Hoofdstuk 7
Herstel
INHOUD

1
Introductie

2
Geboorte

3
Groei

4
Bloei

5
Verval

6
Opleving

7
Herstel
De Oorspronkelijke

Traditie

De „Heilige Alliantie"
Wereld Spirituele

Gemeenschap

Appendix

8
Epiloog

 

De Oorspronkelijke Traditie
(Existentieel Humanisme)

1. Een cultuur met „hebben" als gemeenschappelijke noemer is gedoemd ten onder te gaan. Immers, hebben is slechts een surrogaat, een compensatie voor het gemis aan Zijn. Terwijl om ons heen de symptomen van de ontbinding steeds duidelijker worden, ontspringt er in haar centrum „een nieuwe lente". Steeds meer mensen verlangen naar een basis in hun leven, de eenheid in de verscheidenheid. Zij begrijpen, dat de wereld op zijn kop staat. De gevolgen van de diktatuur van wetenschap, technologie en economie (WTK-complex) wordt immers steeds duidelijker: een gelijkgeschakelde, verslaafde, gedesorienteerde mensheid temidden van een onttakelde natuur. Hoe vinden we die „eenheid in verscheidenheid", het fundament van een nieuwe cultuur. Hoe kunnen we in korte tijd onze toekomst en die van onze kinderen veilig stellen? Om de dolgedraaide wereld weer op zijn pootjes te laten terechtkomen, heb ik het 3-stappenplan ontwikkeld. Het is het herstel van prioriteiten. Deze zijn in volgorde van belangrijkheid: een gemeenschappelijke spirituele basis, een „universeel" politiek bestel en een duurzaam eco-economisch systeem. Een bestel wel te verstaan, waarin de politiek voortkomt uit de spiritualiteit en de economie uit de politiek. Aangezien de twee laatste reeds uitvoerig aan de orde zijn gekomen1 beperken wij ons hier tot de Kern van de zaak: spiritualiteit als basis van onze Westerse cultuur.

1) Zie HMS „Het Koninkrijk van Hemel en aarde".

2. Wij hebben een hoopvolle boodschap voor U. Die gemeenschappelijk existentiële basis hoeft niet gezocht te worden, zij is er reeds. Alles en iedereen heeft immers deel aan de Werkelijkheid, ook al beseft dat lang niet iedereen (nog). Wij allen maken deel uit van twee „parallelle" werkelijkheden: onze geest heeft zijn thuis in de Grote Geest (Universele Bewustzijn: „Hemel") en met ons lichaam zijn wij deel van de natuur (aarde), Zijn zichtbare manifestatie. Wij maken het leven niet, wij maken er deel van uit. Daarom is het leven het vieren van de eenheid die er reeds is. Er zijn daarbij twee „opties": je openstellen in voortdurende overgave aan het grote Geheel of je - door identificatie met je kleine ik - van het Leven afkeren. Deel je in de overvloed van het Zijn, of heb je jezelf veroordeeld tot de armoede van het hebben, dat is de grote vraag hier. Spiritualiteit is dus geen zoektocht - geen „samen op weg" - maar het openstellen voor de rijkdom van het Oneindige, waar we van alle eeuwigheid reeds deel van uitmaken. Alles en iedereen maakt deel uit van deze tweevoudige oorsprong - „Hemel" en aarde - niets of niemand uitgezonderd. Ook dieren, planten, rotsen, bergen, rivieren, oceanen en wolken zijn Er in ingebed. Alles komt Er in hetzelfde Moment voortdurend uit voort en keert Er in terug. Het is de universele Matrix van alle leven.

