koe in de wei
een glimlach
gans met jongen
vreugde
kroos in de sloot
schateren
blik in mijzelf
kom niet meer bij
zie de onbewogen schoonheid
de waterlelie die zich zonder woorden
aan mij schenkt
die diepe tederheid om mij heen
hoor de wind genodigd door het riet
de grond verrast mij met de geur van koevla
wat zijn mijn stappen licht
in dit klein moment van eeuwigheid
ik buig mij voor de vissen hier
alles valt nu op zijn plaats
het gras dat zichzelf in mij herinnert
een nieuwe aarde die de hemel is
de rusttoestand van
het universum
een glimlach
de zachte kracht die
bloei geeft
aan het leven
dezelfde stilte die
mensen en eenden
doen kwekken
holle knotwilgen
zwangere herfstlucht over
het kilnatte land
kopjes op klotsend water
rood stoplicht bij
neergaande ophaalbrug
druilerige regen
talloze witte zwanen in
schemergroene wei
mistige ochtend
kale bomen
eenden kwaken in de gracht
weinig verkeer
koude tenen
al fietsend door de stad
koffiegeur
dreunende muziek
kletsende mensen in het café
voetzolen
minimale adem
overal die wonderbaarlijke stilte
De doorzichtigheid van het bestaan.
langs het koperbeslagen
dak
ik zie
de winterse takken boven
gevleugelde
waterrimpels in de gracht
langs hetzelfde dak omhoog
drukkend grijze wolken
de gevels geregen als
een kralensnoer
om mij heen geroezemoes van
mensen aan de lunch
prettig is de wereld zo
Het buitengewone gewone leven.
het ruisen van de zwijgende
zee
warme wind uit het oosten
duintoppen tegen klaarhelder blauw
vlierbloesem zonovergoten
Het spreekt vanzelf.
tedere bries
blauw licht op de golven
in mij
vanuit mijn handen
kijk ik naar de golven
handen en golven
plotseling
is alles zien
het geluid van de golven
ik weerspiegel
het spel der golven
zo vredig
luisterend naar de golven
opeens
de doorzichtigheid
de verrukking
van de dansende golven
niets beweegt
tedere schoonheid
van mijn grenzeloos hart
golven komen en gaan
opeens
de hemel die openbreekt
en de aarde valt onverwacht
in mijn schoot
als door een onzichtbare
poort slipte ik binnen
in de zegening van
het Eeuwige Moment
de geborgenheid die
geen grenzen kent
ik opgelost in
de naakte Oorsprong
overstelpende vreugde in
wat ik zie en weet
dit is mijn lichaam
duinen, lucht en bomen
de natuur- alles is
uit Mij voortgekomen
toch heb ik haar
niet voortgebracht
Ik omgeef en doordring
haar vol en innig
toch is zij
ook haar eigen wereld
in vervoering
brengt zij mij
zij is als een kind
in de armen van mijn stilte
als de Ene Werkelijkheid
alle werelden openbreekt valt
alles samen
er rest nog slechts
één doorzichtige helderheid
de bodemloze grond
Het enige houvast is ongrijpbaar.
in de heldere
doorzichtigheid van
het Niets komt alles tot bloei
voel ik mijn lijf dan
wordt alles om mij heen tastbaar
in mijn aanrakingen
speelt Het voortdurend met zichzelf
sinds ik tot leven ben gewekt
is Zijn tuin mijn tuin
mijn lijf, de oleanders, de kale bergen
de hete zon, de groene sla, mijn vriendelijke
gastheer en in de verte de zee
alles is deel van dit ene grote leven
Het Onuitsprekelijke is verborgen
in de
zinnelijkheid van de genieting.
