Hoofdstuk 2.3

HEMEL OP AARDE

- opgedragen aan de aarde -

INHOUD

VOORWOORD

BOEK 1 REALISATIE
INLEIDING
1.1 LEVEND ZEN
1.2 LIED VAN VOL-LEDIGHEID
1.3 MEISTER ECKHART HIER EN NU

BOEK 2 VERNIEUWING
INLEIDING
2.1 DE BOODSCHAP
2.2 l’ORIGINALI
2.3 HEMEL OP AARDE

BOEK 3 INTEGRATIE
INLEIDING
3.1 STROOMSYSTEEM EN OPTIMALE VITALITEIT
3.2 GIDS VOOR ZELFINTEGRATIE
3.3 HEEL HET LEVEN
DE EENHEID MET JEZELF

BOEK 4 ACTIE
INLEIDING
4.1 ONTWAAKT!
4.2 HET GROTE LEERPROCES
4.3 HET LICHTENDE MIDDEN

koe in de wei
een glimlach

gans met jongen
vreugde

kroos in de sloot
schateren

blik in mijzelf
kom niet meer bij

 

zie de onbewogen schoonheid
de waterlelie die zich zonder woorden
aan mij schenkt
die diepe tederheid om mij heen

hoor de wind genodigd door het riet
de grond verrast mij met de geur van koevla
wat zijn mijn stappen licht
in dit klein moment van eeuwigheid

ik buig mij voor de vissen hier
alles valt nu op zijn plaats
het gras dat zichzelf in mij herinnert
een nieuwe aarde die de hemel is

 

de rusttoestand van
het universum
een glimlach

de zachte kracht die
bloei geeft
aan het leven

dezelfde stilte die
mensen en eenden
doen kwekken

 

holle knotwilgen
zwangere herfstlucht over
het kilnatte land

kopjes op klotsend water
rood stoplicht bij
neergaande ophaalbrug

druilerige regen
talloze witte zwanen in
schemergroene wei

 

mistige ochtend
kale bomen
eenden kwaken in de gracht

weinig verkeer
koude tenen
al fietsend door de stad

koffiegeur
dreunende muziek
kletsende mensen in het café

voetzolen
minimale adem
overal die wonderbaarlijke stilte

De doorzichtigheid van het bestaan.

 

langs het koperbeslagen dak
ik zie
de winterse takken boven
gevleugelde
waterrimpels in de gracht

langs hetzelfde dak omhoog
drukkend grijze wolken
de gevels geregen als
een kralensnoer

om mij heen geroezemoes van
mensen aan de lunch
prettig is de wereld zo

Het buitengewone gewone leven.

 

het ruisen van de zwijgende zee
warme wind uit het oosten
duintoppen tegen klaarhelder blauw
vlierbloesem zonovergoten

Het spreekt vanzelf.

 

tedere bries
blauw licht op de golven
in mij

vanuit mijn handen
kijk ik naar de golven
handen en golven

plotseling
is alles zien
het geluid van de golven

ik weerspiegel
het spel der golven
zo vredig

luisterend naar de golven
opeens
de doorzichtigheid

de verrukking
van de dansende golven
niets beweegt

tedere schoonheid
van mijn grenzeloos hart
golven komen en gaan

 

opeens
de hemel die openbreekt
en de aarde valt onverwacht
in mijn schoot

als door een onzichtbare
poort slipte ik binnen
in de zegening van
het Eeuwige Moment

de geborgenheid die
geen grenzen kent
ik opgelost in
de naakte Oorsprong

overstelpende vreugde in
wat ik zie en weet
dit is mijn lichaam
duinen, lucht en bomen

 

de natuur- alles is
uit Mij voortgekomen
toch heb ik haar
niet voortgebracht

Ik omgeef en doordring
haar vol en innig
toch is zij
ook haar eigen wereld

in vervoering
brengt zij mij
zij is als een kind
in de armen van mijn stilte

als de Ene Werkelijkheid
alle werelden openbreekt valt
alles samen

er rest nog slechts
één doorzichtige helderheid
de bodemloze grond

Het enige houvast is ongrijpbaar.

