gekoppeld aan ecologisch verantwoord rentmeesterschap en herziening van het grondrecht, zijn belangrijke stappen. Rentevrij bankieren zoals de JAK banken in Scandinavië en een ASN (niet helemaal) rentevrijfonds in Nederland zijn goede voorbeelden. Het rentesysteem - waarin de rijke steeds rijker wordt en de arme steeds armer - is een van de pijlers van het huidige onrechtvaardige mondiale systeem. Immers is zij verantwoordelijk voor de doorgeschoten economische groei met overeenkomstige vernietiging van de natuur.

Het beginsel van subsidiariteit: "Wat door de Regio geproduceerd kan worden, wordt door de Regio geproduceerd. Wat niet door de Regio geproduceerd kan worden, wordt interregionaal geproduceerd. Wat
niet interregionaal geproduceerd kan worden, wordt continentaal geproduceerd. Wat niet continentaal geproduceerd kan worden,
wordt intercontinentaal c.q. globaal geproduceerd"

34. Het is (hopelijk) duidelijk, dat het bedrijfsleven in zijn "dienende functie" - de gemeenschap voorzien in haar materiële behoeften - finaal doorgeslagen is. In plaats van "toeleveringsbedrijf" is het de hele wereld gaan domineren. Door haar is alles tot waar geworden - verhandelbaar - en zijn alle levensgebieden vercommercialiseerd. Het beeld van "kankergezwel" is dus niet misplaatst. De enige manier om het te stoppen is de re-integratie in de gemeenschap (...). NB: hoe kunnen de (burnout) werknemers (re)integreren, wanneer het bedrijf zelf niet geintegreerd is? De eisen aan het bedrijfsleven zijn dan o.a. dat het de garantie biedt, dat de substantie - het spirituele, psychische, fysieke en relationele "kapitaal" - van de werknemer bewaard blijft c.q. voortdurend opgewaardeerd wordt; dat het bedrijf zich horizontaal organiseert en zich invoegt in de maatschappelijke samenhang: o.a. een balans vindt tussen het eigen overleven (winststreven) en maatschappelijke dienstbaarheid, demokratische contrôle door de gemeenschap accepteert en rechtvaardigheid ontwikkelt ten opzichte van de armen.*

* Zie ook: G.Endenburg "Sociocratie", 1990 Eburon en R.Breman in Trouw van 11 december 2001.

35. De Unie bevordert deze experimenten als de toekomstige „zelfregulatiesystemen" op locaal en regionaal niveau. Zonodig voorziet een geplande regionale economie in de basisbehoeften, een halfgeplande voor „ontwikkelingsbehoeften" van de mens, terwijl de „vrije markt" uitsluitend voor luxebehoeften bestemd is. Naast een basisinkomen voor een ieder, houdt werkgelegenheid nieuwe stijl in, dat alle maatschappelijke activiteiten - huishouding bijvoorbeeld - beloond worden. Vooral in het groot-, midden- en kleinbedrijf, de dienstverlenende, gezondheids-, milieu-, agrarische, ambachtelijke alsook de educatieve sectoren wordt een grote vraag gecreëerd. Terwijl de Unie de centrale principes ontwerpt, is het aan elke Regio zijn eigen systeem te ontwikkelen. Zelfvoorziening, interregionale, continentale en wereldhandel worden vier elkaar aanvullende échelons. Globaliseren en regionalisatie worden zo twee kanten van dezelfde medaille. Het is niet overdreven te zeggen, dat voor de implementatie ervan niet zo gek veel tijd meer over is. Naast de kwetsbare groepen als zieken, ouderen, daklozen, kunstenaars, studenten, bijstandsmoeders etc. zijn middenstand, vrije beroepen, actieve (kleine) ondernemers, werknemers, ambtenaren, boeren en alle anderen die productieve arbeid verrichten de eersten die door de Unie gesteund worden. Niemand wordt echter buitengesloten, ook diegenen - de dogs aan de top - die totnutoe exceptioneel van het oude systeem hebben geprofiteerd, worden als spijtoptanten - hetzij als (genereuze) supporters van en/of actieve deelnemers aan - het Rijk verwelkomd.

36. Elke Regio zou moeten streven naar zoveel mogelijk autarkie of zelfverzorging. Vooral die Regio's zullen het voortouw kunnen nemen, die vanwege geografische, historische, sociale en culturele factoren een meer als doorsnee gevoel van samenhorigheid bezit. Dat heeft niets met nationalisme van doen. Iedereen - ongeacht afkomst, kleur of religie - die de Regionalisering een goed hart toedraagt en zich voor de toekomst van de Regio inzet, is welkom. Zoals dat op verschillende plaatsen in Europa reeds plaatsvindt. Het blijkt dat mobilisatie "tegen de globalisatie" en haar uitwerking op micro-niveau: de ontworteling, de onttakeling, de leegloop, de frustratie en de zinloosheid zeer wel van de grond komen kan. Veelal zijn daartoe enkele gangmakers onontbeerlijk. Mensen die gepassioneerd betrokken zijn en dat op anderen weten over te brengen. Het gaat erom de substantie terug te brengen in de gemeenschap. Immers, het systeem zuigt nu al onze talenten, vermogens, creativiteit en energie weg, dit ten koste van de vitaliteit van de gemeenschap (of wat daar nog van over is) en van onszelf. Een van de manieren om dit te doen is de economische activiteit zoveel mogelijk ten goede te laten komen van de eigen streek. Bedrijven dienen eigendom te zijn van diegenen die er direct belang bij hebben: de werknemers, de consumenten en de locale gemeenschap. Zo wordt de relatie van industrie, gemeenschap, welzijn, welstand, ruimtelijke ordening, streek en milieu hersteld, alles gecontroleerd door de gemeenschap. Alles wat binnen de streek geproduceerd, verhandeld en verkocht kan worden, komt in een kringloop, waar ieder elkaar bedient. Promotie van "Regionale producten" staat hierbij op de voorgrond. In plaats van "kwaliteitscontrole" aan de staat over te laten - met alle risico's van dien - komt deze (tevens) tot stand via directe relaties. De slager gaat persoonlijk op bezoek bij de boer, stelt zich op de hoogte van het voer dat de koeien krijgen, en omdat hij in de traditie opgegroeid is, weet hij dat koeien uitsluitend gras en plantaardig bijvoer mogen krijgen. Blijkt dat niet het geval te zijn, dan neemt hij van de desbetreffende boer niet meer af.

