Hoofdstuk 2
DE DRIEVOUDIGE MOEDER

INHOUD

1
INLEIDING
2

DE DRIEVOUDIGE
MOEDER

   - DE OERMOEDER
   - MOEDER AARDE
   - DE STAMMOEDER
3
IN HARMONIE MET DE
NATUUR

4

GODINNEN EN GODEN
5

PRIESTERS EN GOEROE'S
6
VROUWEN EN MANNEN
7

DE OORSPRONKELIJKE
TRADITIE

8

CULTUS, VIERINGEN
EN RITUELEN

9

HET GEHEEL DIENEN
10

GROTE MOEDER HYMNE
11

MATRITALK
12
TOT SLOT

LITERATUUR

 

 

DE OERMOEDER

1. „En het Licht kwam uit de Duisternis". Het Licht - het Goddelijke, het Zijn - bestaat, maar is niet de Uiteindelijke Werkelijkheid. Het is het centrale motief in de scheppingsmythen van de meeste volken en culturen. Over het oerweten, dat eraan ten grondslag ligt, hoeft niet te worden getwijfeld. Talloze mondelinge en schriftelijke overleveringen getuigen ervan. Het was de tijd van vóór het patriarchaat, de tijd van de moeders en de vrouwen, dat dit inzicht diep in de cultuur gegrift was. De Universele Baarmoeder was in de ervaring van vrouwen, net als haar vleselijke evenbeeld een donker hol. Alle leven kwam uit dit Duister Diepe voort en keerde erin terug. Maar niet alleen in het oerbeleven van de prehistorische vind je dit inzicht terug. Iemand, die tot Vol-Ledige Realisatie is gekomen zou het zo zeggen: het goddelijke Licht en de noumineuze Duisternis zijn beide aspekten van het NIETS dat daar achter ligt. Ga daarbij uit van je eigen ervaring. Bij iedere sprong in een grotere werkelijkheid gaat het daaraan voorafgaande beperktere bewustzijn verloren. Het lost op in het grotere Geheel. In satori bijvoorbeeld is de daaraan voorafgaande bewuste aandacht geheel opgegaan, zonder ook maar één spoor achter te laten. Bewustwording is voortdurend verlies van besef. Maar ook Satori blijkt niet de uiteindelijke werkelijkheid te zijn. Op zijn beurt gaat deze op in de Verlichting, dat als tegenpool het Grote Sterven* heeft. Beide lossen op in de Grote Moeder als de Ultieme Werkelijkheid.

* Zie: "Drievoudige Realisatie"

Niet "God schiep uit het Niets", maar omgekeerd:
het Niets gaf geboorte aan God

2. Verlichting is niet het Uiteindelijke. Er is namelijk nog een stap te doen, namelijk het sterven aan het eind van je leven. Het is de „laatste" overgang. Ook de Verlichting zal zich dus verliezen in Iets Dat Daar Achter Ligt. Achter het volmaakte Licht - Transparantie - is echter geen ander licht denkbaar. Door wat je weet van mensen die je voorgingen, kan er alleen nog maar de omslag van Licht naar de Leegte, het Absolute Niets volgen. Het Grote Sterven kan je bij die overgang helpen. Als spirituele ervaring is het de destructieve kant van de Leegte*. De Leegte (Niets of Vacuum) is het "Vat van Regeneratie" waar alles uit voortkomt en waar alles in terugkeert. De Duisternis is de Moeder van het Licht. Hetgeen absoluut niet in tegenspraak is met je eigen logica. Integendeel, in je eigen ervaring is duisternis alomtegenwoordig, terwijl het licht "komt en gaat". Verschillende allerdaagse ervaringen kunnen dit ondersteunen. Het heelal is onmiskenbaar diep duister, met het licht - de sterren - als zijn inhoud en niet andersom. Elke avond geef je je over aan de duisternis, de slaap. De oergrond van sex is duisternis. Pas bij het toenemen van opwinding en overgave, ontstaat het lichtaspekt. Het eind van de tunnel, het orgasme, is een explosie van een mengsel van duisternis en licht. De „Donkere Nacht", het werk van Joannes Yepes (Joannes van het Kruis), de grote mystikus uit de vijftiende eeuw, is in dit verband uniek. Hij staat open voor de Duisternis om daarin het Licht te ontmoeten. Of hij de Duisternis zelf ooit heeft ervaren en „gezien", wordt uit zijn gedichten niet helemaal duidelijk.

* Zie: "Drievoudige Realisatie"

3.
dat was het dat mij leidde
zekerder dan het zonlicht op de middag
daarheen waar op mij wachtte
van Wie ik zeker zijn kon
en op een plaats waar niemand ooit zou komen

O nacht die mij geleid hebt
O nacht, mij liever dan het ochtendgloren
O nacht die hebt verenigd
Beminde met beminde,
beminde, opgegaan in de Beminde

4. Verlichting en Het Grote Sterven komen beide dus voort uit het NIETS dat daar achter ligt: de Leegte, de Uiteindelijke Werkelijkheid. Alles keert daarbij terug tot de Onpeilbare Afgrond, de bodemloze Put, het Vacuum, terwijl het er in hetzelfde Moment uit voortkomt. In de Uiteindelijkheid heerst eeuwigheid. Er gaat dus geen tijd overheen. Sterven en opnieuw geboren worden - vernietiging en creatie - vindt plaats in hetzelfde Eeuwige Moment. Wat er afgaat, is er in hetzelfde Moment bijgekomen. De Laatste Werkelijkheid is onpeilbaar, het is de Bodemloze Grond, de Duizelingwekkende Diepte van het universum, het Absolute Niets. Het is onkenbaar en onbenoembaar. Als je opgenomen wordt, zul je het niet weten. Vandaar de naam „Grote Vergetelheid". Omdat het leven erin terugkeert en er uit voortkomt, is Universele Schoot of Baarmoeder de term die het nog het beste weergeeft. Het is de bijdrage van vrouwen geweest, die de mensheid dit oerinzicht heeft geschonken, een concept dat de Werkelijkheid het meest nabijkomt.

Koan: "Welke is die Dimensie waarin geboorte en sterven EEN zijn?"

5. Vrouwen stonden en staan dichter bij het leven. Zij beschouwen geboorte, leven en dood doorgaans als natuurlijke processen. Alleen als je beleving overeenkomt met het leven zoals het is, kun je er zinnige uitspraken over doen. De wijsheid van vrouwen komt op het juiste moment. Immers het patriarchaat is aan het eind van zijn latijn. De Oermoeder schept zonder te scheppen, alles komt zonder Haar toedoen uit Haar Diepte voort. Het geheim is dat alles uit bodemloosheid voortkomt. Hoe leger Zij is, hoe uitbundiger Haar „schepping". Het extatisch bewustzijn - zoals dat boven besproken is - heeft er overeenkomst mee. Uit de Chaos van de Diepte ontspringt het Licht, het Goddelijke als Haar eerstgeborene. „God" is dus niet de „Vader", maar de Zoon! Het Licht, Verlichting komt immers voort uit de Duisternis, beter gezegd de Leegte.

6. Deze Eerstgeborene - het Zijn - is het draagvlak van het leven. In Het is alles besloten. Het is het Grote Bewustzijn met zijn inhoud - de Leegte met zijn ontelbare vormen - de laatste zijn de blauwdrukken van het leven, dat wat Plato Ideeën en R.Sheldrake de morphogenetische velden noemt. De Chinezen noemen hen „li", terwijl Jungs omschrijving van archetypen er ook dichtbij staat. Naast de „Opgang naar het Licht" zoals hierboven beschreven, is er dus tegelijkertijd de Afdaling, het kosmisch geboorteproces. Oplossing en manifestatie zijn twee kanten van hetzelfde Eeuwige Moment. Zij dekken elkaar, zij zijn er tegelijkertijd, zij zijn hetzelfde in omgekeerde richting. Tussen deze twee polen - sterven en opnieuw geboren worden - beweegt zich het leven. Naast dat het Licht dus opgaat in het Niets, wordt Het in hetzelfde Eeuwige Moment voortdurend geboren. Vandaar dat het Zijn „absoluut" genoemd wordt, want wat er afgaat komt er tegelijkertijd weer bij.