3. „Hemel en aarde" als de tweevoudige HierNu werkelijkheid van al-wat-leeft, heeft zijn traditie vanaf het allereerste begin van de mensheid. In de prehistorie beleefd als oceanische eenheid, vanaf de agrarische revolutie (10.000 BCE) als „kosmisch huwelijk" - hieros gamos - opgevat en vervolgens als de „parallelle werkelijkheid" (de natuur als „God’s lichaam") bij de Inheemse Volken, het Chinese Universalisme, de Japanse natuurgodsdienst (Shinto) en als ondergrondse stroming in de Europese cultuur - natuurfilosofie, alchemie - is het de existentiële basis, de gemeenschappelijke noemer van de cultuur van alle tijden. Ik heb het daarom existentieel humanisme of "Oorspronkelijke Traditie" genoemd. Tegen de achtergrond van voortschrijdende versnippering, sectarisme, fundamentalisme, zinloosheid en geweld, komt een inclusief model als de Oorspronkelijke Traditie dus precies op het goede moment. In een tijd, dat met name de Europese cultuur opnieuw gedefinieerd gaat worden, kon het niet beter uitvallen. Het Existentieel Humanisme kan dan zijn „rechtmatige" plaats als de drager van de cultuur innemen. Iedereen - ongeacht afkomst, cultuur of religie - kan zich erin herkennen. De werkelijkheid is immers zoals hij is, een feit dat niet ontkend kan worden. Iedereen maakt deel uit van „Hemel en aarde", of je het wil of niet. De Werkelijkheid heeft geen geloofsysteem of dogma’s nodig, wat je slechts hoeft te doen, is je ervoor open te stellen. En de paradox is dit: heb je eenmaal de eenheid, de gemeenschappelijke noemer ontdekt, wordt de verscheidenheid iets dat het leven alleen maar extra kleur geeft, het wordt de lust van je leven. Wat een wonder al die verschillende mensen, dieren en planten. In plaats van dat „het andere" nu wordt buitengesloten, wordt die oneindige variatie juist verwelkomd als de oneindig rijke manifestatie van hetzelfde Grote Leven. Een constante bron van onbegrip, discriminatie en conflict is daardoor weggenomen. Het is als de schepping zelf: de verscheidenheid als loflied op de Eenheid. Zou het nu dus eindelijk bewaarheid moge worden: Al-wat-leeft als broeders en zusters in het licht van eenzelfde Werkelijkheid?

Existentieel Humanisme: De mens geworteld in "Hemel", aarde
en de gemeenschap

4. De Oorspronkelijke Traditie/het Existentieel Humanisme is open, inclusief, tolerant, vernieuwend en demokratisch. De kern wordt als „jeZelf-zijn in verbondenheid" geformuleerd. Het is de gelijktijdige opening naar de vertikale (het ware Zelf, de „Hemel") en de horizontale dimensie (aarde) van het leven. Voortdurende afstemming op de tweevoudige Werkelijkheid is daarom de basis van de spirituele praktijk. Deze wordt mogelijk gemaakt door een diep verlangen naar eenwording, met een mantra, een innerlijke fluistering als instrument, zoals bijvoorbeeld „deel van het Geheel". Tegelijkertijd gecombineerd met de „horizontale" afstemming op het lichaam en zijn contact met de directe omgeving. Alleen gelijken kunnen één worden. Subtiele afstemming is nodig om met het Geheel te kunnen „klikken". Wanneer die gelijkgestemdheid met het Uiteindelijke wordt gerealiseerd, breekt Het plotseling spontaan in je door. Het is als bij liefde, die plotseling meerdere dimensies krijgt of resonantie, waarbij twee gelijke golflengten elkaar versterken, dusdanig, dat alle barrieres doorbroken worden. Jezelf overstijgen doe je dus, wanneer je je weet in te passen (...). Geef je jezelf - je ik-gerichte strevingen - op, dan valt alles je „honderdvoudig" toe. Naast vreugde, inzicht en kracht wordt tegelijkertijd je verbondenheid met je omgeving hersteld. Enerzijds door de afstemming via je lichaam, anderzijds door het leven in, naar en vanuit je Essentie. Die Essentie is immers niet (alleen) persoonlijk, maar de grond van alle bestaan. Vandaar dat al-wat-leeft in Essentie identiek is. Al-wat-leeft is „een kind van God".

