Hoofdstuk 8 MIJN LEVENSMYTHE |
||||
Inhoud 1. VOORWOORD 2. INTRODUCTIE 3. MIJN JEUGDHet begin De school Arts voor natuurgenees- kunde 4. AAN GENE ZIJDE De Grote Ervaringen/Tien jaar ononderbroken gelukzaligheid Profetie Een droom GraalsVisioen De Drieëenheid Appendix Mijn innerlijke vrouw Vrijend vrij...Tantra De Meester OPENBARING VAN DE GROTE MOEDER HET ABSOLUTE NIETS HET GROTE LICHT HET GROTE STERVEN/ DE ONDERWERELD Commentaar Voortzetting De Ultieme Sutra Voortzetting Amsterdam, augustus 1980 Dansen Kundalini Stille kracht Volgende Niets Is/De Cyclus voltooid 6. DONKERE NACHT VAN DE ZIEL Persoonlijke integratie: Vijftien jaar vallen en opstaan Verlatenheid Zelfbetrokkenheid Afgunst/Jaloerse monologen De Tegenstrever Loutering Identiteit Kennemerduinen 1990 Japan en HongKong MeiMei Ontsnapt uit de hel van de toekomst Brazilië Laatste beproeving 7. DE HEILIGE VALLEI ("Dalrede") De Afdaling De Diepte De Terugkeer 8. MIJN
LEVENSMYTHE 9. HEALING THE PLANET 10. DE GROTE
MOEDER 11. KEER OMME 12. EPILOOG |
Terugblikkend Teruggaand zijn mij de hoofdlijnen van mijn ontwikkeling duidelijk geworden. In de eerste twee jaar leefde ik in het paradijs. Daarop volgde de voor mij uiterst pijnlijke ervaring van de "afwijzing". In mijn ervaring werd ik van de een op de andere dag - direct na de geboorte van mijn broertje - niet meer geliefd of gezien, ik voelde mij totaal verlaten en aan mijn lot overgelaten. Ik moest het vanaf dat moment "alleen opknappen". Mijn diepe minderwaardigheidscomplex - door chronisch gebrek aan bevestiging was ik een niemand geworden - werd overgecompenseerd door een ideaalbeeld van mijzelf, waaraan ik mij vervolgens vastklampte. Mijn leven was één grote poging om iemand te zijn. Zonder dat ik dit in de gaten had, raakte ik verslaafd aan dit zelfbeeld. Diep pijnlijk voor mij is te bekennen, dat ondanks de gelukzalige tien jaren - waarin de gelukzaligheid bestond in het Niets-zijn! en na het vallen en opstaan van de donkere jaren die erop volgden - ik mij opnieuw identificeerde, maar nu met mijn spirituele zelfbeeld: mijn realisatie, het leraar-zijn en mijn "impact op de wereld". De opgeblazenheid, voortkomend uit het kinderlijke minderwaardigheidscomplex, bleek het laatste obstakel op de weg naar volledige overgave. De uitputting als gevolg van het achternarennen van mijn zelfverslaving, dwong mij echter keer op keer weer op de knieën. Nu ik mij tenslotte met mijn niemand-zijn heb verzoend, is er een wonderbaarlijke kalmte en vrede in mij gekomen. Nu kan niets mij meer uit het Wezenlijke wegtrekken. Dat ik voortdurend met lege handen moge staan is mijn belangrijkste gebed geworden. Het besef een leven lang in de ban van je eigen mythe te zijn geweest, is geen leuke ontdekking. Er gaat door je heen, dat je daarmee je leven vergooid" hebt, dat veel dingen allemaal voor niets waren of nog erger, dat je met Don Quichote alleen maar tegen schimmen vocht. De verleiding om de hele zaak" eindelijk grondig op te ruimen, ligt dan voor de hand. Gelukkig kon ik echter alles de tijd geven. Onverwerkte delen, vanaf het eerste moment dat zij geintegreerd zijn, krijgen een functie ten aanzien van het Geheel. Bijvoorbeeld door mijn ijdelheid - mijn ambitie om altijd nummer één te zijn - niet meer voor mijzelf te houden, maar aan God op te dragen", evenals mijn woede, die - getransformeerd - nu in dienst staan van de afbraak van levensvijandige patronen en structuren. Nog altijd ben ik dankbaar, dat ik indertijd koos voor zelf-acceptatie, in plaats van te proberen mijn problemen" op te lossen*. Ik was gelukkig masochistisch genoeg om in