37. Substantie terug in de gemeenschap brengen, betekent op allerlei wijzen het initiatief, de wederzijdse hulp en andere gemeenschapsactiviteiten steunen. Onderlinge relaties verstevigen, weer meer dingen met elkaar delen, zodat het leven weer inhoud krijgt. Mensen kunnen heel veel voor elkaar betekenen waardoor de afhankelijkheid van professionele hulpverlening vermindert. Dat is dan tegelijkertijd een stap in de richting van cultuur(her)opbouw. Heel vaak kan er in dit opzicht van de allochtonen worden geleerd. Zij hebben hebben vaak belangrijke aspecten van gezin en gemeenschap bewaard. Maar ook de westerse mensen ervaren zelf het verschil tussen de voldoening van iets samen ondernemen en het afstompende TV kijken elke avond. In plaats van zich te vergapen aan het "songfestival", wordt er in het dorp bijvoorbeeld zelf liederen gecomponeerd en uitvoeringen gegeven. Inzicht in de mechanismen van de markteconomie zijn hierbij onontbeerlijk. Indien men geen inzicht heeft in de suicidale krachten van het systeem en de uitwerking op de locale gemeenschappen, dan blijft alles zwevend. Om zich gezamenlijk te "empoweren" moet men weten waar en op welke manier ingegrepen moet worden. Je kunt bijvoorbeeld niet je maximale winstbejag najagen en tegelijkertijd aan gemeenschapsopbouw doen. Er moet dus worden nagedacht over andere vormen van locale economie. Wanneer de moed eenmaal gevonden is en de eerste successen zijn binnengehaald, dan ontstaat wellicht de bereidheid om ook iets "te offeren" voor de goede zaak. Dat betekent, dat je je inzet voor het gemeenschappelijk belang ten koste van je persoonlijke eigenbelang. Het is ontroerend om te zien, hoe vanzelfsprekend dit vaak gebeurt. Het geeft aan, dat de gemeenschap op verschillende plekken in Europa nog niet zo dood is als wel gedacht is. Dit volgens het cultuurpessimistische "God is dood (Nietzsche), de gemeenschap is dood (het individualisme), de natuur is dood (het kapitalisme) en de mens is dood (de apokalyps)". De vijf springplanken blijken hier en daar reeds verweven te raken. Kritiek op de globalisatie en de directe uitwerking ervan - alles wat van bovenaf wordt opgelegd - doet mensen vanzelf teruggaan naar het gezonde verstand. Zo zijn er op dit moment massa's boeren die terugwillen naar een (ecologisch) gemengd boerenbedrijf. Een stap verder en de straat- en wijkgemeenschap wordt in ere hersteld. Het zijn vooral de vrouwen die hierbij het voortouw (moeten) nemen.     

38. De kapitalistische economie ging vanaf het begin gepaard met vervreemding van de arbeid. Dit is te vergelijken met de slavenarbeid. Hier werden de mensen met geweld uit hun eigen gezin, sociaal verband en cultuur gehaald, bijeen gedreven en op een grote hoop gegooid, om gedwongen werk te verrichten voor de plantage. In feite gebeurde met de industrialisering hetzelfde. Weliswaar hadden de mensen daar geen kettingen om de enkels. Maar evenals de slaven moesten de mensen (en kinderen) "slavenarbeid verrichten" voor een hongerloon,  werd hun familieleven ontwricht, de gemeenschappen desintegreerden en was er nauwelijks onderwijs of een goede gezondheidszorg. De overeenkomst met tegenwoordig is de allesoverheersende "arbeids- en banenmarkt", een reservoir van mensen waar het bedrijfsleven naar believen uit kan putten. Evenals vroeger is arbeid nog steeds vervreemd van de gemeenschap. Beide, (jeugd)werkeloosheid, maar ook die "leuke baan" komen zo in een geheel ander daglicht te staan. Met het toenemen van economische obscessie en daarmee de voortschrijdende ontworteling op alle gebieden, wordt de humaniteit alleen nog maar verder uitgehold. Nu het industriële tijdperk min of meer ten einde is, zouden wij echter de kans moeten grijpen om de arbeid zoveel mogelijk terug te brengen in zijn "natuurlijke" context: de eigen leefomgeving. De voorwaarde daartoe is een basisinkomen voor iedereen, overal ter wereld. Deze is tot een zeker bedrag losgekoppeld van gedwongen arbeid, genoeg om in alle basisbehoeften te kunnen voorzien. Het dient de reintegratie van het werk in de gemeenschap, hier en in de Derde Wereld. Terwijl bij ons het spirituele, psychologische, sociale en culturele genezingsproces in gang gezet kan worden, wordt tegelijkertijd aan de honger, de schrijnende uitbuiting, de sociale cq culturele desintegratie en de ecologische degradatie van de Derde Wereld een einde gemaakt. 

Aanbevolen: David C.Korten "The Post-Corporate World", 2000 Berret-Koehler

Straatgemeenschap

De straat is een gemeenschap, zij weet het alleen nog niet

39. Volgens het heersende neo-liberalisme is de samenleving als een zak knikkers. De zak is de staat die de totaal van elkaar geatomiseerde individuen bij elkaar houdt. Het principe is eigenbelang. Volgens deze ideologie is de optelsom van al die individuele eigenbelangen "harmonie" (...), een "natuurlijke balans" tussen vraag en aanbod. De zelfzucht van personen heeft zo een "onzelfzuchtige maatschappij" ten gevolge, aangezien de mechanismen van de markt onzichtbaar zijn en door niemand persoonlijk ten nutte gemaakt kunnen worden (...). Deze "onzichtbare hand" die elk mens "evenredig" voorziet in wat hij/zij nodig heeft (...) is daardoor de nieuwe voorzienigheid, de "hand van God" zogezegd. Dat de staat deze "natuurlijke orde" kennelijk toch niet zo goed kan beschermen is het feit, dat de zelfzucht een steeds grotere chaos veroorzaakt, het verval in alle geledingen van de maatschappij steeds zichtbaarder wordt en bijvoorbeeld de wet in de modern kapitalistische maatschappij steeds belangrijker wordt. De juridische wildgroei in de USA bijvoorbeeld is niets anders dan een symptoom van een systeem van "allen tegen allen", dat uit de hand begint te lopen. De term "rechtsstaat" komt hierdoor in een heel ander licht te staan.