5. Het afgesneden-zijn van „Hemel en aarde" is de oorzaak van alle lijden - vervreemding en isolatie - de situatie, waarin het gros der mensen zich in bevindt. Met het herstel van de eenheid met zowel de vertikale als de horizontale dimensie is er aan je lijden een eind gekomen. Je hebt de context gevonden, van waaruit je ononderbroken leeft. Desorientatie, zinloosheid, onwetendheid, zelfbetrokkenheid en onverschilligheid zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. Vrijheid blijkt niet voor het zelf, maar van het zelf te zijn, het is het bevrijd-zijn van alle ik-gerichtheid. In het je openstellen voor „Hemel en aarde", krijg je bovendien „bovennatuurlijke gaven" geschonken als een helder inzicht, een grote intuitie, visie, creativiteit, ontvankelijkheid en mededogen. Zij zijn je gidsen in het dagelijks leven. Met hun hulp ga je je leven anders inrichten. Je ontdoet je van het overtollige - alle dingen die de doorzichtigheid van het Zijn vertroebelen - dusdanig, dat je het leven weer kunt overzien. Zodat er in plaats van het constante energielek juist een meerwaarde aan energie ontstaat. Een meditatief leven - het via je geest en lichaam voortdurend afgestemd-zijn - samen met natuurverbondenheid en een gezonde leefstijl vormen daarbij de basisvoorwaarden. Het geeft je niet alleen vreugde en levenslust, maar ook gezondheid en vitaliteit, sensitiviteit en verbondenheid. Terwijl je met je inzet om de aarde te redden, je het leven teruggeeft wat het jou heeft geschonken. Velen zijn echter geroepen, doch weinigen uitverkoren. Terwijl van de meesten verwacht mag worden dat zij tenminste de basisprincipes begrijpen en respecteren, zijn sommigen geroepen tot een waar spiritueel leven. Als je openstaat weet je, dat er aan je „getrokken wordt". Daarom heet het ook, dat je „God niet hoeft te zoeken, Hij zoekt jou". Het leven keert onophoudelijk terug in de Bron. Als je daarin mee weet te gaan, zul je die Bron zeker vinden. Dat de Bron zich over jou mag ontfermen, zo helpe je de Bron.

6. Vanuit de concrete ervaring wordt de Werkelijkheid „opnieuw" gedefinieerd. Zij blijkt nog het beste met de Engelse term BodyMind omschreven te kunnen worden. Het Goddelijke heeft de natuur permanent aan Zijn zijde. De natuur komt zonder actieve scheppingsdaad uit de Eerste voort („wu wei"). Dat gaat volgens het proces van sprongsgewijze geleidelijkheid. Als een kritische grens wordt bereikt, vindt er een plotselinge „emanatie" plaats, de geboorte van het zichtbare. Het zichtbare komt er ononderbroken uit voort, en keert er in hetzelfde Moment in terug. In de eeuwigheid is geen tijd, alles valt daar samen in een transcendent Moment. De natuur, van eeuwigheid „voortkomende" uit het Uiteindelijke, is daarom de „eeuwige" compagnon van het Onzichtbare, zij is „Gods lichaam". Het eerste „loopt" permanent parallel aan het tweede. In deze parallelliteit zijn wij ingeschakeld, als mikro-kosmos in de makro-kosmos. Onze lichaam-geest is permanent ingeschakeld in de God-natuur, de grote BodyMind. Kijkend naar de natuur en (via je lichaam) er tegelijkertijd deel van zijn, is exact dezelfde wijze waarop „God voelend gewaar" is. Het is een paradox: Hij (Het) kijkt naar Zijn schepping als naar het andere, Hij staat er dus los van, terwijl deze tegelijkertijd deel van Hem is. Zo zijn wij op tweevoudige wijze een met God. Leven naar, in en vanuit het tweevoudig-geworteld-zijn is een vorm van spiritualiteit, die ieder - zonder uitzondering - in praktijk kan brengen. Zij bestaat in het voortdurend afgestemd zijn op je diepste Zelf - via de innerlijke fluistering „deel van het Geheel" - met gelijktijdige beoefening van voelend lichaamscontakt met je directe omgeving.