 

in de heldere doorzichtigheid van
het Niets komt alles tot bloei

voel ik mijn lijf dan
wordt alles om mij heen tastbaar

in mijn aanrakingen
speelt Het voortdurend met zichzelf

sinds ik tot leven ben gewekt
is Zijn tuin mijn tuin

mijn lijf, de oleanders, de kale bergen
de hete zon, de groene sla, mijn vriendelijke

gastheer en in de verte de zee
alles is deel van dit ene grote leven

Het Onuitsprekelijke is verborgen in de
zinnelijkheid van de genieting.

 

HERFST

de herfst heeft in mij
haar hart gevonden
en treurt

de stille gelatenheid
van de struiken
heeft mij bewogen

de bladeren die
hun glans verloren
troosten elkaar in de aarde

en de zon in
zijn roestigwarme gloed
neemt afscheid

ach
alles rondom sterft
in Mij

 

WINTER

thuisgekomen
loop ik
niet van deze wereld
in de pracht die Ikzelf ben

de toppen van al die
wintergroene dennen
tegen de blauwkoele lucht

door godsdronken
vreugde bevangen weet
ik niet meer wat
te doen

 

VOORJAAR

hoe onuitsprekelijk
volmaakt is dit
grenzeloze moment

de warme voorjaarszon
zo ongelooflijk
behaaglijk

en ai nu
ik plotseling daar
deze bloesem zie
is alles overstegen

zie ik ben
de essentie van de
bakstenen naast mij

hoe onvoorstelbaar
nieuw rusten de
handen in mijn schoot

de stilte die
Ik Ben
fluistert Zichzelf in
de dingen om mij heen

 

ZOMER

met mijn voeten in
de zomerzachte aarde
is alles
een helder mysterie

ik betover de
bomen met mijn stilte
nooit lachten zij
mij zo tegemoet

de bomen zijn
net als mijn lopen
zuivere gebaren uit
dezelfde Bron

zonder Mij
geen lopen noch bomen
Ik Ben degene die
overal achter zit

ik geheel en al
doorzichtig
het hele bestaan
een glimlach

 

ik bezie de schepping met
Zijn oog
wat moet Het wel niet genieten

zijn glans is in alles wat
gezien wordt

in mijn doorzichtigheid straalt
alles vanuit het Niets

zie nu deze dotter in haar
geelwarme gloed
hoe zij mij toelacht!

De dotters, koekoeksbloemen, het
kroos in de sloot en ik in het
licht van éénzelfde werkelijkheid.
Is dat geen wonder.

 

word je meer jezelf
vallen alle definities weg

je heldere aanwezigheid
heeft zelf geen substantie

in jou is Het
onzichtbaar tegenwoordig

teruggetreden in het Onkenbare
ligt de wereld
opnieuw voor je open

het zichtbare bloeit als
nooit tevoren door je onzichtbare
aanwezigheid

Alles - het gras, de bloemen, de bomen,
de wolken, de zee en de mensen op straat -
alles is de vreugde van jouw tegenwoordigheid.

 

levende stilte
zoete gloed van minne

alles samengevallen tot het Ene
zo gelijkmatig

alles rondom erin versmolten
niets dat erin doordringen kan
vreugde

onverstoorbaar open
alomtegenwoordig

De vervulling van je leven
draag je altijd met je mee.

 

plotseling
nectarzoet en o zo
lieflijk
de lichtende schitteringen
zuiverend
door mijn lijf

het lichaam zwaar
en ik
zo helderlicht
het teruggevend
van waar het kwam
aan de aarde

vrijgemaakt
door haar omarming
saamgesmolten
ben ik overal
deel van
het gras liefkozend

samen met de bomen dansen
dronken met het water van de beek

uitgenodigd door het dal
hopsend naar beneden lopen

lichaam in lichaam vieren
handen in aanbidding bij elkaar

de schepping in Mijzelf ontmoeten
en uit laten gaan!

De Oergrond is weg van ZichZelf.

 

alles is overvloed
klaar ben ik te ontvangen

rijkdom is er voor degene
die zichzelf niet kent

alles is leegte
te bevatten hoeft er niets

jasmijngeuren komen binnen als
vleugjes van mijn ziel

Ben je niets ben je alles.

 

voortdurend zie ik alles
voor de eerste keer

vreugde geeft het
voelen van wat dan ook

ik sta verwonderd stil bij
dingen die ik al ken

het diepst ben ik getroffen
door 'k weet niet wat

Hoe dieper iets tot je door-
dringt hoe minder indruk het
maakt.