7. In de Afdaling komt het Zijn voort uit de Moeder, terwijl op zijn beurt het Zijn zich manifesteert in de „lagere" vormen van bewustzijn: achtereenvolgens satori, de goddelijke vonk in een ieder en de bewuste aanwezigheid en de innerlijke waarneming. Zij - de verschillende niveau’s van bewustzijn - vormen het Lichtlichaam van de Grote Moeder -  ieder met zijn eigen inhoud. Deze brengen op hun beurt de zichtbare wereld - het materiële lichaam van de Grote Moeder - voort, als verschillende parallelle werkelijkheden.

8. Tot dusver ging alles via "Zelfmanifestatie". In de zichtbare wereld splitst de eenheid zich vervolgens uit in de "eenheid der tegendelen": donker en licht, koude en warmte, mannelijk en vrouwelijk. De tweeslachtigheid is geboren, tot en met het brein met zijn talloze functies en „tienduizend gedachten". De Eenheid heeft de verscheidenheid „voortgebracht", het leven is zichtbaar geworden en heeft zich gematerialiseerd.

8. De Werkelijkheid: het Licht (het Goddelijke, het Grote Bewustzijn) en de Duisternis komen beide voort uit de Diepte (de Moeder) en het leven uit het Licht; het leven keert terug tot het Licht en het Licht tot de Leegte, alles in hetzelfde Eeuwige Moment. „God" daarentegen is een projectie, personificatie en beeld van het Goddelijke en heeft met de Werkelijkheid Zelf niets te maken.

9. Terwijl het Licht uit de Duisternis (de Afgrond) voortkomt en er dus een hierarchie bestaat tussen die twee, werd zijn afkomst steeds ontkend. Licht en Duisternis werden daarentegen tegenover elkaar geplaatst en tegen elkaar uitgespeeld. Dit (kunstmatige!) dualisme, deze strijd tussen „licht en duisternis" is de vrucht van enkele patriarchale millennia. Het was de mannelijke angst voor zelfverlies die eraan ten grondslag lag, de angst voor terugval van het juist verworven ik in de baarmoeder. De ontkenning van de Moeder, de verdringing van de Oorsprong is er het gevolg van geweest. Enerzijds de vrijheid en anderzijds het verwijt „uit het nest gestoten te zijn", is een oermannelijke ambiguiteit. De haat-liefdeverhouding van mannen ten opzichte van vrouwen kan er voor een groot gedeelte uit verklaard worden. Moderne vrouwen hebben er natuurlijk evenzeer mee te maken. Het verwerven van vrijheid, zelfstandigheid en groei - individuatie - ten opzichte van de moeder kan bij hen zelfs nog moeilijker liggen. Maar is de duisternis op zichzelf nu werkelijk te vrezen?

10. Zwart boezemt van oudsher angst in. Het wordt met dood, bederf, ziekte en verval geassocieerd. In het Westen is het de kleur van begrafenissen. Dit was lange tijd zo’n overheersend gevoel, dat andere ervaringen en visies nauwelijks voet aan wal kregen. De duisternis is echter, zoals we nu weten, de poort naar de Oermoeder. Om toegang tot Haar te krijgen, zullen we ervoor open moeten staan. Een afschrikwekkend vooruitzicht, een absurd idee, een onmogelijke opgave? Helemaal niet. Elke avond, op volkomen natuurlijke manier vertrouw je jezelf steeds opnieuw toe aan Haar, in het slapengaan. Je wordt in Haar getrokken zonder dat je zelf iets hoeft te doen. Hoe volmaakt spontaan dat dat gaat! Overgave aan de duisternis, het is een onderdeel van het gewone dagelijkse leven. Van angst helemaal niets te bespeuren. Niemand die niet durft te slapen vanwege het onbekende. Integendeel, de slaap nodigt uit, het is heerlijk als zij haar vleugels om je heenslaat. Alleen, je hebt nooit beseft, dat dit het meest existentiële Moment in het leven is. Niemand heeft je dat ooit verteld. In tegenstelling tot het licht, is de duisternis heel ontspannend. Niets hoeft meer, je kunt totaal jezelf zijn. Je kunt je controle loslaten. (De nacht nodigt niet voor niets uit tot naaktheid en liefdesspel.) Hoe lieflijk neemt de duisternis bezit van je. Ze doet het ongemerkt, zonder dat je het beseft. Je gaat zonder protest de Grote Vergetelheid in. Je ik valt uit elkaar, maar daar maak je niet het minste bezwaar tegen. En als je ‘s morgens opstaat, weet je „dat het goed was". Je voelt je fris, vernieuwd en geregenereerd. Je kunt de dag - het licht! - weer aan. Dit beseffende komt er een grote dankbaarheid over je. Je realiseert je nu, dat de momenten voor het slapengaan heilig zijn. Vanaf nu staan zij in het teken van verering van en vereniging met de Oermoeder.

Black is beautiful

11. Op dezelfde manier als het ik de Moeder afwijst, heeft Europa Afrika buitengesloten uit zijn bewustzijn. Toch staat het inmiddels buiten kijf, dat niet alleen de mensheid, maar ook de beschaving in Afrika is begonnen. Alle basisverworvenheden, zoals deze beschreven zijn in het hoofdstuk „Stammoeder" zijn in Afrika ontwikkeld. Hetgeen hoofdzakelijk aan de vrouwen en de matriarchale samenlevingen te danken is. Nog hedentendage zijn de meeste matrilineaire stammen in Afrika te vinden. Recente onderzoekingen wijzen eenduidig in de richting van een oeroude prehistorische beschaving, die de grondslag was van de latere Egyptische tijd. Deze beschaving had zijn centrum vermoedelijk in West-Afrika met de Yoruba als late afstammelingen. Sommigen localiseren hier zelfs het oude Atlantis. Er is een hele gordel van bruinzwarte mensen geweest, die zich uitstrekte dwars door wat nu de Sahara is, naar Ethiopië, Sudan, Egypte, Soemerië, Zuid-Arabië tot en met India (Dravidiërs) en de Pacific. De Egyptische cultuur breidde zich daarbij uit tot Kreta en de Egeische eilanden. Deze ook Minoïsche cultuur genoemde beschaving was matrilineair met een ongewone schoonheid aan materiële cultuur als paleizenbouw en wandschilderingen. De latere Etrusken zijn vermoedelijk door hen beinvloed. De Minoïsche cultuur verdween even plotseling als zij gekomen was, waarschijnlijk door een gigantische tidal wave als gevolg van een vulkaanuitbarsting. De latere halfbarbaarse Grieken die uit het Noorden kwamen, brachten daarentegen nauwelijks een eigen cultuur mee. Zij konden pas tot bloei komen door overname van talloze elementen uit de Egyptisch-Minoïsche periode. Hetgeen betekent, dat de „bakermat van de Europese cultuur" in werkelijkheid een tak was aan de boom van een wereldwijde Afrikaanse beschaving.

