Hoofdstuk 2 INTRODUCTIE |
||||
Inhoud 1. VOORWOORD 2. INTRODUCTIE 3. MIJN JEUGDHet begin De school Arts voor natuurgenees- kunde 4. AAN GENE ZIJDE De Grote Ervaringen/Tien jaar ononderbroken gelukzaligheid Profetie Een droom GraalsVisioen De Drieëenheid Appendix Mijn innerlijke vrouw Vrijend vrij...Tantra De Meester OPENBARING VAN DE GROTE MOEDER HET ABSOLUTE NIETS HET GROTE LICHT HET GROTE STERVEN/ DE ONDERWERELD Commentaar Voortzetting De Ultieme Sutra Voortzetting Amsterdam, augustus 1980 Dansen Kundalini Stille kracht Volgende Niets Is/De Cyclus voltooid 6. DONKERE NACHT VAN DE ZIEL Persoonlijke integratie: Vijftien jaar vallen en opstaan Verlatenheid Zelfbetrokkenheid Afgunst/Jaloerse monologen De Tegenstrever Loutering Identiteit Kennemerduinen 1990 Japan en HongKong MeiMei Ontsnapt uit de hel van de toekomst Brazilië Laatste beproeving 7. DE HEILIGE VALLEI ("Dalrede") De Afdaling De Diepte De Terugkeer 8. MIJN
LEVENSMYTHE 9. HEALING THE PLANET 10. DE GROTE
MOEDER 11. KEER OMME 12. EPILOOG |
Mijn leven: het
oude afgebroken tot op het Wezenlijke om vanuit Reeds meer dan acht en twintig jaar probeer ik te verwoorden wat niet te verwoorden valt. Het is mijn loflied op het Bestaan. Het Leven, niet ik staat hierbij centraal. Wat mij overkwam is onpersoonlijk. In alle hier beschreven Grote Ervaringen had mijn ik ophouden te bestaan. Het ik en de Verlichting sluiten elkaar uit. Ben je in je ik, dan staat Verlichting op de achtergrond, heeft Het bezit van je genomen, is je ik er niet meer. Ik - als de gewone dagelijkse identiteit - ben verlicht" is daarom een fundamentele onmogelijkheid. Het Licht is daarentegen het dragende Vlak van het gehele universum. Het is het onzichtbaar Alomtegenwoordige. Het is de Essentie van alles en iedereen. Als je erin verdwijnt zie je niet het Licht, maar ben je Het. Het is daarom geen ervaring, maar een sprong in identiteit. Een ervaring is iets wat jou overkomt, waarbij het ik weliswaar iets ondergaat, maar principieel dezelfde identiteit behoudt. Kern van Verlichting is niet dat het bestaande ik iets groots wordt geschonken, maar dat dit ik plotseling verdwijnt in een bovennatuurlijke Zijnsdimensie. Het ik-zelf heeft een fundamentele transformatie ondergaan. Je realiseert je niet dat kleine ik te zijn, maar Iets dat daar mijlenver bovenuitsteekt. Dit is geen mystiek. Mystiek heeft het over de tijdelijke vereniging met het Goddelijke. Het beschouwt Verlichting als een ervaring, niet als een Realisatie. Het accepteert de sprong in identiteit niet. Er rust een taboe op het feit, dat de mens ten diepste goddelijk is. Vandaar dat mystiek je afhankelijk maakt van de ervaring" en snel kan ontaarden in spiritueel materialisme". De meeste mensen denken, dat spiritualiteit" een verruiming van de geest is. Aangezien ze echter niet weten wat geest" is, denken ze dat het in het verlengde ligt van hun dagelijkse ervaring. Spiritualiteit en persoonlijke groei worden zo door elkaar gehaald. Terwijl het eerste het opgeven van het (kleine) zelf is, beoogt het tweede juist uitbreiding van de bestaande ervaringswereld. Daar is niets mis mee, zolang de twee richtingen niet - opzettelijk of onopzettelijk - door elkaar gehaald worden. Hetgeen tegenwoordig helaas juist wel het geval is. Om te beginnen zijn de bewoordingen vaak zo overlappend, dat bij de eerste orientatie reeds grote verwarring ontstaat. Zo kunnen termen als ware Zelf", bewustzijnsverruiming", meditatie", Liefde", de spirituele Weg" en vele andere allemaal dubbel uitgelegd worden. Is het ware Zelf een verlengstuk van jezelf - een gevisualiseerde creatie - of een dimensie aan gene zijde, die je pas realiseert door opgeven van je bestaande ik, dat is wat hier wordt bedoeld. De waarnemer zijn van jezelf impliceert een innerlijke afstand, dat je een sprong in bewustzijn hebt gemaakt. Er blijkt een discontinue overgang te bestaan naar een andere dimensie in jeZelf. Bewustwording is daarom niet een meerwaarde", uitbreiding van het bestaande - expansie - maar veeleer er achter