7. Als je staat of loopt, voel je voetzolen, als je zit ben je open voor de gewaarwordingen van het contakt van je achterwerk met de stoel, terwijl als je ligt je je rug voelt. Je concentreert je niet (dat kost alleen maar moeite en inspanning), maar je beoefent de open ontvangende genietende (vrouwelijke) vorm van aandacht. Kijken en voelen, voelen en kijken („voelend gewaarzijn") is waar het hier om gaat. Tegelijkertijd fluister je met elke inademing zachtjes voor jezelf „Deel", terwijl gedurende de uitademing „van het" en in de rust van het omslagpunt van de uitademing „Geheel" wordt herhaald. Dit gaat voortdurend gepaard met het diepe verlangen jeZelf te willen (mogen) zijn. Dit voortdurend beoefenen van het „tweevoudig geworteld-zijn" is de kern van De Oorspronkelijke Traditie, de kosmische natuurreligie. Beoefen je dit voortdurend en in alle dagelijkse situaties, dan wordt het je eerste natuur. Hoe een simpel iets je leven totaal kan veranderen! Wat je kunt weten als de „lichtheid van het bestaan" in je doorbreekt. Gelijktijdige verdieping en verbondenheid, de Verwerkelijking van zowel het vertikale als het horizontale, daar gaat het om. „JeZelf-zijn in verbondenheid". Hemel en aarde komen bij elkaar in het Hart, het Midden, het „voelend gewaarzijn", de Ruimte achter jezelf. Je blijkt de Ruimte van jezelf te zijn. Dezelfde Ruimte die - bevrijd van de opgeslotenheid in het kleine zelf - vervolgens „een stap terug doet", op zijn plaats valt, thuiskomt, samenvalt met het lichaam, waardoor dit laatste (weer) transparant, in balans, natuurlijk en spontaan, in harmonie met zijn omgeving functioneert. Het lichaam dat ingebed is, samengevallen met een onzichtbaar Fluïdum, waardoor alle bewegingen tot oergebaar zijn getransformeerd. Je leeft nu vanuit je Essentie, dat de Essentie van al-wat-leeft blijkt te zijn. Niet jij, „maar Het leeft nu in jou". Alles, de bomen, de vogels, de wolken, het gras en de rotsen zijn deel van „jouw" ruimte geworden. Zodat je alles liefhebt als „jezelf". Je mantra is dan meestal (sterk) vereenvoudigd, bijvoorbeeld fluistert Het alleen nog „Diepte" in je, of is zelfs geheel weggevallen. Vreugde, lichtheid en mededogen stromen in je over naar je omgeving. Na kortere of langere tijd deel je onbaatzuchtig al je inzicht, liefde en kracht. Dat wat je van „Hemel en aarde" hebt ontvangen, geef je terug aan iedereen en alles die jouw hulp nodig heeft. Het redden van al-wat-leeft, de aarde lijkt de logische prioriteit. Ben je een geroepene, iemand die zijn of haar gehele leven in dienst wil stellen van „Hemel en aarde", dan zul je mogelijk verdere training behoeven17 . Zie hiervoor Han Marie Stiekema „HMS Meditaties".

Het Existentiële Humanisme weerspiegelt de basis van het leven

8. En als je dan ‘s avonds op je bed ligt en net als ik jezelf ontspant, je lichaam voelt in contakt met het matras, je ogen sluit en helder gewaarbent, dan ervaar je precies wat ik bedoel. Helderheid blijkt ingebed in de context van gevoel, het is de ongedeelde kwaliteit van „voelend gewaarzijn", de „lichaam-geest" waarvanuit je bent. Je hoeft nu nergens meer naartoe, noch hoef je jeZelf meer te zoeken, noch jezelf aan Iets over te geven. In de Realisatie van de Ruimte die jeZelf Bent, Ben je eenvoudigweg. Alles Is zoals Het Is. Hier blijkt hoe spirituele ambitie - alle (vooruit)willen, verlangen, manipuleren of veranderen - de volmaaktheid van het Moment alleen maar verstoort. Alleen het Moment is de opening naar het volgende Moment.