mijn pijn te blijven zitten" in plaats van deze proberen kwijt te raken. Daardoor gaf ik mijzelf de ruimte om bewust te worden, haar te beleven en te integreren. Stukje bij beetje voegden de delen zich hierdoor weer naar het geheel. Het jezelf ontdoen van blokkaden" om daardoor gelukkiger te worden" heeft mij daarom ook nooit aangesproken. Je kunt pas iets loslaten als je het eerst toegelaten hebt. * Zie "De Universele Weg" Divine Wrath Unexpectedly, I was granted the Realization of Divine Wrath. The provoking elements being shock, angst and rage. It was shortly after my wife spent three weeks in the hospital (intensive care!) after a serious accident. Through a "cold shock" her lungs were oversaturated with fluids. So she had to be on the machines all the time. It was God-Given luck that she survived. Some months later we were on holiday. We had rented a small house from a friend who knew about MeiMei's background. While sitting in the garden, enjoying the fine weather, we suddenly saw a man behind the hedge - on only two yards distance - in protective clothing, spraying weeds with pesticides. Immediately I got a shock, in a flash seeing MeiMei laying in her hospital bed, fighting for her life. I felt acute danger in every cell of my body, one that involved by whole spiritual-emotional and physical being. Within a split-second my entire system reacted like a tiger mother, defending her baby. I was in a state of Divine Wrath. Although I experienced supernatural Rage, no cell in me had the intentention of attacking my friend. My anger was transcended to a Divine Space, in which everything was timeless and limitless. My whole Being was Rage, truly a special kind of Enlightenment. At the same time the Divine "kept overview" all the timel. Not for a second, the Rage could have damaged my friend. Something "I" was constantly aware of. Hence, no additional fear for getting out of control, at all. Much later I realized that this had been a great gift. Never before, I could have let go anger, without being afraid of hurting somebody. Therefore, I had been always afraid of aggressive confrontations. Through "my" Divine Wrath I know now that transcendence of defensive! rage is possible. I am much less afraid of my own aggression now. Noteworthy to mention is that my friend didn't experience my Rage as hurting him, while his girlfriend, who saw the scene said with sacred awe: "I have never seen you so "angry". There was something very special about it, something I cannot define". VerderDiep inzicht in de oorzaak en de samenhang van het lijden was daarbij de eerste voorwaarde, de eerste stap op een lange weg. Zonder het werk van de tijd", waarin alles tot in den treure" herkauwd wordt, was het niet mogelijk geweest. Moed was nodig om keer op keer diezelfde" pijn, woede en angst door mij heen te laten gaan: het voortdurend voelend gewaarzijn, toelaten en aanvaarden, het lelijke" in mijzelf lief te hebben, te omarmen en te erkennen en tenslotte voor God" te bekennen, zonder voorbehoud of terughoudendheid. Vanuit de diepe wanhoop, dat het nooit meer goedkwam" gaf ik mij voortdurend terug Van-Waar-Ik-Kwam en (her)ontdekte zo het relatie-aspect met het Uiteindelijke* (dat Ikzelf Ben): het gebed, het niet mijn wil, maar Uw Wil geschiede" en het fluisteren van Zijn Naam. Ononderbroken zocht ik antwoord op mijn diepste verlangen om voor altijd deel van het Geheel, een instrument in Zijn Handen" te zijn. * Wat Zich uiteindelijk zou openbaren als zijnde De Grote Moeder. Nog crucialer bleek de openlijke erkenning van wat anderen door mijn toedoen hadden