komen", een stapje terugzetten" in de vertikale dimensie. Terwijl de werkelijkheid achter de woorden dus vaak diametraal tegenover elkaar staat, wordt door de terminologie een valse eenheidssoep gesuggereert. Iedereen praat over hetzelfde" terwijl ze het (over) fundamenteel andere werkelijkheden hebben (zijn). Uiteindelijk blijkt het om totaal verschillende levensinstellingen te gaan: de weg van het (Niet) Zijn en die van het hebben. Spiritualiteit als ware werkelijkheid of ingebeelde ziekte is waar het hier om gaat. Je kunt pas je ik laten vallen, als je er eerst een hebt. Dat is in tweeërlei opzicht van groot belang. Het komt veelvuldig voor, dat ik-zwakke mensen een transcendente ervaring krijgen. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren, dat ik bij een jonge man werd geroepen, die in een acute psychose verkeerde. Hij was radeloos van angst die permanent in en om hem heen was. Hij verkeerde in een afgrond van onbeschrijfelijke vertwijfeling. Wat bleek was dat hij zich intensief met kundalini-technieken" had beziggehouden. Eerste stelregel op de Weg is daarom zorg te dragen voor een redelijk geintegreerde ik-structuur. Hetgeen in vele gevallen betekent, dat je eerst beziggaat met heelwording, ik-integratie. Het benadrukt het nut van persoonlijke groei" en therapie als de eerste stappen naar verdere bewustwording. Het tragische echter is, dat tegenwoordig mensen, wanneer ze in groeiprocessen zijn" vergeten, dat groei" geen doel op zichzelf is. Het ultieme geluk in het leven bestaat daarentegen daarin, dat je op een gegeven moment je ik juist kunt laten vallen. Op die duintop viel alles van mij af", Bij hem vergat ik mijzelf volledig", In mijn meditatie was er alleen nog maar zitten". Het is het criterium voor ware spiritualiteit: wanneer je werkelijk innerlijk vernieuwt, valt het oude van je af. Dit is speciaal relevant voor de tijd waarin wij leven. Het wordt gekenmerkt door afbraak op alle niveau's: individueel, sociaal, economisch, cultureel, religieus en ecologisch. We voelen ons daardoor vervreemd, geisoleerd, zinloos, bedreigd en angstig. Het totaal op onszelf teruggeworpen-zijn is een probleem waar maar weinigen mee uit de voeten kunnen. De existentiele crisis grijpt namelijk als een olievlek om zich heen. Weinigen hebben nog het gevoel dat zij de gebeurtenissen in eigen hand hebben. Het lijkt of wij met zijn allen afstevenen op de grote ontreddering: het grote niets. Als verlamd kijken wij toe. Of zoeken afleiding in het werk, de computer, de handy's, de TV, de vacanties of de party's. Niets lijkt ons erger dan de confrontatie met het niets, de leegte. Inzicht in de situatie is daarom dringend geboden. Als je het oppervlakkig bekijkt, dan is onze toestand inderdaad nogal uitzichtsloos. Dagelijks met afbraak, somberheid, problemen, stress, depressie en burn-out geconfronteerd worden, is niet iets waar je echt vrolijk van wordt. De kernvraag is of afbraak alleen maar zinloos is. Misschien lijkt dit absurd op het eerste gezicht. Denk je er dieper over na, dan vallen je wellicht enige creatieve ideeën te binnen. Zoals: afbraak kan zinvol zijn als het dingen, structuren of paradigma's betreft die niet meer levensvatbaar zijn. Dus alle dingen die oud, ziek, versleten, opgebruikt, vastgelopen of schadelijk zijn. Zoals je dat in de natuur kunt waarnemen. In de herfst sterft alles af om plaats te maken voor nieuw jong leven in het voorjaar. Zo gaat het ook met ons mensen, zo gaat het zelfs ook met culturen. Het voert je naar het mysterie achter "sterven en opnieuw geboren worden". Ik heb een vreugdevolle mededeling voor je. De crisis blijkt toch niet zo uitzichtsloos te zijn als je wel zou denken. Er zit inderdaad een wetmatigheid achter. Ironisch genoeg is die wetmatigheid al zo oud als de mensheid. Het gaat om inzicht in de aard van de Uiteindelijke Werkelijkheid. Tot voor kort werd dit "God" of het "Zijn" genoemd. Dat kwam al dicht bij de Waarheid, maar niet helemaal*. "Hij" helpt ons bijvoorbeeld niet om onze huidige crisis