40. Het diepste spirituele inzicht is deze, dat de zichtbare wereld de inhoud is van het Uiteindelijke, de Leegte. In mystieke termen omgezet: "het universum is het lichaam van God". Terugvertaald naar de dagelijkse ervaring kun je zeggen, dat "zoals gedachten in mij zijn, ben ik in God". Dit mystieke lichaam is een geheel aan gebeurtenissen, samenhangen, feiten en waarschijnlijkheden. Vandaar dat het ook "levensweb" wordt genoemd. In het matriarchaat is er het beeld van de Grote Moeder als weefster. Niets staat daarbij los van elkaar. Gebeurtenissen ergens in het kosmische web hebben - zelfs zonder tussenkomst van tijd - hun onmiddellijke invloed op alle andere aspecten van het geheel. Het verbluffende is, dat uitkomsten van drie totaal van elkaar verschillende disciplines: de nieuwe fysica, de ecologie en de mystieke ervaring elkaar hier bevestigen. Wat echter geldt voor electronen, ecologische systemen of voor de kosmos als geheel, geldt ook voor de mensengemeenschap. Ook de mensheid is deel van het levensweb. Of ze het willen erkennen of niet, mensen kunnen niet leven zonder de context van de gemeenschap. Het ontbreken daarvan openbaart zich immers in existentiële problemen als eenzaamheid, zinloosheid, vertwijfeling, wanhoop, depressie en burn-out op een schaal, zoals de (Westerse) mensheid dat nog nooit eerder heeft meegemaakt. Het is het symptoom, dat het einde van de dominantie van het individualisme aankondigt.

41. We staan dus op een tweesprong. Gaan we door met de strijd van allen tegen allen, laten we deze verder escaleren, dusdanig, dat deze binnenkort ook in "onze achtertuin" voelbaar wordt, of kiezen we een andere koers, namelijk het herstel en de vernieuwing van de gemeenschap. De invalshoeken kunnen hierbij verschillend zijn. Spiritueel georienteerde mensen komen wellicht het gemakkelijkst binnen door het besef, dat de gemeenschap een afspiegeling van het Uiteindelijke is ("zo boven zo beneden"); milieubewuste mensen raken gemotiveerd door het inzicht van de ecologische samenhang; vrouwen claimen hun verlorengegane positie in de gemeenschap; wetenschappelijk georienteerde mensen zien en apprecieren wellicht de logica van de onderlinge samenhang; sociaal bewogen mensen zullen de terugkeer van de solidariteit begroeten, terwijl alle anderen door schade en schande - de catastrofe als gevolg van de huidige trend - wijs zullen worden. De organische samenhang, dat wat Althusius de "natuurlijke sociale orde" noemt, hoeft niet gezocht te worden, zij is er reeds. Deze bestaat uit individuen, gezinnen, straten, wijken, gemeenten, dorpen, steden, streken, provincies en Regio's. Het is de hardware waar alleen nog maar het programma van de subsidiariteit in ingevoerd hoeft te worden. Het is een eye-opener voor die skeptici, die denken dat "gemeenschap" alleen maar nostalgie naar het verleden is. Zij verwijzen naar de moderne ontwikkeling, tegen het licht waarvan "traditie" een achterhaalde positie is. De sociale orde is echter geen (historisch) statisch gegeven, maar afhankelijk van hoe wij deze invullen. Je buren, overburen, je straatgenoten, alle zijn er reeds, de gemeenschap is hier en nu aanwezig, wachtend om wakker te worden.

Pas in de zichzelf-organiserende meerlagige samenleving krijgt het
woord "gemeente" zijn oorspronkelijke betekenis terug

42. Volgens de Zelf-soevereiniteit kijken zowel individu, gezin of leefgroep en straat welke rechten en plichten zij ieder afzonderlijk naar zich toe kunnen trekken. Het principe houdt in, dat deze echolons ieder een zelfgedefinieerde autonomie verwerven. "Wat door een associatie van lager niveau gedaan kan worden, daar mag een hoger niveau niet intervenieren", heet het bij Althusius. Het gaat om terugnemen van kwaliteiten, vaardigheden, vormen van productie en consumptie, zelforganisatie, beslissingsbevoegdheden, communicatie, samenwerking en wederzijdse hulp, entertainment, gezondheidszorg, gemeenschapsleven, spiritualiteit, vieringen en feesten die ons door de technokratische, bureaukratische markteconomie werden afgenomen. Voorbeelden te over, ons hele leven wordt erdoor bepaald. Willen wij iets in onze eigen buurt veranderen cq doorvoeren, dan moeten wij dat immers aan de gemeenteraad voorleggen, die er vervolgens over gaat beslissen. Waarom kunnen wij zelf niet beslissen over iets dat onszelf aangaat? Als wij iets gezamenlijk willen ondernemen dat rechtsgeldigheid bezit, worden we gedwongen een door de staat gedicteerde vorm te vinden, zoals een stichting of vereniging. Waarom kunnen wijzelf niet bepalen hoe wij samen willen werken en dat op ons eigen niveau legitimeren? Willen we subsidiariteit, dan moeten we de staatsbemoeienis cq de regelgeving dus zoveel mogelijk omzeilen. We ontwikkelen onszelf op die gebieden, waar het initiatief (nog) niet belemmerd wordt. Dus een netwerk ipv een stichting etc.

43. De staat heeft het gemeenschapsleven van ons afgenomen. Een samenraapsel ontwortelde mensen zonder (thuis)basis, zonder eigen bevoegdheids- en beslissingsorganen is nu eenmaal gemakkelijker te manipuleren. Er kan rustig gesteld worden, dat de staat de gemeenschap als locale eenheid doelbewust (heeft) tracht(en) te vernietigen. Dit is het patroon sinds de Franse Revolutie, verdergedragen door het liberalisme. Wat eerst wordt stukgemaakt wordt door lapmiddelen - doekjes voor het bloeden - vervolgens weer gecompenseerd. Intentie- verklaringen, zoals het subsidiariteitbeginsel, worden afgegeven *, juist om ze niet te hoeven uitvoeren. Er wordt slechts een indruk gewekt, in de hoop, dat het volk erdoor in slaap gesust is. De eroderende sociale programma's onthullen echter in toenemende mate het ware gezicht van het systeem.               