12. In dezelfde tijd vond de omslag plaats van matriarchaat naar patriarchaat. De mannen identificeerden zich met hun ik ten koste van het zelf, met het licht ten koste van de duisternis. „Christus is het licht in de duisternis", wordt er dan ook gezegd. Dit innerlijke dualisme werd prompt in de buitenwereld geprojecteerd. Men identificeerde zich alleen nog maar met de eigen cultuur - de logos, het licht, de „christelijke beschaving" - terwijl zijn afkomst, zijn wortels vergeten werden. De zoon, Europa, loochende zijn Moeder, Afrika. De laatste werd de onderwereld van de eerste, blank werd superieur over zwart. Vrijwel elke Europeaan verwerpt haar „instinktief", het is in zijn (patriarchale) ziel ingegrift. Vandaar dat Europeanen een blinde vlek hebben ten aanzien van Afrika. Wij vertegenwoordigen nog steeds de „beschaving" terwijl het „zwarte continent" gelijkgesteld wordt met primitiviteit en achterlijkheid. Onze (christelijke, ontwikkelings) taak is dan om „ons licht in hun duisternis te laten schijnen". Niemand die geinteresseerd is in het eigene, in Afrikaanse achtergronden, culturen en samenlevingen. Dat er ook later verschillende bloeiperioden zijn geweest, beschavingen op hoog peil, bijvoorbeeld krachtig genoeg om lange tijd de binnendringende kolonisten te weerstaan - de Ashanti’s (uit het latere Ghana) versloegen de Engelsen meer dan tien keer - dat bijvoorbeeld sociale structuur, traditie, materiële cultuur, landbouw, kunst en muziek nog steeds hoog ontwikkeld zijn, dat de geest en de vitaliteit levend is (levendiger dan in Europa) en dat nieuwe sociaal-culturele-economische initiatieven hoopgevend zijn, dat beseffen slechts weinigen. Een archetype, dat daarbij naar voren springt is die van de Afrikaanse vrouw. Vooral in die gebieden met (resten van) oorspronkelijke natuurreligie is zij de spil van de samenleving. In drieërlei zin vertegenwoordigt zij voor ons Moeder Afrika: het symbool van de Oermoeder, als stammoeder en als medemens. Zij is de Duisternis waar alle Licht uit voortkomt, zij is onze culturele stammoeder tot wie wij Europeanen teruggaan om weer geworteld te raken en een moeder voor haar eigen gemeenschap: vitaal, sterk, vol liefde en opoffering, allesomvattend. Zonder haar zou niets gaan. Als concrete belichaming, individu verdient zij daarom onze bewondering, respekt, solidariteit en steun. Niet toevallig dus, dat zij in De Oorspronkelijke Traditie een zeer bijzondere plaats inneemt.

13. „In het Stenen Tijdperk storten beeldjes van de Grote Moeder, het archetypisch vrouwelijke, zich uit over de wereld van de mannen met een overweldigende heelheid en perfectie".
E.Neumann „The Great Mother" (p.96).

14. „De mythische Afgrond was de baarmoeder, in het oude Egypte ook Bab, Khem of Tep genoemd. Het is de oergrond van geboorte, Zijn en worden. De Moeder van de Bron was een personificatie van de baarmoeder".
Massey (l.464-5)

15. „De Egyptische kosmogonie opent met de Moeder van de Nacht, de vertegenwoordigster van onmetelijke duisternis, het oerprincipe van de oneindige diepte".
(Mme.Blavatsky, The Secret Doctrine, p.60)

16. Nut als de (Egyptische) Moeder van het al, verschijnt als een naakte vrouw in latere Romeinse iconografie, terwijl ze de aarde vanuit het heelal omarmt. Uit haar borsten vloeit melk, terwijl uit haar vulva een vloeistof golfsgewijs neerdaalt.

17. „In het begin was Isis. Oudste van de oudsten. Zij was de Almoeder uit wie alle worden ontsproot".
(Thebe 1400 BCE, cit. Merlin Stone. Para.Papers, Intro)

18. „In het theologische systeem van Heliopolis was Hathor de Moeder van het Licht, haar eerste baring. In feite was zij de Grote Moeder van de wereld, voortdurend voortbrengend en behoudend, alle dingen, klein en groot, hemel en aarde zowel als de onderwereld, zij was de Moeder van iedere god en godin".
(
Budge, Gods.l.429-31)

19. „Tiamat (de Zee, Babylonische Grote Moeder) is de oorsprong van alles".
E.Neumann (The Great Mother, p.213)

20. „De Oermoeder, zij die hemel en aarde voortbracht, was Zi-kum of Zi-kura".
(Sayce Rel.Egy. and Bab. p.278)

21. „In Mesopotamië is de Moeder de allerhoogste, want de bron van alle leven wordt als vrouwelijk gezien. Ook de god komt uit haar..."
(H.Frankfort, Kingship of the Gods, cit.Para.Papers. p.43)

22. „In het begin was het woord..."
(In het hebreeuws heet „begin" „B’Rashith", een vrouwelijk zelfstandig naamwoord, hetgeen oorsprong, oertoestand of...baarmoeder betekent. Zo heeft ook de bijbel een vrouwelijke oorsprong. Mme. Blavatsky, The Secret Doctrine, V. p.204)

23. De Ark van het Verbond uit het Oude Terstament was het symbool van een boot, een vat, de baarmoeder. De twee aartsengelen op de bovenkant vormden een vulva als het beginsel der vruchtbaarheid. Later werd ook Maria de „Ark van het Verbond" en de „Moeder van God" genoemd. Weinig katholieken zullen hebben beseft, wat zij daar prevelden in hun gebed. Het was zeker niet de bedoeling van de clerus, dat dat letterlijk zou worden opgevat.

24. „En de aarde was zonder vorm en leeg; en het gezicht van de diepte was duisternis".
(Genesis 1.2)

25. „Hoewel de officiële godsdienst die van Jahweh - de god van Israël - was, weten wij door passages in de bijbel en uit opgravingen, dat de Joden sterk beinvloed waren door de matriarchale Kanaaiten en hun cultus van Ba’al en Astarte".
(Merlin Stone, Para. Papers, p.179)

26. „In het begin was er alleen Nacht van waaruit het kosmisch ei ontsproot (Zijn). Dit bevatte Eros-Phanes, hetgeen simpelweg een andere naam was voor Dionysos. Toen het ei barstte, scheidde het in twee elementen: hemel (Uranus) en aarde (Gaia)".
(Larson, Rel.Occ. p.77)

27. „In de Griekse mythologie is Gaia de grote Moeder op de achtergrond. Zij is de Moeder van het begin, zij was er voordat er tijd was".
(C.Downing, Lady Unique, V.24)

28. De Sethiaanse gnostici beschouwden de Baarmoeder als de Bron van het universum. Zij zeggen, dat hemel en aarde de vorm van een baarmoeder hebben, terwijl Simon Magus het Paradijs schilderde als de Baarmoeder met de Hof van Eden als haar placenta.

29. In de Indiase Veda’s Aditi is de Oermoeder. Niet-Zijn en Zijn zijn in de hoogste hemel, in de schoot van Aditi.

30. „Aditi betekent grenzeloos, oneindig, zij is aan Gene Zijde, aan gene zijde van hemel en aarde, zij is het Absolute", Aditi is Het. Zij is de Kosmische Moeder die baart door zelfmanifestatie. Zij wordt Moeder van de goden genoemd: Deva-Matri. Uit haar kosmische Matrix worden alle hemelse lichamen geboren. Zij is de Grote Diepte, Chaos, Moeder van het onzichtbare universum".
(Rig Veda, cit. S.D. l.72 en S.D. ll.179)

31.
er is iets ongevormd
geboren voor hemel en aarde
stil en leeg
het staat op zichzelf en verandert niet
gaat rond maar wordt nooit moe
het heeft de potentie van de moeder van de wereld
zijn naam weet ik niet
ik noem het Tao
(Lao Tze, vers 25)

32. „In de zogenaamde Pao-chüan literatuur („kostbaar boek", China, 16e eeuw) is het hoofdmotief de schepping van de wereld door de „Eeuwige Moeder", Wu-sheng Lao-mu. Zij zendt talloze schepselen naar de aarde, allen Boeddha’s en onsterfelijken. Eenmaal op aarde vergeten zij echter hun ware thuis in het paradijs, doordat zij zich hechten aan roem, winstbejag en plezier. Zij zijn in de ban van hun begeerten, in de „zee van het lijden", samsara. Vol verdriet hierover zendt de Eeuwige Moeder goddelijke heilsbrengers naar de aarde om haar kinderen te herinneren aan hun ware natuur en de weg terug naar huis".
(D.L. Overmyer, Harv.J. of As. Stud. V.44.nr.5)

33. De doctrine van niet-zelf, daar waar het hele Boeddhisme om draait - niets staat op zichzelf, maar lost op in de werkelijkheid die daar achter ligt - bestaat, omdat alles uiteindelijk oplost in het Grote Vacuum. Het boeddhistisch concept van de Leegte komt voort uit de Realiteit van de Oermoeder. Zonder Haar zou het Boeddhisme niet bestaan.