9. De ontwikkelingsweg van „Hemel en aarde" is hierbij tot een (voorlopig) einde gekomen. Het begon met de mens die deel was van de sakrale wereld. Er was geen verschil tussen hem en de omgeving, binnen en buiten waren eenzelfde beleving. De mens was zelf nog niets, nog niet onderscheiden of afgesplitst, dus kon hij „er ook niet tussen zitten". Alles speelde zich af in dezelfde ruimte, zonder onderscheid tussen zichzelf en de natuur. Hij was het verlengde van de natuur, de natuur was zijn verlengde, beide deel van een grote samenhang. In de volgende fase groeide het besef omtrent „Hemel en aarde" als twee verschillende dimensies. In vele oorsprongsmythen wordt beschreven hoe zij „uit elkaar werden gehaald" om de mens ruimte te geven. Waren zij in het begin vooral „sferen", al gauw werd de hemel met het Transcendente geassocieerd. De hemelgod huist dan in hoger sferen, terwijl de aarde toebehoort aan de Godin samen met vegetatiegoden en -godinnen. Soms blijven de goden hun androgyne karakter behouden, bijvoorbeeld „God de Ouder" - Oya - in de Japanse religies. In andere culturen gaan de eens gescheiden goden een „sakraal huwelijk" (hiëros gamos) aan. De hemelgod of zijn afgezant bevrucht dan de aarde met zijn regen, waardoor men van vegetatie verzekerd is. In de Bloeiperiode (Tao, Shinto, vele Inheemse Volken) is er een evenwicht tussen „hemel en aarde", terwijl in het Verval de patriarchale godsdiensten - en daarmee de hemelgod, de Transcendentie - de overhand krijgt, soms met vrijwel totale onderdrukking van het aarde-aspect. Het Transcendente bleek echter niet alleen het „Geheel Andere", maar tegelijkertijd het „Meest Innerlijke" (Zelfverwerkelijking) te zijn, een fundamentele doorbraak in de verwoording van spirituele Beleving. Nooit had de mensheid zijn relatie met het Al zo glorierijk weten uit te drukken. Hoe volmaakt ook in ZichZelf, brengt die Weg ons echter nu niet meer verder...De milieucrisis is het levendigste bewijs van de eenzijdigheid van onze cultuur. Zij houdt ons de spiegel van ons innerlijk voor: onze afgescheidenheid, gevoelsarmoede en onverschilligheid. Door zijn obscessie met het „vertikale" heeft de westerse mens de horizontale dimensie - de aarde - vergeten. Waarvoor wij nu de rekening gepresenteerd krijgen. De „oplossing" wordt ons nu aangereikt: wij moeten naar een nieuwe balans tussen „Hemel en aarde".