*) Zoals in het Verdrag van Maastricht.

44. De gemeenschap is van oudsher (het matriarchaat) het domein van de vrouw. Zelfs in patriarchale samenlevingen is zij het die het huishouden bestiert, heeft zij een (heimelijke) emotionele, sexuele dominantie over de man en kan - afhankelijk van de omstandigheden - economisch succesvol zijn. Met het ontstaan van de industriële maatschappij werd haar positie definitief onderuitgehaald. Immers, de kapitalistische productie maakte haar bijdrage tot het functioneren van de familie in toenemende mate overbodig. Het feminisme heeft dit altijd toegejuicht, immers kwam er nu ruimte en energie vrij voor de „echte" carrière. Dat die ambitie uitmondt in gedwongen aanpassing aan het patriarchale model, daar komen ontelbare vrouwen tegenwoordig snel achter. Ze knappen af in de rat race, profiteren alleen nog van de voordelen (parttime banen), de nadelen vermijdend of ze verzelfstandigen zich. Zij voelen als eersten de teruggang van geluk bij toename bij de inspanningen datzelfde geluk te verkrijgen. Robert Lane heeft in een uitvoerige studie dan ook kunnen aantonen, dat met het toenemen van de welvaart het subjectieve welzijn, cq gelukservaring (dramatisch) afneemt. Rond 67% van alle werkende amerikaanse vrouwen zou onmiddellijk opnieuw kiezen voor het huisvrouw zijn, als niet de „noodzaak" om geld te verdienen (hoge uitgaven, kosten, schulden) dat verhinderde. De ironie is dat huisvrouwen eveneens hun stresslimiet hebben bereikt. In de USA zijn speciale tijd- en levenscoaches om de eersten te helpen elke dag een beetje tijd voor zichzelf te reserveren. Vrouwen klem tussen de maatschappij en het gezin, schrijnender kan het toch niet zijn. De oplossing wordt vaak over het hoofd gezien: de gemeenschap. Het komt omdat gemeenschap en maatschappij altijd op één hoop gegooid is. Dat gemeenschap een eigen organisch verband, een lichaam opgebouwd uit levende componenten is, een geheel dat meer is dan de som der delen, dat is ons in deze maatschappij nooit bijgebracht. In de zgn DerdeWereld echter, zijn vrouweninitiatieven volop in gang. Het lijkt gemakkelijker om armoede, dan om rijkdom als vertrekpunt te hebben. „Geef een vrouw een naaimachine, dan hebben ze binnen een maand hun hele omgeving veranderd" (Claudia von Werlhof). Vrouwen en gemeenschap zijn twee kanten van dezelfde medaille. Vrouwen zijn verantwoordelijk voor de continuïteit van het leven, iets waar mannen (veel) minder contact mee hebben. Het is aan de eersten om deze talenten weer te gaan ontdekken. Het is een historische kans om de rol als draagsters van de gemeenschap - gezin, straat, wijk etc. - weer op zich te nemen.

Wat we nodig hebben zijn "naïvelingen"

45. Een manier om de „substantie", het leven in de gemeenschap terug te brengen is te kijken naar wat de media ons allemaal presenteren. Ik kwam erop door een interview met iemand die ergens in Duitsland een campagne tegen de globalisatie was begonnen. Het is een voorbeeld van het feit, hoe het voelen van de pijn resp. zien van de afbraak om je heen de hefboom naar betrokkenheid en inzet kan zijn. Hij zei: „Wij zijn het zat om ons bijvoorbeeld aan het songfestival te vergapen. In plaats daarvan zijn wij zelf begonnen liederen te componeren en geven wij uitvoeringen". Geweldig toch. Op dezelfde manier kan er één keer in de week een quiz in de wijk worden georganiseerd, compleet met scriptschrijvers, quizmasters en candidaten, ditmaal echter door en voor echt publiek, de mensen uit de eigen straat cq wijk. Niet alleen leuk entertainment, maar tevens een belangrijke gelegenheid voor de mensen in de buurt om hun band te versterken. En wat te zeggen van een straat(wijk)stilteretreat, een straatfeestcommissie, een dieetinitiatief, een straatgezondheidsstudiegroep, een straatkinderopvang, een straatmilieugroep etc. etc. Het verschil met bestaande voorzieningen is de structurele opzet. Niet zoals een buurthuis (stichting), de stadsdeelraad (tak van het gemeentebestuur) of de stadswacht afgeleide van autoriteit van bovenaf, maar onder volledige zegggenschap cq verantwoordelijkheid van de straat of de wijk zelf, zonder enige inmenging, gedragen door een zelfbewuste locale gemeenschap volgens de principes van subsidiariteit, daar gaat het om. De idee, dat dit vanaf het moment, dat we dit zelf willen ook mogelijk is, is opwindend. Het is te hopen, dat mensen de noodzaak van vernieuwing zien, zonder daarvoor eerst door de hel te moeten zijn gegaan.

Wijkzelfbestuur

Aanzet tot gemeenschapsdemokratie*

* Onlangs ontdekte ik dat mijn concept verregaand samenvalt met wat Kees Boeke sociocratie ("Redelijke ordening van de mensengemeenschap", 1967 Mensengemeenschap) noemde en sindsdien in een aantal delen van de wereld wordt bestudeerd c.q. beproefd.

„Ooit gaven wij onze ziel aan de kerk, ons lichaam aan de medische wetenschap, onze huishouding aan de consumptiemaatschappij, onze straat aan de criminaliteit, onze buurt aan het verval en onze Regio aan de milieuvernietiging. Het is nu hoogste tijd dit alles terug te nemen".

46. De samenleving ziet zich geconfronteerd met de gevolgen van eeuwenlange ontworteling. Wij zijn onze basis kwijt. Te beginnen met ons eigen lichaam, zijn wij het contakt met de werkelijkheid verloren. Wij hebben alles uit handen gegeven. Met het gevolg dat wij vervreemd zijn van onszelf en alles om ons heen. Wij hebben nergens meer greep op. De gebeurtenissen en ontwikkelingen gaan hun eigen gang. Wij hebben niet het gevoel, dat wij er nog invloed op uit kunnen oefenen. Dit controleverlies maakt ons onzeker, machteloos, gefrustreerd en angstig.