34. „In het begin was er niets. Geen land, zee of verkoelende golven. Zowel hemel en aarde bestonden niet. Alleen Ginnungagap - de Open Leegte, de Matrix van de wereld, de Nacht - was er".
(Edda, Noorse kosmogonie. cit. S.D.ll.83)

35. „Lang nadat het patriarchaat zich had gevestigd en elk gebied domineerde, blijkt het concept van een „gat" - de Grote Moeder - waar alle leven uit voortspruit, nog overal aanwezig".
(E.Neumann over Mexico, The Great Mother, p.225)

36. De Kogi uit Columbia zeggen het zo: „Moeder Sibalaneuman, de moeder van ons gehele zaad, baarde ons in het begin. Ze is de moeder van alle mensensoorten en stammen. Zij is de moeder van het onweer, de rivieren, de bomen, de vruchten van het veld, alle gezang en dans, van de tempels en alle dingen, en zij alleen".
(Preuß 1921/22, p.460f.)

37. „De Mangaiese kosmogonie van Polynesië begint met moeder Vari. Vari is het allereerste begin in de Afgrond, de oorsprong van alle dingen. Zangers beweren alleen van háár af te stammen: wij hebben geen vader, Vari alleen heeft ons gemaakt".
(Massey, Nat.Gen.l.469)

38. „In de baarmoeder van de Moeder was de wereld één, voordat zij vorm kreeg. Na onze geboorte vergeten we dat, maar nooit helemaal. De herinnering aan die oertoestand waart rond als een geheim verlangen en is de oorzaak van de wens in de baarmoeder terug te keren. Dit is helemaal geen teken van ziekelijkheid, maar een natuurlijk verlangen om de kosmische verbinding te herstellen".
(M.Buber, Ik en Gij, cit.Sjoo en Mor, 13)

39. Nu wij de Oermoeder kennen, wordt veel duidelijk over het menselijk lijden. Door Haar is het leven een dynamische balans tussen geboorte, leven, sterven en wedergeboorte. In feite speelt dit proces zich ononderbroken af in ieder van ons. Afbraak en opbouw zijn twee kanten van dezelfde medaille, zij vinden plaats in hetzelfde Eeuwige Moment. „God geeft en neemt", heet het dan ook. Dit is de natuurlijke gang van zaken. Daarbij komt: hoe sterker een bepaalde tendens in één richting, des te krachtiger de tegenbeweging is. Hoe meer wij bijvoorbeeld vasthouden of ophopen, des te vernietigender de afbraak zal zijn. Speciaal datgene, wat zijn contakt met de Bron verloren heeft, degenereert en wordt door Haar teruggenomen. Dat gebeurt bijvoorbeeld, wanneer wij ons van Haar hebben afgekeerd. Hoe meer wij ons identificeren met ons ik, des te geisoleerder dit komt te staan. Op een gegeven moment wordt dan „de grond totaal onder je voeten weggemaaid" en val je in de (Haar) bodemloze put. In de mystiek staat dit bekend als de Donkere Nacht van de Ziel, ook „school van lijdende liefde" genoemd. Na de eerste periode van Verlichting, word je onbarmhartig de Duisternis in gedreven, dit om je oude zelf te louteren, opdat het zich definitief kan verenigen met je nieuwe identiteit, het Zijn. Om deze loutering mogelijk te maken, trekt het Zijn - na aanvankelijk je wezen te hebben verlicht - zich terug. In het verslag van Suso (Heinrich Seuse, 1295-1365), een van de grootste mystici, spreekt „Eeuwige Wijsheid" - Sophia, de Gnostische afgeleide van de Grote Moeder - tot hem: „totnutoe was je slechts een kind aan Mijn Borst, het wordt nu tijd, dat je het echte leven ingaat". Ik zou een „reincarnatie" van hem kunnen zijn, zozeer paste dit ook op mij.

40. Sommigen vragen zich dus af, hoe het toch komt, dat wanneer je eenmaal de Gelukzaligheid hebt gerealiseerd (en zeker gedurende zo’n lange tijd als ik heb mogen smaken) je daarna nog weer in de duisternis terechtkomt. Volgens hen klopt daar iets niet. Ook mij verliet na tien jaren van extase, mijn goddelijke Geliefde. Dat wat zolang mijn ware Natuur was geweest, leek in korte tijd ver weg te zijn. Ik had het gevoel uit de Hemel te zijn gesmeten. Het is de „strategie" van het Zijn om Zich na een zekere tijd terug te trekken. Afgezien van het feit, dat je psycho-fysieke constellatie een altijddurige Verlichting niet aankan (uitputting), wordt er bewust ruimte gecreëerd voor het noodzakelijke aanvullende werk. Verlichting Zelf is een bepaalde golflengte, die van het Wezenlijke. Ben je op die golflengte (radio „Hilversum") afgestemd, dan komen de anderen („Londen", „Parijs", „Moskou") niet door. Ben je in je ware Zelf, dan zijn je onverwerkte delen tijdelijk dus buitengesloten, het is dan net of zij niet bestaan. Dit wil echter niet zeggen, dat deze laatsten er niet zijn. Een verdringing die in Azië - Vedanta, Boeddhisme - (en niet alleen daar) overigens gecultiveerd wordt! Daar bestaat het pijnlijke, het lelijke en het onderdrukte gewoon niet. Door ZichZelf nu terug te trekken, geeft het Zijn je de gelegenheid om aan je (oude) zelf te werken - al je gedachten, emoties, strevingen, verlangens, angsten, al je onverwerkte dingen - dat je uiteindelijk zo gelouterd wordt, dat je uiteindelijk als gehele persoonlijkheid in het Geheel op kunt gaan. De wereld is daartoe het instrument, deze confronteert je met je kleine zelf, zodat je het (uiteindelijk) kunt overstijgen. Voortdurende integratie en leren om in de grootste stress toch in je midden te blijven, dat is waar het om gaat. En dat kan een harde tijd zijn.

41. Aan mijzelf overgeleverd, ellendig, eenzaam en wanhopig, zo voelde ik mij. Inderdaad, zonder de Hemel lijkt de aarde een „hel, een poel van lijden, samsara". (Voor diegenen die de Hemel niet kennen, is het dagelijks leven veel dragelijker). De pijn van verlaten-zijn is dan ook niet te beschrijven: niet thuis in mijn ware Thuis en niet thuis onder de mensen. Vooral onder diegenen, die menen, dat de spirituele Weg uitsluitend de vereenzelviging met „harmonie, licht en geluk" is, is het niet te harden. Waarom ik niet gewoon gelukkig kon zijn - "alles is toch liefde" - heette het dan. Wees het licht en negeer de duisternis, klonk het optimistisch, volkomen onwetend omtrent de Werkelijkheid zoals deze is. Het is hetzelfde levensvreemde en -vijandige dualisme dat onze cultuur vele millennia in zijn greep heeft gehad. Hoe meer de duisternis namelijk wordt buitengesloten, hoe meer zij je - vroeger of later - zal overrompelen. Omgekeerd, vanaf het moment, dat je het bewust aanvaardt en toelaat, verliest het ogenblikkelijk zijn kracht. Gelukkig was ik toendertijd in staat, om deze wetmatigheid te ontdekken. Met de sleutel in mijn hand, kon ik het in ieder geval hanteren. Het inzicht was, dat zolang ikzelf nog de regie over mijn leven voerde, ikzelf nog de contrôle had, het lijden verder zou blijven voortduren. Hoe sterker mijn weerstand, hoe groter de pijn. „Ik-kracht", het „vasthouden aan" bleek mijn zwakte te zijn, het zelfbewustzijn was de blokkade naar vollediger leven.