HERFST
de herfst heeft in mij
haar hart gevonden
en treurt
de stille gelatenheid
van de struiken
heeft mij bewogen
de bladeren die
hun glans verloren
troosten elkaar in de aarde
en de zon in
zijn roestigwarme gloed
neemt afscheid
ach
alles rondom sterft
in Mij
WINTER
thuisgekomen
loop ik
niet van deze wereld
in de pracht die Ikzelf ben
de toppen van al die
wintergroene dennen
tegen de blauwkoele lucht
door godsdronken
vreugde bevangen weet
ik niet meer wat
te doen
VOORJAAR
hoe onuitsprekelijk
volmaakt is dit
grenzeloze moment
de warme voorjaarszon
zo ongelooflijk
behaaglijk
en ai nu
ik plotseling daar
deze bloesem zie
is alles overstegen
zie ik ben
de essentie van de
bakstenen naast mij
hoe onvoorstelbaar
nieuw rusten de
handen in mijn schoot
de stilte die
Ik Ben
fluistert Zichzelf in
de dingen om mij heen
ZOMER
met mijn voeten in
de zomerzachte aarde
is alles
een helder mysterie
ik betover de
bomen met mijn stilte
nooit lachten zij
mij zo tegemoet
de bomen zijn
net als mijn lopen
zuivere gebaren uit
dezelfde Bron
zonder Mij
geen lopen noch bomen
Ik Ben degene die
overal achter zit
ik geheel en al
doorzichtig
het hele bestaan
een glimlach
ik bezie de schepping met
Zijn oog
wat moet Het wel niet genieten
zijn glans is in alles wat
gezien wordt
in mijn doorzichtigheid straalt
alles vanuit het Niets
zie nu deze dotter in haar
geelwarme gloed
hoe zij mij toelacht!
De dotters, koekoeksbloemen, het
kroos in de sloot en ik in het
licht van éénzelfde werkelijkheid.
Is dat geen wonder.
word je meer jezelf
vallen alle definities weg
je heldere aanwezigheid
heeft zelf geen substantie
in jou is Het
onzichtbaar tegenwoordig
teruggetreden in het Onkenbare
ligt de wereld
opnieuw voor je open
het zichtbare bloeit als
nooit tevoren door je onzichtbare
aanwezigheid
Alles - het gras, de bloemen, de
bomen,
de wolken, de zee en de mensen op straat -
alles is de vreugde van jouw tegenwoordigheid.
levende stilte
zoete gloed van minne
alles samengevallen tot het Ene
zo gelijkmatig
alles rondom erin versmolten
niets dat erin doordringen kan
vreugde
onverstoorbaar open
alomtegenwoordig
De vervulling van je leven
draag je altijd met je mee.
plotseling
nectarzoet en o zo
lieflijk
de lichtende schitteringen
zuiverend
door mijn lijf
het lichaam zwaar
en ik
zo helderlicht
het teruggevend
van waar het kwam
aan de aarde
vrijgemaakt
door haar omarming
saamgesmolten
ben ik overal
deel van
het gras liefkozend
samen met de bomen dansen
dronken met het water van de beek
uitgenodigd door het dal
hopsend naar beneden lopen
lichaam in lichaam vieren
handen in aanbidding bij elkaar
de schepping in Mijzelf ontmoeten
en uit laten gaan!
De Oergrond is weg van ZichZelf.
alles is overvloed
klaar ben ik te ontvangen
rijkdom is er voor degene
die zichzelf niet kent
alles is leegte
te bevatten hoeft er niets
jasmijngeuren komen binnen als
vleugjes van mijn ziel
Ben je niets ben je alles.
voortdurend zie ik alles
voor de eerste keer
vreugde geeft het
voelen van wat dan ook
ik sta verwonderd stil bij
dingen die ik al ken
het diepst ben ik getroffen
door 'k weet niet wat
Hoe dieper iets tot je door-
dringt hoe minder indruk het
maakt.
lopende in mijn voetzolen
kom ik er achter
mijn lichaam valt van mij af
als een bruidskleed
in de oneindige frisheid van
het onzichtbare opgenomen
komt alles direct tot mij
wat een eindeloos verwonderen
zonder onderscheid is alles
door de stilte bewogen
Die ene snaar van bewust-zijn
brengt mij tot Zijn eindeloze
melodie.