47. Voortschrijdende desintegratie maakt dat in een woonblok mensen elkaar niet kennen, ouderen geisoleerd en in eenzaamheid moeten leven, niemand iets voor een ander over heeft, de straat onveilig is geworden, steeds meer mensen aan de drugs raken, niemand meer geinteresseerd is in politiek, het schoolsysteem een nationale ramp is, een bedrijf naar willekeur zijn werknemers op straat kan zetten, overheid en projectontwikkelaars hun eigen gang gaan, de chemische industrie ongecontroleerd nieuwe „producten" op de markt kan afzetten en doktoren de nieuwste technologie op mensen kunnen loslaten.

48. De maatschappij is aan het eind van zijn latijn. Geijkte oplossingen werken niet meer. De politiek is onmachtig. Het land glijdt langzaam maar zeker verder af in de chaos. Een Europa dat daar nog een schepje bovenop doet: de „delegatie" van beslissingsbevoegdheid naar supernationale organen waar niemand ooit van gehoord heeft, laat staan invloed op uit kan oefenen. Alle activiteit schijnt gereduceerd tot het overleven waarbij ieder ieders (potentiële) tegenstander is. „Ieder voor zichzelf" dreigt te uit te monden in „iedereen tegen elkaar". De maatschappij wordt met de dag gewelddadiger. Ondanks alle mooie plannen verslechtert de milieusituatie verder en gaat de dramatische stijging van de chronische ziekten gewoon door.

Het summum aan demokratie: "Praat mee over de toekomst
van ons stadsdeel"
Plakkaat Amsterdam, juni 2000

49. Waar gaan wij met zijn allen naartoe? Het antwoord is eenvoudig. Een boom die van zijn wortels is afgesneden, sterft af. Iemand zonder opvoeding kan zich sociaal niet integreren. Zonder opleiding is het onmogelijk een goede baan te krijgen. Een kind dat in zijn jeugd geen liefde heeft gehad, kan later moeilijk een relatie aangaan. De vraag was dus verkeerd gesteld. Als een boom afsterft, is de eerste vraag die naar de gezondheid van zijn wortels. Zo moeten ook wij in ons pogen de „maatschappij te genezen" het eerst terug naar de basis. Gezien de eerdere analyse liggen daar inderdaad de hoofdoorzaken van zijn (chronisch-terminale) ziekte. Die basis is de gemeenschap. Het nieuwe politieke stelsel heet daarom  gemeenschapsdemokratie.

Stel je het volgende scenario voor...

50. Met Het Grote Leerproces als leidraad nemen bewuste mensen het voortouw in de wijk. Een ware golf van demokratisering doortrekt de straten. Iedereen veert op. Hier is iets werkelijks vernieuwends gaande. Er waait een frisse wind in de wijk. Vrolijkheid verspreidt zich als een olievlek tot in alle uithoeken. Wat is namelijk het geval. Hoe kan dit opeens gebeuren? Je kunt je ogen niet geloven. Niets hoefde er te gebeuren. Alles wat we nodig hebben voor een radicale ommekeer blijkt er al te zijn. Dankzij onze „brave" bureaucraten is de maatschappij tot in zijn kleinste onderdelen perfect georganiseerd. Wat is dan onze fundamentele ontdekking? Dat deze in principe nuttige structuren als bijvoorbeeld de wijk- en gemeenteraad op zijn kop staan. Als je er even goed naar kijkt, dan zie je plotseling hoe je alles „van bovenaf" opgelegd krijgt. Tot in de kleinste details wordt er voortdurend over je beslist en betutteld. De ontdekking is (...), dat diezelfde structuren natuurlijk ook in omgekeerde richting kunnen werken. Niet tegen het volk, maar in dienst van het volk. De wijkraad, in plaats van een lamme eend te zijn, de speelbal van gemeente (partij) politiek, kan „voor hetzelfde geld" natuurlijk ook de ware demokratische vertegenwoordiging van de wijkbewoners zijn. Gewoon een kwestie van een wereld die nu op zijn kop staat weer op zijn pootjes zetten. Het is de sleutel naar wijkzelfbestuur. Vandaar die opgewondenheid overal.

Waarom is 80% van de bevolking niet betrokken bij de politiek?
Omdat het niet de bedoeling is dat zij betrokken raakt

51. Het is duidelijk: de parlementaire demokratie gaat ten onder als zij niet wordt verbreed en uitgediept. Ik introduceer daarom de Zelfsoevereiniteit, de permanente demokratie cq regionale gemeenschappen. In plaats van een keer in de vier jaar je stem - en dus je macht - afgeven aan anderen die er vervolgens naar willekeur mee omgaan - zelfs in de Grondwet staat dat zij niet verantwoordelijk zijn t.a.v. diegenen, die hun het mandaat hebben gegeven! - doortrekt onze Zelfsoevereiniteit/gemeenschapsdemokratie het hele dagelijkse leven. Dag in dag uit bouwen wij aan onze demokratie. Iedereen wordt erbij betrokken. Het bestaat in het terugnemen van zeggenschap over onze eigen leefsituatie. In plaats van dat alles van bovenaf wordt geregeld, oefent de gemeenschap contrôle uit over haar eigen leefsfeer. Alles wat zij zelf kan doen wordt in eigen beheer genomen, gedecentraliseerd. De samenleving is een zelfregulerend organisme, haar basis (de cellen) is de wijk. Partijen en hun programma’s zoals wij deze kennen zijn daardoor overbodig geworden. De gemeenschap kiest haar eigen vertegenwoordigers voor de door haarzelf ingestelde organen.