42. De opdracht was het oude zelf in de Nieuwe Identiteit in te voegen, dusdanig dat alles zonder uitzondering - ook je onderdrukte delen - er totaal mee samenvalt. Mijn behoefte aan aandacht, respekt, erkenning en waardering (dat ik als kind nooit mocht ontvangen), het daaruit resulterende gebrek aan zelfrespekt, deed mij steeds opnieuw compromissen sluiten. Ik wilde zelf nog zo graag iemand zijn. Mensen behagen ten koste van mijZelf, of andersom mijzelf opblazen om aandacht te trekken, dat was het patroon. Totdat ik ik-kracht synoniem kon zien aan aannemen van het lijden.  „Viriliter agite" - wees een man - sprak de Eeuwige Wijsheid tot Suso, wees bereid tot zelfopoffering en totale inzet. Het heroïsche lijden, dat - bewust aangenomen - leidt tot complete en totale onzelfzuchtigheid en ik-vernietiging - het ik dat opgaat in het Zelf - is de voorwaarde tot eenheid en vol-ledigheid. Naast beoefening van innerlijke gelatenheid door meditatie, is aktief therapeutisch werk aan jezelf, het bewust aanvaarden van je schaduw dus onontbeerlijk. Het een extra reden waarom de Duisternis de poort naar de Vereniging met het Absolute is.

43. Nieuw is nu, dat deze Duisternis geen abstract begrip, ondefinieerbare grootheid of reden voor vrees en angst is, maar een levend Aspekt van de liefhebbende Oermoeder. Of in persoonlijk leed, ziekte of sterven, of in het spirituele lijden omwille van het Geheel, of in het collectieve leed van deze duistere eeuw, overal kunnen wij de hand van de Moeder in zien, Zij die in Haar goedentierendheid terugneemt wat onze groei en vervolmaking in de weg staat. De „Donkere Nacht" is niet die „negatieve fase" in je innerlijke proces, die je achter je moet laten, maar de Grond aller dingen. Een mooier gebed dan: „Moeder, Uw Wil geschiedde" of „in Uw Handen beveel ik mijn geest", bestaat er dan ook niet.

MOEDER AARDE

„Het leven (de natuur, moeder aarde, het universum) is het lichaam
van het Licht. Zij zijn keerzijden van dezelfde medaille. De
Grote Diepte, het Vacuüm, de Matrix omvat beide"
.

44. Het Christendom in zijn vele eeuwen van kerstening had alles „wat niet in Christus was" tot tegenstanders verklaard. De ergste vijanden waren diegenen die Zelfverwerkelijking nastreefden (mystici, „ketters"), de tweede groep waren de heidenen, zij die een sacrale band met de natuur, de vruchtbaarheid, de cycli der seizoenen en natuurkrachten onderhielden, terwijl de derde groep de vrouwen waren. Terwille van de kerk, zijn verlosser, dogma’s en leerstellingen werd de grondslag van het bestaan - de eenheid met „Hemel" en aarde - vernietigd, om zo de mensen in de armen van de kerk te drijven. Het is verbijsterend te zien met wat voor fanatisme de kerk deze „taak" heeft uitgevoerd. Het de oorzaak van het feit, dat de Westerse mens zowel zijn relatie met het vertikale, alsook met het horizontale vrijwel heeft verloren. De wereld is ontheiligd en wij drijven hulpeloos, verward en gedesorienteerd rond in de oceaan van het leven. Ons levensdoel heeft zich vernauwd tot het najagen van geluk, geld, roem en macht. Het contakt met de natuur is rudimentair, utilitair en mechanisch geworden.

Onlangs waarschuwde paus Johannes Paulus II nog
tegen de "cultus van Moeder Aarde"

45. Al wat leeft is echter tweevoudig geworteld. Met onze geest zijn we deel van het Grote Bewustzijn en met ons lichaam zijn we deel van de natuur. Het Zijn blijkt echter niet de laatste werkelijkheid te zijn, maar komt ononderbroken voort uit de Oermoeder. Ons bestaan is ingebed in het Drievoudig Moederlijke: de kosmische, de aardse en de fysieke moeder. Moeder aarde bestaat uit de zichtbare wereld, ingebed in haar onzichtbare Draagvlak, het Zijn. Zij zijn twee kanten van dezelfde medaille. Alle leven komt eruit voort en keert erin terug. De aanwezigheid van het Zijn - het Grote Bewustzijn - „doordringt alle dingen", vandaar dat deze gevoeld wordt in alle zichtbare verschijnselen. Alles is een uiting van zijn glorie. Je kunt het Goddelijke bespeuren in het ruiken aan een bloem, het opruimen van de tafel, het tandenpoetsen, het besturen van een auto, het wandelen in het bos of in de omarming van je geliefde. Dit is de binnenkant der dingen. Deze maakt, dat de aarde een samenhang is, een levend organisme (bevestigd door de nieuwe fysika...), en er primair is vanwege zichzelf. Zij heeft ons niet nodig om zich gelukkig te voelen. Door haar te vereren, vereren wij het Goddelijke in haar en alles als onderdeel van het ene grote Leven. Het verhindert, dat wij haar alleen maar als gebruiksvoorwerp zien.

46. De buitenkant is een samenhang van onderlinge gebeurtenissen, processen, krachten en energieën, dat wat wij dus de natuur noemen. Onze lichamelijkheid is er in ingebed, dusdanig dat wij voor ons overleven, vitaliteit en regeneratie totaal afhankelijk zijn van het optimaal functioneren van het geheel. Alles staat en valt met het inademen van frisse, zuivere lucht, schoon en vitaal water, voedsel van hoge kwaliteit, energiedragers met een optimaal samenstel aan vitaalstoffen: eiwitten, vetten, koolhydraten, aminozuren, fermenten, vitaminen en mineralen. Meer nog zijn de fysieke omstandigheden als zonlicht, klimaat, atmosferische druk, een vruchtbare bodem, het samenleven met gezonde bactieriën (probiotica), een intakte ecologische samenhang en de zwaartekracht doorslaggevend voor ons voortbestaan op aarde. Dan nog niet te spreken van haar kleuren, geuren, stilte, trillingen, geluiden, ritmen en andere rijkdommen van allerlei aard. Als wij in harmonie met de aarde leven, geeft zij ons alles wat wij nodig hebben. Sinds het begin van het patriarchaat hebben wij getracht de aarde te beheersen, in plaats van ons naar haar wetmatigheden te schikken. Ongelimiteerde groei, ingegeven door wetenschap, technologie en winstbejag hebben ons tot schadelijke parasiet gemaakt.