beter te begrijpen. We staan nu voor de keuze: laten we alles wat met religie en spiritualiteit te maken heeft vallen of stellen we de vraag naar de Waarheid opnieuw? Als we het laatste doen - en erkennen dat "God" niet meer voldoet - dan moeten we "aan gene zijde van God" gaan zoeken. De verrassing is nu, dat "God" inderdaad niet het Uiteindelijke is. De verschillende tradities, mijn "eigen" Drievoudige Realisatie en ook de natuurwetenschappen bevestigen het feit, dat zowel het Goddelijke als de zichtbare wereld ingebed zijn in wat een "Kosmisch Vacuum" genoemd kan worden. Het punt is, dat dit niet slechts een theoretische verschuiving is. Het karakter van het Vacuum - in vroeger tijden ook "Baarmoeder" of "Grote Moeder" genoemd - is heel specifiek. "Haar" Bodemloze Grond heeft een hele eigen kosmische dynamiek. Alles zonder uitzondering - zowel het Goddelijke alsook de zichtbare wereld - wordt ononderbroken uit Haar diepe Afgrond geboren, terwijl het er voortdurend in terugkeert. Dit wordt de Wet van het Universum genoemd: het dynamische evenwicht tussen afbraak, bestendigheid en vernieuwing. * Bedoeld is de "God" zoals deze ons door het Christendom is voorgehouden. De ware "God" overstijgt echter alle definities. Daarom zijn bijvoorbeeld uitspraken als "de God van de bijbel" in tegenspraak met zichzelf. In de Grote Moeder Traditie - waarbij het Licht uit het Absolute Niets wordt geboren - is het Goddelijke het Lichtlichaam van de Grote Moeder. Zie hoofdstuk 8: "Keer Omme". Tegen deze achtergrond krijgt onze eigen existentiele crisis betekenis. Wij leven in een tijd, waarin het accent ligt op "de terugkeer naar de Oorsprong". Het "niets" komt nu in een heel ander licht te staan. In plaats van schrik in te boezemen, blijkt het het Vacuum te zijn, waarin wij - opgebruikt en versleten als wij zijn - terugkeren om opnieuw geboren te worden. Meewerken met de "kosmische Wet" getuigt van wijsheid. In de nood de verlossing zien, bevrijdt ons uit onze benauwenis. En wees eerlijk: hebben wij zelf niet bijgedragen tot de huidige crisis? In ons onvermogen tot Zijn hebben we onze toevlucht tot "hebben" gezocht. Door steeds meer te hebben, dachten we het geluk naar ons toe te kunnen halen. Hebben kan onze dorst naar onsZelf-zijn, de Waarheid, liefde en verbondenheid echter niet vervangen. Vandaar dat het tot een obsessie uitgroeide. We worden nu met de harde werkelijkheid geconfronteerd: het hebben, dat ons bestaan op alle niveau's bedreigt. We dreigen in onze eigen ophopingen te verstikken. De Leegte - het Kosmische Vacuum - duldt echter geen (extreme) ophopingen. Deze verstoren immers het dynamische evenwicht tussen afbraak, bestendigheid en vernieuwing. Aangezien de zorg van "de Grote Moeder" in eerste instantie hier naar uitgaat, "heeft Zij het sein tot afbraak" gegeven. In plaats van hierover te treuren, begrijpt de mens van inzicht de uitnodiging van de Moeder. Als wij eerlijk zijn, dan moeten wij erkennen dat ook wij op onszelf gericht, verslaafd en hopeloos verstrikt zijn in een leefstijl die ons eigenlijk alleen maar ongelukkiger maakt. Zo gezien betekent "burn-out" - van onszelf en de cultuur - niets anders dan de afbraak van onze zelfbetrokkenheid, met de kans om daardoor tot ons Ware Zelf en onze eigenlijke levensbestemming te komen. Looft en prijst dus de Moeder! Door overgave aan Haar Vacuum - het Kosmische Niets - kunnen wij het oude - ons ego - laten sterven om opnieuw geboren te worden. Dat wat ons eerst de grootste angst inboezemde - onze angst voor het Niets - blijkt nu onze verlossing te zijn. Niemand kan voor ons sterven om ons te laten wedergeboren (...), alleen wijzelf kunnen het. Vertrouwen in de Oermoeder - het Vat van Regeneratie - maakt dat mogelijk. Is het leven niet wonderbaarlijk? En zoals je misschien al begrepen had: ik heb de ongelooflijke genade gehad om je hierin voor te gaan. Het verslag daarvan is in dit boek opgetekend. Mag ik je dus hierbij uitnodigen? © 1999 Copyright by Han M. Stiekema. Alle rechten voorbehouden. |