De bestaande hierarchische pyramide - van boven naar onder -
vervangen door delegatie van onder naar boven.
De partitokratie vervangen door
gemeenschapsdemokratie

52. Koortsachtig begint iedereen te werken. Het demokratiseringsproces begint immers bij je zelf. Opeens word je je ervan bewust dat je ook iets „in de melk te brokkelen hebt". Je bent zelf een onontbeerlijke stukje van de legpuzzel. Zonder participatie van het kleinste onderdeel zal het grotere verband niet goed kunnen functioneren. Wat kan een been uitrichten als de tenen niet goed werken en andersom? Je maakt dus een lijst op van je prioriteiten, van de dingen die je goed kunt, waar je in uitblinkt. Wat zijn de dingen die je in jou leven belangrijk vindt, waar je voor staat („gaat"), is de kardinale vraag. Vervolgens breng je je lijst in in het gezin of de leefgroep, waar je deel van uitmaakt. Gezamenlijk kijk je dan naar de gemeenschappelijke noemer van de lijsten van alle leden. Die gemeenschappelijke noemer wordt het „etiket" van waar jouw gezin/groep voor staat. Net als alle andere gezinnen, breng je je inbrengverklaring vervolgens naar de straatoudste. Deze legt alle verklaringen bij elkaar en destilleert er de gemeenschappelijk noemer van de straat uit. Alle straten bij elkaar overhandigen hun „soevereiniteitsverklaring" tenslotte aan de wijkraad. Deze kijkt tenslotte naar de gemeenschappelijke noemer van de hele wijk. Deze gemeenschappelijke noemer wordt uitgeroepen als het mandaat van de wijk, een mandaat gegeven door soevereine burgers aan hun wettelijke vertegenwoordiging. Waardoor tegelijkertijd de speelruimte voor de gemeente is vastgelegd. Zij voert alleen die taken uit, die de wijk niet zelf kan uitvoeren, taken die deze daarom naar de gemeente heeft gedelegeerd!

53. De paradox is dit: hoe meer je je leven in eigen hand neemt, hoe groter je vrijheid. Hoe groter je eigen bijdrage, hoe groter de zelfstandigheid van het wijkzelfbestuur, hoe onafhankelijker het zal zijn ten opzichte van inmenging van „bovenaf". Vrijheid en verantwoordelijkheid blijken twee synonieme begrippen te zijn (...). Er kan zo bovendien een gezonde competitie ten behoeve van vergroting van zelfbestuur ontstaan tussen straten, wijken en gemeenten. Verhoging van eigen status draagt bij tot verhoging van de status van het „hogere" echelon. Immers, de wijken samen dienen op hun beurt hun mandaat bij de gemeente in. Hoe soevereiner het wijkzelfbestuur, hoe meer speelruimte voor de gemeente om „bovenbouwprogramma’s" te kunnen uitvoeren. Niet alleen de effectiviteit van bestuur, maar ook het onderlinge prestige zal daardoor stijgen.

Wij zijn het zelf - jij, ik, iedereen - die naar voren komen

54. De verstedelijking is een van de hoofdoorzaken van snel toenemende desintegratie van het sociale leven. Deze negatieve ontwikkeling kan alleen gestopt worden, wanneer tegelijkertijd gewerkt wordt aan schaalverkleining. „Breng het dorp in de stad" zou een van de motto’s kunnen zijn. Het is een belangrijke reden, waarom een wereldstad als Tokyo toch kleinschalig overkomt, met overzichtelijke wijken, waarin het zeer veilig is te vertoeven. In de wijk liggen daarom de wortels van de gemeenschapsdemokratie. Het begint ermee, dat ieder individu cq gezin de verantwoordelijkheid voor de eigen leefsfeer op zich neemt. Vervolgens wordt dan „vanuit ieder huis" naar elkaar toegewerkt. Zodat hechte samenwerking ontstaat om de leefbaarheid van de wijk te optimaliseren. Alles wordt daarbij - naar mogelijkheid - teruggebracht tot de basis. Concreet kan de vernieuwing er als volgt uitzien. Terwijl iedereen bij zichzelf begint en langs de lijn van Het Grote Leerproces zijn innerlijke kwaliteit stapsgewijs in de omgeving uitbreidt, heeft de wijkraad meerdere bevoegdheden op zich genomen. De ruimtelijke ordening van de wijk wordt onder de loep genomen. Om het geheel overzichtelijk te maken, wordt de wijk ingedeeld in „straten". Voor elke straat wordt een „straatoudste" aangesteld, een ervaren volwassene (tevens „carrièremogelijkheid" voor ouderen!) die het onderlinge contakt in de wijk bevordert, initiatieven ondersteunt of initieert, spreekuren houdt, huisbezoeken maakt, oplossingen aandraagt voor problemen en bemiddelt bij kleine conflicten en ruzies. De straatoudsten zijn lid van de wijkraad. De wijkraad kiest in de zoveel tijd haar wijkoudste. Uit de wijkoudsten wordt de burgermeester van de gemeente gekozen, uit de verschillende wijkraden de wethouders. Wethouders en burgemeesters kunnen zich kandidaat stellen voor een post in het autonome regionale bestuur. Dat deze „modellen" slechts voorbeelden voor discussie zijn, moge duidelijk zijn. Uiteindelijk bepalen de mensen in de wijk zelf hoe en in welke vorm zij met elkaar willen samenleven.

"To be in control or to be controlled, that is the question"

55. Een belangrijke stap is de zelfregulatie, controle en beveiliging van de eigen leefsfeer. Deze ligt eveneens geheel in handen van de wijkraad. Cruciaal is te weten wat er in de wijk allemaal omgaat. Daartoe wordt de „burgelijke stand" van de gemeente aan de verschillende wijken overgedragen. Mocht dit op dit moment nog geen haalbare kaart zijn, begint de wijkraad eenvoudigweg een eigen registratie op basis van vrijwilligheid. Is er op een gegeven moment een meerderheid voor deze verandering, dan kan de registratie officieel naar de wijk verhuizen. Registratie van geboorten en overlijden, vestiging en vertrek, huwelijken en scheidingen worden door de wijkraad uitgevoerd. De voordelen zijn duidelijk: gemeenschapsvorming en zelfcontrole door de eigen wijk. De mensen krijgen weer een gezicht, het gevoel van veiligheid wordt vergroot. De veiligheid wordt verder gewaarborgd door de „wijkwacht", eveneens ressorterend onder de wijkraad en gevormd door mensen uit de eigen wijk. De wijkwacht heeft de directe zorg voor orde en veiligheid. Naast het opzetten en uitvoeren van preventieprogramma’s treedt zij op tegen kleine vergrijpen en overtredingen. De bevoegdheden en de samenwerking met de „gemeentepolitie" worden vastgesteld. Evenals die van het „wijkgerecht", waarin de wijkoudste een afgeleide functie van de kantonrechter heeft. Hier worden geschillen beslecht en de kleine vergrijpen berecht. Een jury (altijd uit een andere streek of stad) velt daarbij het oordeel. Overigens propageert onze basisdemokratie de voorbeeldfunctie in de gemeenschap. Niet alleen wat niet verboden is, is toegestaan, maar tevens zouden er „ongeschreven wetten" (wel degelijk vastgelegd om willekeur te voorkomen) moeten bestaan om de gemeenschap naar „een hoger niveau" te voeren. Zo kan de jeugd een „groene plicht" gegeven worden. Daarbij krijgen zij de belangrijke taak van milieuvoorlichting met tevens schoonhouden van de wijk. De wijkraad is overigens verantwoording schuldig aan de gemeente en de gemeente a.an de Regio en andersom.