breekt de helderheid in mij
door
in hetzelfde ogenblik
maakt een gelukzalige levendigheid
zich van mij meester
in de doorzichtigheid
zijn alle kleuren op hun mooist
overal bloeien de papavers
in de verte zingt een leeuwerik
Ik ben in alles en alles is in Mij.
ogen geloken met
de levendig vrije
spanning van vlindervleugels
geef ik mij terug vanwaar
ik kwam
ai in datzelfde moment
ben ik
midden in het Hart
van daaruit
scheurt de voorhang
met mij zijn
alle hindernissen opgelost in
frisse helderheid
tijdeloos aanwezig vanuit
het grenzeloze Niets
het verborgene
glinstert
in de dauwdropjes
onder de ochtendzon
wat een fris ontwaken
het onuitsprekelijke
bloeit
in de tere pracht
van de voorjaarsbloesem
wat een blije vreugde
het stil aanwezige
roert zich
in de plassende golfjes
van de waterkant
hoe oneindig speels is Het
zie
het alles doordringende
dansen
in de vlinders
langs de bomenrij
wat een verrukkelijk aanschouwen
zie
het eeuwig onbegrensde
dat
zichzelf zoekt in mij
invloeiend
ben ik in Het en alles
Zie!
miljarden levens in
enkelvoudigheid
tonnen stenen zo
licht als een veertje
zonnestralen
verbleekt door het licht
eigenwijzigheid
de grootste domheid
het is allemaal net
even anders
normaal staat de wereld
op zijn kop
het geheim van het bestaan
ligt in haar oplossing
onkenbaarheid
de grondslag van het weten
niets bloeit zozeer als
door de leegte
vanuit de stilte
dansen de bladeren speels
in de wind
Ik ben slechts één van de
ontelbare uitdrukkingen van
Mijzelf.
opgehangen aan slechts een
enkele gedachte
wat een schamel leven
leidt je geest
steeds weer gaan van
hier naar daar
komt er aan je onrust
ooit een einde
gevangen in de
kringloop van vermoeidheid
is je lijden
nog niet genoeg geweest
bedrukt door alles
wat je buitensluit
wanneer wordt de vreugde
werkelijk je deel
als om het weten
slechts een glimp voldoende is
waarom niet
openstellen voor het nu
De vreugde van het hiernu is
groter dan alle ervaringen bij
elkaar.
wat smaakt deze wijn
bijzonder
de rijst die precies goed viel
wat is deze frisse wind mij welkom
mijn stilte die wel vaart bij dit lawaai
mensen die het gezellig hebben om mij heen
bloesemgeur die al mijn zinnen opent
dit bitsige antwoord net wat ik nodig had
en met de voeten op de grond
blijft mijn geest ononderbroken helder
zo gunstig als het leven mij gezind is
let op dronkaard straks val je nog!
Je hart openen zonder onderscheid.
ik ben het gras aan mijn voeten
evenals het vuile water in de sloot
de naar de zon gerichte bloesem van de vlier
evenals de zon
zowel de eenden ruziemakend met elkaar
als de ruzie
de bermtoeristen luid lallend aan de
waterkant evenals de waterkant
zo ben ik ook het rijtje bomen
het ruisen zowel als de avondbries
evenzeer als de sluis van massief beton
deel van mij is
Alle vreugden alle leed ben ik.
Steeds temidden van al wat is.
bloemen
in groene gras
weide langs de sloot
ruisende stilte
bloesem aan de boom
ai alom
bladeren
boven het water
in blauwgroene waas
zoetgele geur
struikbloemen
overal langs de laan
bomen in vallend duister
geroep der uilen
in de nacht
Terug
© 1995 Copyright Han Marie Stiekema. Alle rechten voorbehouden.
Last revising: 12/09/04 |