 

lopende in mijn voetzolen
kom ik er achter

mijn lichaam valt van mij af
als een bruidskleed

in de oneindige frisheid van
het onzichtbare opgenomen
komt alles direct tot mij

wat een eindeloos verwonderen
zonder onderscheid is alles
door de stilte bewogen

Die ene snaar van bewust-zijn
brengt mij tot Zijn eindeloze
melodie.

 

breekt de helderheid in mij door
in hetzelfde ogenblik
maakt een gelukzalige levendigheid
zich van mij meester

in de doorzichtigheid
zijn alle kleuren op hun mooist
overal bloeien de papavers
in de verte zingt een leeuwerik

Ik ben in alles en alles is in Mij.

 

ogen geloken met
de levendig vrije
spanning van vlindervleugels
geef ik mij terug vanwaar
ik kwam

ai in datzelfde moment
ben ik
midden in het Hart
van daaruit
scheurt de voorhang

met mij zijn
alle hindernissen opgelost in
frisse helderheid
tijdeloos aanwezig vanuit
het grenzeloze Niets

 

het verborgene
glinstert
in de dauwdropjes
onder de ochtendzon
wat een fris ontwaken

het onuitsprekelijke
bloeit
in de tere pracht
van de voorjaarsbloesem
wat een blije vreugde

het stil aanwezige
roert zich
in de plassende golfjes
van de waterkant
hoe oneindig speels is Het

zie
het alles doordringende
dansen
in de vlinders
langs de bomenrij
wat een verrukkelijk aanschouwen

zie
het eeuwig onbegrensde
dat
zichzelf zoekt in mij
invloeiend
ben ik in Het en alles

Zie!

 

miljarden levens in
enkelvoudigheid

tonnen stenen zo
licht als een veertje

zonnestralen
verbleekt door het licht

eigenwijzigheid
de grootste domheid

het is allemaal net
even anders

normaal staat de wereld
op zijn kop

 

het geheim van het bestaan
ligt in haar oplossing

onkenbaarheid
de grondslag van het weten

niets bloeit zozeer als
door de leegte

vanuit de stilte
dansen de bladeren speels
in de wind

Ik ben slechts één van de
ontelbare uitdrukkingen van
Mijzelf.

 

opgehangen aan slechts een
enkele gedachte
wat een schamel leven
leidt je geest

steeds weer gaan van
hier naar daar
komt er aan je onrust
ooit een einde

gevangen in de
kringloop van vermoeidheid
is je lijden
nog niet genoeg geweest

bedrukt door alles
wat je buitensluit
wanneer wordt de vreugde
werkelijk je deel

als om het weten
slechts een glimp voldoende is
waarom niet
openstellen voor het nu

De vreugde van het hiernu is
groter dan alle ervaringen bij
elkaar.

 

wat smaakt deze wijn bijzonder
de rijst die precies goed viel

wat is deze frisse wind mij welkom
mijn stilte die wel vaart bij dit lawaai

mensen die het gezellig hebben om mij heen
bloesemgeur die al mijn zinnen opent
dit bitsige antwoord net wat ik nodig had

en met de voeten op de grond
blijft mijn geest ononderbroken helder

zo gunstig als het leven mij gezind is
let op dronkaard straks val je nog!

Je hart openen zonder onderscheid.

 

ik ben het gras aan mijn voeten
evenals het vuile water in de sloot
de naar de zon gerichte bloesem van de vlier
evenals de zon
zowel de eenden ruziemakend met elkaar
als de ruzie
de bermtoeristen luid lallend aan de
waterkant evenals de waterkant
zo ben ik ook het rijtje bomen
het ruisen zowel als de avondbries
evenzeer als de sluis van massief beton
deel van mij is

Alle vreugden alle leed ben ik.
Steeds temidden van al wat is.

 

bloemen
in groene gras
weide langs de sloot

ruisende stilte
bloesem aan de boom
ai alom

bladeren
boven het water
in blauwgroene waas

zoetgele geur
struikbloemen
overal langs de laan

bomen in vallend duister
geroep der uilen
in de nacht

Terug

 © 1995 Copyright Han Marie Stiekema. Alle rechten voorbehouden.
Last revising: 12/09/04