Door de Zelfsoevereiniteit wordt een straat een straatgemeenschap
en een wijk een wijkgemeenschap

56. De transformatie van de wijk in bovenstaande zin is de sleutel naar verandering van de gehele samenleving! Alles, het hele maatschappelijke gebeuren vindt immers in een „wijk" plaats. En wanneer de context verandert, moeten de enclaves van handel en industrie, regering en bestuur vroeger of later wel meegaan. Het hele levensgevoel der mensen, ook van diegenen die werken in bedrijven en organisaties, wordt er immers door beinvloed. Wanneer een wijk door toenemende integratie een gemeenschap wordt, wordt zij een voorbeeld voor samenwerking in het bedrijf. Wanneer de „economie van het genoeg" vaste grond krijgt in de wijk, slaat zij vroeger of later over naar de „grote maatschappij". De wijken, buurten en dorpen vormen samen immers een gigantische consumentenorganisatie, die door haar toenemende bewustwording de „markt" verregaand gaat bepalen. Door haar vraag naar gezonde, duurzame en milieuvriendelijke produkten kan de „ecologische" economie snel van de grond komen. Wanneer de wijken zelfregulerende organismen worden, gaat de hele samenleving vroeger of later mee. Bestuur en structuur zullen zich aan de nieuwe situatie moeten aanpassen. De machtsbasis is immers in de wijk gelegen. Tenslotte bestaat een land uit een netwerk van wijken. De gemeenschapsdemokratie steunt op de wijken, de gemeenten en de Regio’s als zijn wortels.

We want it – the New Europe – all and we want it now

57. De Regio’s, gemeenten en wijken krijgen meer zeggenschap over het financiële beheer met betrekking tot de onder hen resorterende werkzaamheden en projecten. Bijvoorbeeld de „ecotax" op milieu-onvriendelijke produkten en schaarse grondstoffen vloeien direct in de kas van bovengenoemden. Ook milieuheffingen volgens het principe „de vervuiler betaalt" volgen dezelfde weg. Immers de schade het milieu aangedaan, moet direct terechtkomen bij diegenen die de schade wordt aangedaan: de burgers in hun leefomgeving. Zo krijgt de „gewone burger" vanzelf controle op het milieubeleid. De wijken kunnen met deze gelden hun infrastructuur in brede zin verbeteren. Het zwaartepunt van bestuur is daarmee dusdanig verlegd, dat bovenregionale organen als de nationale regering en „Europa" slechts een coördinerende functie zullen vervullen.

58. Commentaar: De gemeenschapsdemokratie introduceert een integratiemodel voor de uiteengevallen samenleving. „JeZelf zijn in verbondenheid" is daarbij het uitgangspunt. Het leidt tot zelfbeschikking van mondige burgers die niet alleen hun eigen „heil" nastreven, maar ook bereid zijn in de samenleving een actieve rol te vervullen. Daartoe trekken zij beslissingsbevoegdheid naar zich toe. De huidige maatschappij als collectieve vervreemding, verdoving en verslaving voert immers direct naar de ondergang. De oplossing voor de huidige crisis is de vervanging van het systeem van „zwevende demokratie" door een van directe demokratie, een lappendeken van regionale gemeenschappen. Degenen die tot de basisdemokratie toetreden, hebben de stress en de pijn van de ontworteling vaak aan den lijve ondergaan. Daarom komt de motivatie tot transformatie van binnenuit. De meeste mensen zitten echter nog in de illusie van de vooruitgang of in het rouwproces als gevolg van het afbrokkelen van de welvaart. De gemeenschapsdemokratie is er om de laatsten uit de droom te helpen. Om gezamenlijk een eind te maken aan de gruwel van onwetendheid, zelfbetrokkenheid en onverschilligheid. Door kennis van de geschiedenis van de westerse ONTREDDERING hebben wij inzicht in de achtergronden van de cultuur en de mechanismen die tot de huidige crisis hebben geleid. Terwijl wij met Het Grote Leerproces een innerlijke en uiterlijke scholingsweg in handen hebben, die uitkomst kan bieden. Voor de gehele westerse wereld is nu de tijd rijp.

Rapporteur Bucci namens de Raad van Europa (...): „In Nederland verdelen de landelijke partijen de burgemeestersposten, hetgeen in strijd is met de principes van lokale demokratie". Verandert dit niet, zo bevestigt hij, „dan zijn deze bestuurders niet meer welkom in het Congres van Lokale en Regionale Autoriteiten (CLRA), een instelling van de Raad". Nederland een vooruitstrevend land?

59. De individuele weg naar Zelfsoevereiniteit en wijkzelfbestuur werd boven reeds geschilderd. Vanuit het perspectief van de samenleving kan er het volgende over gezegd worden. Ten eerste wordt door wijkzelfbestuur de basis van gemeenschap gelegd, waarbij we de waarden van het individualisme, jezelf-zijn, laten samengaan met het andere vitale gegeven der menselijke existentie: verbondenheid. „JeZelf-zijn in verbondenheid" is daarom het kernmotto van de Zelfsoevereiniteit. Ongelooflijke dingen kunnen hierdoor in gang gezet worden, dingen waarvan je voordien alleen maar kon dromen. Vrijheid leidt naar een nieuwe identiteit, een waarin verantwoordelijkheid voor wie je bent, waar je voor staat en wat je kunt doen centraal staat. Incidenteel gebeurt het in ieders leven wel eens. Het feit dat je iets kunt bewerkstelligen, schept automatisch de verplichting het ook te doen. Niet op een obscessieve manier, zoals het technologische „wat kan moet ook", maar gevoeld als een morele daad. Wanneer nu het individu, het gezin, de straat en de wijk Zelfsoevereiniteit in praktijk brengen volgens het motto: „vraag niet wat de gemeente voor jou kunt doen, maar wat jouw straat voor de gemeente kan doen", dan is de kiem voor de nieuwe samenleving gelegd. Hetgeen als eerste consequenties voor de bestuurlijke organisatie heeft. Individuen kiezen daarbij hun straatoudsten, die op hun beurt samen de wijkraad uitmaken. De wijkoudsten vormen het gemeentebestuur, dat uit hun midden de burgermeester kiest. Verschillende burgermeesters tesamen vormen de provincieraad, die hun eigen commissaris kiezen. De commissarissen vormen tesamen de Regioraad, met een gekozen Regioleider. De Regioleiders vertegenwoordigen vervolgens hun Regio’s - naar schatting zullen dit er ongeveer negentig zijn - in de Rijksraad. De Rijksraad tenslotte kiest (...) de keizer van het „Europese Rijk der Autonome Regio’s".