10. Het „milieu" is dus de „goeroe" van onze tijd. Niet voor niets hebben gewone goeroe’s tegenwoordig aan relevantie ingeboet. Geen enkele gewone goeroe is in staat ons een indringender, completer en helderder beeld van onszelf voor te houden. Buiten is immers binnen. Houdt niet juist het „milieu" ons een spiegel voor...is zij niet de exacte weerspiegeling van onze innerlijke toestand? Alles wat wij „buiten" hebben aangericht, is het gevolg van onze innelijk: het contactverlies met de (tweevoudige) Werkelijkheid, onwetendheid, zelfzucht en onverschilligheid, hebben als het onvermogen tot Zijn, Zelfvervreemding en ik-verslaving, onze gevoelsarmoede (en wat je niet voelt dat raakt je niet) en het blindelings en onmachtig hollen achter het „mega-systeem", de collectieve (zelf)vernietiging. Wat wij hebben aangericht en nog dagelijks aanrichten houdt zij ons op pijnlijke wijze voor. De verslaving zit zo diep, dat zonder pijn de zo noodzakelijke Ommekeer een illusie lijkt. Geen andere goeroe ook, die ons tegelijkertijd dwingend en onontkoombaar wijst wat vervolgens gedaan moet worden: ons weer invoegen in het Geheel. Tweeduizend jaar stond onze blik op „oneindig", gefixeerd op het „hiernamaals", dat wat niet van deze wereld is. Al die tijd hebben wij met (voor) „God" kunnen spelen, Hem voor ons eigen karretje kunnen spannen. Met de aarde lukt dat echter niet meer. Onverbiddellijk krijgen wij alles wat wij tegen haar integriteit ondernemen als een boemerang gepresenteerd. Elke keer als wij tegen de „wetten" van de aarde zondigen, krijgen wij dat onmiddellijk „op ons brood". Was God voor de meeste mensen abstract en theoretisch, de aarde is daarentegen concreet en praktisch. Herstel van het contakt met onsZelf en de werkelijkheid om ons heen, is wat zij ons voorhoudt. De aarde is daarom niet allleen het „voorwerp van onze zorg", maar veeleer onze leermeesteres. Richten wij onszelf op haar, zal zij ons zeker redden uit onze benauwenis.

11. Benadrukking van het Ene, bij uitsluiting van het andere brengt noodzakelijkerwijs een verwrongen werkelijkheid(sbeeld) voort. Het gevaar is het doorschieten naar de andere kant, in dit geval een vorm van groen fundamentalisme dus. Een aantal schrijvers bepleit nu immers een natuurgodsdienst of een nieuw soort pantheïsme, in antwoord op het monotheïsme. Dit is echter een doodlopende weg, aangezien het nu gaat om de synthese, het overstijgen der aanvullende tegenstellingen, op een dusdanige wijze, dat er een nieuw niveau van menselijke evolutie ontstaat. Waar het nu om gaat - zeker ook tegen het licht van de huidige wereldcrisis, onze goeroe - is dat wij tot de Kern der dingen komen. Nu niet, dan nooit meer zo lijkt het. Wij mensen staan dan in twee werelden: met ons lichaam zijn wij deel van de zichtbare wereld, de natuur, terwijl wij gelijktijdig met onze geest deel-zijn van het grote Bewustzijn, het Uiteindelijke. Het kenmerk van de huidige tijd is, dat wij het contakt met deze wortels zijn verloren en geheel op ons kleine ik (psyche) zijn teruggeworpen. Dit vervreemde zelf is „autonoom" geworden en op drift geraakt. Nergens kan het rust vinden, noch heeft zij enig idee van waar het thuishoort. De context is verloren gegaan. Uitsluitend sleutelen aan het zelf, zoals dat in de spiritualiteit, de psychologie en aanverwante gebieden in praktijk wordt gebracht, is daarom slechts symptomatisch. In het terugvinden van de wortels „Hemel en aarde" daarentegen vindt de psyche automatisch zijn "juiste" plaats (terug). Het ironische nu is, dat wij reeds ononderbroken deel zijn van zowel de „Hemel" als de aarde. Het contact is alleen verloren gegaan. Ontworteld-zijn, het verlies van contakt met de (tweevoudige) Werkelijkheid is het lijden van deze tijd. Het herstel van dit contakt is de essentie van De Oorspronkelijke Traditie. Veelal zal pijnlijk zelfbesef: de afgescheidenheid, de vervreemding van jeZelf en het Goddelijke, je lichaam en de natuur, je onderdrukte emoties en de medemens de oorzaak en aanzet zijn van je zoeken. Het verlangen naar „invoeging", opnieuw deel-zijn van, naar oorspronkelijk leven komt daar direct uit voort.

"Het herstel van de eenheid met jeZelf, je lichaam en de natuur, je psyche en medemensen, alles in overgave aan het Uiteindelijke"

HOME

© 1999 Copyright by Han Marie Stiekema
Last update: 11/19/12