47. Terwijl wij slechts een gelukkige (?) toevalligheid zijn in de evolutie en geenszins het „doel" ervan. Wij zijn tot kankergezwel verworden, een die het gezonde leven steeds verder en in snel tempo vernietigt. Of we willen of niet, worden we nu wel gedwongen moeder aarde aux serieux te nemen, opdat wij onszelf niet zullen vernietigen. Zij geeft daarbij het voorbeeld. Immers de natuur wordt geregeerd door ritmen, in het bijzonder die van geboorte, leven en dood. Het staat in schrille tegenstelling met ons vooruitgangsidee, dat immers een lineaire evolutie suggereert. Hoe eerder wij daarvan afstappen, hoe beter dat het is. Een wijs mens sterft vrijwillig, voordat hij hij daartoe gedwongen wordt. De geschiedenis helpt ons daarbij een handje. Culturen maken golfbewegingen door, ook zij komen en gaan. Hoe meer aan het oude, aan bepaalde idée fixes of paradigma’s wordt vastgehouden - ondanks de gewijzigde omstandigheden - des te harder zal ons de vernietiging treffen. Onze huidige materiële ophoping is immers al het andere dan een vitale dynamische balans tussen geboorte, bestendigheid en dood. Het is de grootste zonde tegen het leven, de bron van onrecht tegenover al wat leeft, gebrek lijdt en kwetsbaar is. Het Leven - gesymboliseerd door de Oermoeder - tolereert dit niet. De Leegte heeft een hekel aan overtolligheid en ophoping. De grote afbraak staat dan ook vlak voor de deur.

48. Geworteld-zijn in „Hemel" en aarde is de spirituele grondslag van het bestaan. De Oorspronkelijke Traditie is daarom zelf geen religie, maar het fundament, de ondergrond, de gemeenschappelijke noemer ervan. Het is de eenheid in verscheidenheid. Of je nu atheïst, humanist, christen, boeddhist, hindoe, moslim of jood bent, het maakt niet uit, wij delen allen dezelfde situatie. Het existentiële probleem van vervreemding en isolatie is voor iedereen hetzelfde. Is de eenheid eenmaal hersteld, dan wordt de verscheidenheid je lust en je leven.

DE STAMMOEDER

49. Of mannen het nu leuk vinden of niet, het staat vast, dat de vrouwen het fundament van de samenleving zijn. Meer dan 200.000 jaar lang hebben zij het leven voortgebracht, gekoesterd en ontwikkeld, alvorens het patriarchaat het moedersysteem zou overvleugelen. Al die tijd was de factor man bij de voortplanting onbekend. Het leven ontsproot aan de moeder, op mysterieuze wijze ingegeven door de geestwereld. (NB Door het Christendom gecopieerd als de „onbevlekte ontvangenis"). Vanwege deze connectie was er eenheid tussen het spirituele, de vrouw, de voortplanting en het leven. Niet verwonderlijk dus, dat de vrouwen de spil van de samenleving waren, de sociale structuur die wij matriarchaat hebben genoemd. Alle ervaring, mythen en feiten verwezen uitsluitend en alleen naar de drievoudige moeder: de Oermoeder als de Uiteindelijke Werkelijkheid, moeder aarde als de context waarin al het leven is ingebed, met de stammoeder als concrete belichaming in het allerdaagse bestaan. De vrouwen zijn letterlijk draagsters van het leven. Het is een van de redenen waarom zij biologisch sterker en psychisch weerbaarder zijn (waren).

50. Eenvoudige criteria (naast andere) pleiten hiervoor: vrouwen worden ouder dan mannen, kindersterfte onder mannelijke pasgeborenen is hoger en haar hersenhelften zijn beter op elkaar afgestemd. Moeders dragen het nieuwe mensje negen maanden bij zich als deel van hun eigen lichaam. Die eenheidsbeleving is de basis van het leven. Hoe vroeger in het leven iets „fout" gaat, des te groter de negatieve gevolgen in het latere leven. De pasgeborene is vervolgens ingebed in moederlijke liefde, zorg, tederheid en bescherming die als verlengstuk van de symbiose onnavolgbaar is. Fysiek, emotioneel, energetisch, mentaal, ja spiritueel is de moeder het fundament waarop alle leven gedijt. Van alle kanten en op alle wijzen ontvangt de menselijke baby de voeding van de moeder, zonder welke hij niet kan opgroeien. Cross-cultural studies hebben aangetoond, dat in de meeste culturen het kind tenminste zes jaar ononderbroken onder de hoede van de moeder is. Zoals dat nu nog in Japan het geval is. De Japanse moeder omgeeft het kind met een „opofferende" aandacht, een die wij „onnatuurlijk" vinden. Terwijl bij ons kleuters reeds mentale (patriarchale) training moeten ondergaan, bevindt het Japanse kind zich nog in het paradijs. Japanners hebben traditioneel dan ook een hecht emotioneel fundament. De hoge cijfers van kinderzelfmoord hebben daar dan ook niet mee te maken. Het is de afwezigheid van de vader, de te plotselinge overgang naar een rigide schoolsysteem en de verwesterlijking van de samenleving, die de oorspronkelijke winst weer ongedaan maakt.

51. In een interview met het vrouwenblad „Opzij" (jan.2000, 28. jrg. nr.1) stelt Harry Mulisch, dat niet vrouwen, maar mannen onderdrukt worden. Immers, hij wordt overdag door zijn baas uitgebuit, terwijl hij thuis ook niets te zeggen heeft. Het kan niet ontkend worden, dat daar veel inzit. Het betekent echter (en dat zei Mulisch niet), dat mannen en vrouwen een gemeenschappelijk probleem hebben: de markteconomische dwang. Vanaf het moment, dat ook de man ziet, dat het systeem niet in zijn voordeel werkt, kunnen man en vrouw zich gezamenlijk inzetten voor verandering en vernieuwing.

52. Dat vrouwen ook in cultureel opzicht het fundament hebben gelegd, mag eveneens als vaststaand worden aangenomen. Alle basale voorzieningen waren uitvindingen van vrouwen. Van landbouw, graanveredeling, dierdomesticatie, vuurmaken, koken, voedingsbewerking en -bewaring, pottenbakken, weven, textielbewerking tot geneeskunde, de toepassing van bijvoorbeeld kruiden, religieuze symboliek, ritueel en bouwwerken, de maankalender en het begin van de taal, dat alles was er al voordat de mannen zich deden gelden. Dit alles in de context van harmonie met de aarde, de hemel en de menselijke gemeenschap. De stammoeders stonden daarbij centraal. Zij garandeerde de organische, fysieke, emotionele en sacrale band van de leden van de gemeenschap. Omdat het leven uit haar voortkwam, werd zij beschouwd als ingewijde, de persoon die het leven van binnenuit kende. Vandaar dat niet alleen geboorte, maar ook ziekte, ouderdom en dood onder haar competentie vielen. Zo kwam het leven uit de Moeder voort, tot wie het ook weer terugkeerde.

53. Het spreekt haast vanzelf, dat vrouwen vanuit zo’n overwichtspositie ook de persoonlijke relaties met mannen bepaalden. De man of meedere mannen waren daarbij toegevoegd aan de moeder, in een harmonische extended family (Sippe, clan) cq stamverband. Aangezien de biologische relatie met de kinderen onbekend was, werd de meest geschikte man uit de kring van de moeder aangewezen als sociale vader. Meestal was dat haar broer, zoals nog bij vele inheemse volken te zien is. Deze vaderrol was een taak, geen recht. De kinderen waren niet zijn bezit. Kinderen behoorden tot de gehele gemeenschap. Mannen hadden een flexibele rolverdeling, functioneerden in een familiegroep met andere mannen, besteedden hun tijd aan de jacht, het bedrijven van de liefde, de zwaardere klussen (niet altijd), zijn sacrale plichten, het sociale vaderschap of met nietsdoen. De sacrale context van het bestaan, de centrale rol van de vrouw daarin, bepaalde uiteraard ook de aard der sexuele relatie en beleving. Voeg daar haar mogelijkheid tot multipel orgasme bij, dan wordt het duidelijk, dat vrouwen ook hierin dominant waren. Vrouwelijke sexualiteit werd door mannen als verslindend ervaren, iets waar maar weinigen tegenop gewassen waren. Zijn fantasie wil een „wilde" vrouw, maar als zij te wild wordt „moet zij worden getemd". Was hij eerst door haar overweldigd, nu zou hij haar kleinkrijgen. De latere patriarchale, morele, religieuze onderdrukking en inperking van de vrouwelijke sexualiteit en erotiek is eruit te verklaren. Zijn opwaardering ging ten koste van haar. De agrarische revolutie (10.000 BCE), in gang gezet door de vrouw, gaf ironisch genoeg de man daartoe de gelegenheid. Landbouw ging noodzakelijkerwijs gepaard met afperking van territorium. Van bewaker, verdediger en vervolgens bezitter kon de man toen de macht naar zich toetrekken. Recente studies hebben overigens uitgewezen, dat nog altijd de vrouw de man kiest en niet andersom. Vrouwen hebben een ongelooflijk „instinkt" om te beoordelen, welke man de beste verwekker van haar nageslacht is. Zij wikt en weegt uitvoerig lichaamsbouw, symmetrie, gedrag en bijvoorbeeld oogopslag (traditioneel ook opvoeding, opleiding, bezit etc.). Hij probeert en zij beslist.