Newrope – Neuropa - Nourope

60. Met de wijk als functionele eenheid verandert de gehele samenleving „op slag". In plaats van de losse structuur van nu, is het een weefsel met de meest veelsoortige interacties geworden. Als iedereen naar vermogen bijdraagt, worden vele activiteiten, die nu door „hogere autoriteiten" gedaan worden teruggebracht naar de basis. Het geklaag van de eersten over hun „zorgen" is hypocriet. Zij hebben deze zorgen maar al te graag. Deze zijn immers het excuus voor de macht. De eerste zorg die hun echter afgenomen kan worden is die van de werkgelegenheid. In een stelsel, gebaseerd op zelf- en wederzijdse hulp groeien en bloeien alle mogelijke vormen van werk en dienstbaarheid. Veel van de diensten die nu van buitenaf - met hoge kosten - binnengehaald moeten worden - denk bijvoorbeeld aan zieken- en thuiszorg, bejaardenzorg, jeugdzorg, groenbeheer, de verschillende vormen van onderhoud, milieudienst, schoonmaak- en vuilophaaldienst - worden nu door de bewoners zelf gedaan. En niet alleen dat. Nieuwe activiteiten worden ontplooid als bijvoorbeeld De Nieuwe Gezondheidszorg met de wijkzelfzorgconsulent, activiteiten rond de nieuwe spirituele centra, de nieuwe stijl scholen, huisbezoek, klussendienst, vrijwillige hulp in de huishouding, activiteiten van de Jeugdbeweging, ecologische land- en tuinbouw in de gemeente met eigen compostverwerking, distributie van diensten en goederen, participatie van senioren in het wel en wee van de gemeenschap. Ieder heeft de gelegenheid op zijn of haar wijze bij te dragen tot het algemeen welzijn. waarbij de gemeenschap - en dat is belangrijk - zelf kan beslissen over de vormen van wederdienst en vergoeding. Uitwisseling van diensten, ruilhandel en bijvoorbeeld micro-spaarsystemen (LET) kunnen het „grote" geldverkeer voor een deel vervangen. Dat betekent niet alleen, dat de wijk (en daarmee de gemeente etc.) meer zelfvoorzienend wordt, maar ook dat de druk van de werkgelegenheid voor de samenleving als geheel aanzienlijk is teruggebracht.

61. De hoge collectieve lasten, waardoor de verzorgingsstaat wankelt op zijn grondvesten, worden zo op een natuurlijke manier gereduceerd. De belangrijkste reden waarom arme landen (Azië) zo „concurrerend" zijn, is hun (gedeeltelijk) intacte samenlevingsstructuur. Hun lonen zijn niet zo opgeschroefd als hier, omdat, naast natuurlijk het (veel) lagere consumptieniveau, het systeem van wederzijdse hulp nog werkt. Kinderen doen wat voor moeder, moeder voor tante, opa voor de kinderen, vader iets voor de buurman etc. Door het herstel van de wijk als de basis van de samenleving, wordt een vergelijkbare structuur geschapen, te vergelijken met hoe het bij ons was in de Middeleeuwen. Het is niet ondenkbaar, dat in een zulke structuur basisvoorzieningen als gezondheid en onderwijs gratis zullen zijn. Met het nieuwe élan van de Zelfsoevereiniteit is immers alles mogelijk. Waar wij naar vermogen zelfvoorzienend zijn, spreekt het vanzelf, dat de „taken van de overheid" overeenkomstig zullen verminderen. Hetgeen niet alleen minder bemoeienis, maar ook minder belastingdruk betekent. Alleen voor die zaken die aan de Regio en het Rijk worden gedelegeerd kan belasting worden geint. Hoe meer wij dus zelf doen, des te vrijer dat wij zullen zijn. Overigens is er in onze nieuwe opzet weinig behoefte meer aan de huidige politieke partijen. Als pure belangenorganisaties hebben zij met een ware demokratie als de onze weinig meer van doen. Volksvertegenwoordigers waren zij allang niet meer. Indien zij dit wensen kunnen zij als organisatie echter voortbestaan. Zij moeten voor hun belang dan lobbyen bij de soevereine demokratische instituties als de wijk, de gemeente, de provincie en de Regio. Het spreekt vanzelf, dat ook wetenschap, technologie en het bedrijfsleven (WTK-complex) de gevolgen van de ommekeer aan den lijve zullen ondervinden. Zij die de regionale belangen weten te behartigen zullen daarbij overleven. Hun leiders - de „captains of industry" - nu nog schimmige figuren, die hun zaakjes het liefst achter gesloten deuren regelen, zullen dan, als volwaardige leden van de gemeenschap naar buiten moeten komen om hun maatschappelijke taak en verantwoordelijkheid - gecontroleerd door diezelfde gemeenschap - in alle openheid op zich te nemen. Daarmee kan dan het roofriddertijdperk eindelijk worden afgesloten. Met de Oorspronkelijke Traditie, de Nieuwe Gezondheidszorg, de Europese Jeugdbeweging, de Ecologische Landbouw en het Wijkzelfbestuur als basis, kan nu het „Nieuwe Rijk" in brede kring bekendgemaakt worden.

terug.gif (769 bytes)

© 1999 Copyright by Han M. Stiekema
Last Update: 02/07/05