Verloedering is het gevolg van afgesneden zijn van de Bron

54. Dat „de maatschappij verloedert" is allang een allerdaags gegeven geworden. In publicaties, berichten in de krant of in de andere media bestaat daar geen taboe over. Hoe anders wordt dit als men stelt, dat het geen „neutrale krachten" zijn die de samenleving op alle fronten afbreken, maar dat het (markteconomische) patriarchaat hiervoor verantwoordelijk is. Er is immers aantoonbaar verband met de wereldwijde milieudegradatie, de sociale verloedering, de culturele desintegratie, de honger, de kindersterfte en de armoede. Het is verbijsterend, hoe ook intelligente mensen de alledaagse feiten niet in de juiste context weten te plaatsen. Sinds in de welvaartsstaat iedereen belang bij het systeem kreeg, lijkt de kritische geest te zijn uitgedoofd. Niemand die „pijn wil lijden" voor zoiets vaags als het belang van het geheel. De welstand - en de angst deze te verliezen - moet daarom dan ook als grootste struikelblok voor de zo noodzakelijke maatschappelijke veranderingen worden gezien. „Welvaart is opium voor (van) het volk". Men identificeert zich met uiterlijke dingen in plaats van innerlijke waarden.

55. Ironisch genoeg spelen ook vrouwen daarin een belangrijke rol. Bij gebrek aan alternatief: levende spiritualiteit, inspiratie, visie en politieke moed zijn zij belangrijke steunpilaren van het bestaande systeem geworden. Ofschoon het de feiten tegenspreekt, ontbreekt tegenwoordig in geen enkel weekblad propaganda als „de snelle opmars van succesvolle vrouwen". De werkelijkheid is echter anders. Vrouwen bereiken als vanouds reeds vroeg het plafond in hun carrière. Ook zijn het de vrouwen die zich het meest ziekmelden, een hoopvol teken? Meestal is het vanwege de slechte werksfeer, de te hoge werkdruk of de gezondheid, dat vrouwen afhaken. Zelfs jonge vrouwen laten tegenwoordig het geldverdienen het liefst over aan hun mannelijke partners. Niet verwonderlijk. Vrouwen moeten weten, dat het patriarchaat per definitie niet hun belangen dient, dat de werkomgeving (uiteindelijk) niet afgestemd is op hun behoeften en dat zij daarbinnen geen enkele kans maken om een vrouwwaardig bestaan op te bouwen. Vrouwen (en dus alle anderen) die een hoopvolle toekomst willen hebben, dienen hun eigen waarden als prioriteit te stellen. Zij hebben geen andere keus dan van de grond af aan alles opnieuw op te bouwen.

56. NB. Een van de beste stukjes van de laatste tijd:

 ------------------------------------------------------------------------------------------

HET MONOCULTURELE DRAMA

NEDERLANDSE vrouwen werken massaal in deeltijd. Naar algemeen wordt aangenomen is het gebrek aan kinderopvang daarvan de oorzaak. Het recente rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau geeft een ander beeld. Nederlandse vrouwen hebben gewoon geen zin in een fulltime baan. Liever besteden zij een substantieel deel van hun tijd aan het privéleven.

In de Volkskrant van zaterdag werd enkele emancipatie-deskundigen om commentaar gevraagd. De arbeidseconoom Jacques Siegers nam het standpunt van de overheid in dat, zoals bekend, door kostenoverwegingen wordt bepaald. Vrouwen met parttime baantjes bereiken nooit economische zelfstandigheid. Bij echtscheiding vallen deze vrouwen terug op de bijstand en dat kost de samenleving veel geld.

De hoogleraar vrouwenstudies, Rosi Braidotti, vond om een andere reden ‘deeltijdbanen een plaag. Het is funest voor je carrière. Topbanen vereisen maximale inzet’. Zij vindt dat de Nederlandse vrouwen weliswaar ‘enorm geëmancipeerd zijn, maar totaal geen macht hebben.’ Economische zelfstandigheid, carrière en macht. De tijdgeest had niet beter kunnen worden verwoord: eigen geld, eigen leven en eigen macht.

Vijfentwintig jaar geleden dacht de vrouwenbeweging dat financiële onafhankelijkheid het geluk van vrouwen zou bevorderen, dat loonarbeid volwaardig burgerschap zou opleveren en daarom rechtstreeks naar machtsposities zou leiden. Er werd een paradijs van zichzelf ontplooiende individuen verwacht.

Dat paradijs is er nooit gekomen. Integendeel. Kenmerkend voor onze samenleving is juist de geringe waardering voor werkelijk autonome en bijzondere mensen. Want de carrières die Braidotti zo belangrijk vindt, leveren geen vrije individuen, maar karikaturen van vrijheid op.

In de huidige arbeidsorganisaties worden mensen weliswaar aangesproken op hun persoonlijke talenten en bekwaamheden, maar ze worden beoordeeld naar standaardmodellen van input, output, verantwoording van uren en prestaties. Je hoeft maar even in een grote of middelgrote arbeidsorganisatie rond te lopen en je ziet hoe werknemers zich naar de opgelegde standaardmodellen voegen.

Bovendien heeft dit gestandaardiseerde individu geen tijd voor burgerschap. Zijn politieke participatie is nog nooit zo laag geweest. Vrijwilligerswerk wordt alleen verricht wanneer het een instrumenteel netwerk oplevert. Overigens wordt niet alleen het leven van de volwassen werknemer, maar inmiddels ook dat van studenten en middelbare scholieren beheerst door het monotone ritme van betaald werken en - liefst in massaverband - consumeren.

Des te interessanter is het dat de Nederlandse vrouwen – ondanks de toenemende druk van overheid en arbeidsmarkt — massaal blijven weigeren om zich tot zo’n karikatuur van het vrije individu te laten degraderen. Kennelijk hebben ze goed in de gaten dat vrijheid, burgerschap en geluk een parttime baan veronderstellen. Anders dan Braidotti meent ligt de macht van de Nederlandse vrouwen niet op de arbeidsmarkt, maar in hun verzet tegen het individualiteit vernietigende effect van die markt.

Misschien moeten Siegers en Braidotti eens het laatste nummer van Facta lezen. Daarin wordt de Amerikaanse politicoloog Robert Lane geinterviewd naar aanleiding van zijn laatste boek The Loss of Happiness in Market Democracies (2000). Naarmate een land rijker wordt en de markt het leven van mensen dwingender gaat beheersen, gaat de stelling niet meer op dat de vrije markt het nut, de vrijheid en het welzijn van mensen dient.

Op grond van een enorme hoeveelheid empirisch materiaal laat Lane zien dat in vrije-marktdemocratieën - de Verenigde Staten voorop - geluk en welbevinden afnemen, onbehagen en depressies toenemen en dat er een ‘tragische erosie’ van familiale en vriendschappelijke solidariteit op gang is gekomen.

Volgens Lane ligt het geluk vanaf een bepaalde inkomensgrens - die in het rijke Westen al lang is bereikt - niet in nog meer geld, maar in zaken die de markt niet kan bieden: vriendschappen, een gelukkig liefdesleven en warme relaties met je kinderen en familieleden. Het geluk van een individu wordt bepaald door anderen. Waardering, affectie en bevestiging hebben de meeste invloed op onze stemmingen.

Mensen die zich in dit geluk verheugen zijn volgens Lane creatief, genereus, tot samenwerking bereid, beschikken over een probleemoplossend vermogen, zijn democratisch gezind en hebben de minste etnische vooroordelen. Wetenschappers en intellectuelen zouden, volgens Lane alternatieven moeten aanbieden voor het monomane thema dat onze marktdemocratieën beheerst: werk, werk, werk en groei, groei, groei.

Als Lane gelijk heeft, zou het monoculturele drama op termijn wel eens wel groter kunnen zijn dan het multiculturele drama.

Dorien Pessers in De Volkskrant van 19 september 2000

NB. Twee opmerkingen: 1. Hoe lang duurt het nog voordat de mannen het ook gaan zien? 2. Nog niet te spreken van het feit dat vrouwen de goedkope arbeidskrachten van de "markteconomie" zijn: laagbetaald en vaak zonder dat sociale premies hoeven te worden afgedragen.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------

57. Daartoe is het nodig, dat zij hun toevlucht nemen tot de drievoudige moeder: de Oermoeder, moeder aarde en de stammoeder. Hun eigen leefomgeving is daarbij analoog aan de vroegere clan (stam). Beginnend met wederzijdse hulp, kinderoppas en bijvoorbeeld bevordering van gezondheid breiden zij hun invloed en activiteiten langzamerhand uit. Gezinnen uit één straat worden leden van een extended family, later uitgebreid naar de buurt, de wijk en de gemeente. Het principe van Zelfbestuur op alle niveau's kan worden ingevoerd. Het is nodig om heel helder te zien, hoe het patriarchaat om te kunnen heersen verdeeldheid, eigenbelang, afgunst en competitie heeft gezaaid. Groepjes meest bewuste vrouwen zullen daarom de levensnoodzaak van verbondenheid keer op keer weer moeten benadrukken, zodat deze obstakels overwonnen kunnen worden. De wijken dienen weer volkswijken te worden met intensief contakt over en weer, herstel van de (straat)gemeenschap, zelf- en wederzijdse hulp, zelfbeslissingsbevoegdheid te beginnen bij de kleinste eenheid, het gezellige leven op straat met de stam(straat)moeders en hun gevolg als stralende middelpunt. Mannen en vrouwen werken samen op basis van gelijkwaardigheid, maar met vrouwelijke waarden als uitgangspunt. Dat dit geen vrijblijvende fantasie is, moge duidelijk zijn. Als het genezingsproces van de gemeenschap niet op korte termijn en met veel élan in gang gezet wordt, zullen wij allen „aan de wolven" zijn overgeleverd.

58. Hoe vrouwen ingeklemd zijn in het systeem bewijzen onderzoeken uit de USA (juni 2000) waar tweederde van de werkende vrouwen, als zij de vrijheid van keuze hadden - die ze vanwege de gelddruk dus niet hebben, of niet denken te hebben - aangeven onmiddellijk uit hun baan te zullen stappen. Zij geven de voorkeur aan huiselijke arbeid. Daarnaast worden degenen, die binnenshuis werken - de huisvrouwen - gek van de tijds- en werkdruk binnen het gezin, dusdanig, dat zij per dag geen minuut voor zichzelf overhouden. Er worden nu vrouwelijke psychologisch geschoolde "onthaastingsadviseurs" ingezet, die echter vanwege het overstelpende werk op hun beurt weer overwerkt raken.

59. De Grote Moeder wordt ook als kosmische Weefster voorgesteld. Het is een van de vele voorbeelden van analogie die vanuit de prehistorie tot ons gekomen zijn. Er bestond een diep inzicht over het verband tussen het dagelijke weven - het werk van vrouwen - en de scheppende werkzaamheid van de Moeder. Immers uit Haar (via het Zijn) komt het weefsel van de wereld voort, de samenhang van al het bestaande. Innerlijk en uiterlijk zijn daarbij twee kanten van dezelfde medaille. Hemel, sterren, zon, maan, wolken, bergen, rivieren, zeeën, de vegetatie, het dierenrijk en de mensen zijn keerzijden van gedachten, intuitie, (voor)gevoelens, telepathie, magie, emoties, extasen, verlangens, angsten, dromen, mythen, kunst en werk, zij bevinden zich in dezelfde Eeuwige Ruimte. Alles is daarin met alles verbonden. Vandaar dat vooral vrouwen denken in verbindingen, samenhangen, analogieën, synchroniteit, dromen en mythen.

60. Dat het patriarchaat ook niet in het belang van de man is, moge hier nog eens worden benadrukt. De wisseling van de wacht: een samenleving gebaseerd op vrouwelijke in plaats op mannelijke waarden doet niets af aan de waarde van de individuele man. Integendeel. Immers, hij lijdt op zijn manier onder wat hij ooit heeft afgeroepen. Het systeem heeft ook hem gedeformeerd, zijn beste kanten onderdrukt, zijn slechtste kanten opgeroepen. Teruggeworpen op zichzelf is hij vervreemd van zijn diepere Zelf en geisoleerd van zijn directe omgeving: zijn eigen lichaam en de natuur. Eigenlijk is hedentendage de existentiële crisis onder mannen groter dan die onder vrouwen. Hij is in een identiteitscrisis, omdat hij zijn (ware) identiteit nooit gezocht heeft en zichzelf heeft opgehangen aan dingen van buitenaf. Nu de zekerheden in de buitenwereld afbrokkelen, is zijn rol als man steeds onduidelijker geworden. Zijn mannelijke waarden geven hem geen referentiekader meer. Logisch, want het kenmerk van de mannelijke ontwikkeling was nu juist het egotische, de ontwikkeling van een afgescheiden ik. Dat dit prille ik zich ooit van vrouwelijke dominantie moest losmaken was noodzakelijk. Het schoot daardoor echter teveel door in de andere richting.

61. De opgave voor deze tijd is mannelijk en vrouwelijk met elkaar te verzoenen, het creëren van een vruchtbare complementariteit. Om elkaar te kunnen aanvullen is echter een gemeenschappelijk context onontbeerlijk. Het mannelijke ik, als van het leven afgescheiden en vervreemde instantie, is daartoe niet geschikt en met hem alle projecties in de transcendentie, god als vader. Dat kunnen daarentegen alleen die waarden zijn, die het leven, de samenhang en de verbondenheid vertegenwoordigen. Vandaar dat het vrouwelijke de context van het mannelijke is en niet andersom. Het maakt zijn leven vruchtbaar, terwijl hem tegelijkertijd grenzen gesteld worden. Hij kan zijn beste kwaliteiten, die onder het patriarchaat evenzeer worden onderdrukt: als creativiteit, die van beschermer, kameraadschap, vrijgevigheid, edelmoedigheid, initiatief en zelfopoffering, ja zelfs die van competitie, prestatie en de jacht naar succes verder ontwikkelen, alleen niet meer als doel op zichzelf, maar in dienst van het geheel. Binnen het patriarchaat (bedrijfsleven) blijken alle (schamele) pogingen om „iets te doen" aan ethiek (...), zingeving en sociale verantwoordelijkheid vruchteloos. Hoe kan het ook anders, hoe kan een op winstbejag gericht systeem in godsnaam tegelijkertijd het leven dienen?

De versterking van mannelijke identiteit, gebaseerd op authentiek mannelijke waarden, heeft een even grote prioriteit
als die van vrouwen

Home

© 2000 Copyright by Han Marie Stiekema
Last update: 11/05/07