moeten doormaken, zonder dat zij daarom gevraagd hadden, mijn schrijnend gevoelde spijt uitdrukken aan die dierbaren die het meest onder mij geleden hadden, mijn medegevoel te delen, te laten weten dat ik voel wat zij hadden gevoeld. Het van persoon tot persoon uitspreken van dit besef, het delen van de gezamenlijke smart en het vragen om vergeving was voor mij het grootste struikelblok geweest. De relatie met mijn moeder stond daarbij centraal. Hoe lang dit wel niet geduurd heeft en hoe gemakkelijk" het ging toen ik eenmaal tegenover haar zat! Hoe lang had ik haar geweigerd te vergeven voor al die tijd - bijna mijn hele leven - dat zij mij niet wilde accepteren zoals ik was. De pijn die ik daardoor ophoopte, de wonden die elke keer weer opengereten werden, waren gewoon te groot geweest. Op mijn beurt had ik de relatie vergiftigd met mijn onmacht. Waarvoor ik vergeving vroeg. Tranen liepen over mijn wangen toen mijn moeder zei, dat zij ondanks alles altijd van mij gehouden had. Voor het eerst bekende zij haar tekortschieten naar mij toe.Welk een liefde is er tussen dierbaren en hoe kun je je daar - zonder dat je dat beseft - voor afsluiten. "Gewoon mijzelf-zijn",
die kitscherige slogan uit de ik-cultuur, mits op de Mijn levensmythe is van hij die terugkwam" - een dwaas, dronken van het Goddelijke, levend in het Hier en Nu. Van de Andere Oever" kom ik tot je als iemand die je je erfrecht komt terugbrengen. Ik heb in mijn ballingschap Dat bewaard, wat jij hebt verloren, waardoor jij - ondanks je obscessie van het geluk" - ten diepste ongelukkig bent. Ik kom je brengen Wat in mij heeft overleefd, maar Wat niet van mij is. Ik was bevoorrecht dat ik mijn Onschuld mocht behouden, nu kan ik niet anders dan jou leiden naar diezelfde Onschuld, je Ware Zelf. Ik Ben Waarachtig Vrij en kan het niet aanzien hoe je gevangen zit in de door jezelf gecreëerde hel. Niet voor niets heb ik na mijn tien jaar Goddelijke Gelukzaligheid heel bewust gekozen om weer de wereld van conflict en betrekkelijkheid in te gaan, alleen om nog beter te weten wat jij voortdurend moet doorstaan. Mijn richtsnoer daarbij is het Graalsvisioen*. Het is een geschenk van de Grote Moeder. Zij gaf mij het aan het allereerste begin van mijn spirituele Weg. Zoals bekend bestaat het uit "Streef naar Verlichting, herstructureer (integreer) je leven en dien de ander" gesymboliseerd door het St.Janskruid, de Joodse (Canaanitische) kandelaar (levensboom) en de zich uitschenkende Graalskelk. Elke keer wanneer ik de Weg kwijt was, vond ik steun in het Visioen. Het heeft mij keer op keer weer richting aangegegeven. Omdat het Visioen een transcendent karakter had, was het niet alleen voor mij bedoeld. Iedereen kan het als richtlijn aannemen. * Het Wezen van de Graal: initiatie van de man door de vrouw in de heelheid. Zoals je wel weet is de Graal verbonden met de Parcivallegende. Mijn leven is hiermee ten nauwste verweven. Niet alleen dat een wijze man mij hier ooit een voorspelling over had gedaan*, maar ook heel concreet. Mijn leven loopt volgens hetzelfde patroon. En ik dan nog vaak zeuren over gebrek aan leiding! Dit "heroische" aspect van mijn bestaan moet echter steeds opnieuw geactualiseerd worden. Het vereist moed, doorzettingsvermogen, vertrouwen en kracht. Centraal staat het uitvoeren van je opdracht. Daarvoor is het nodig, dat je samenvalt met je bestemming. Bij Parcival gebeurde dit allereerst door het geschenk van de Verlichting (bij mij Drievoudige Realisatie). Je wordt hierdoor in één klap op de rails gezet, ingeschakeld in het "Goddelijke Plan". Dit is echter slechts het begin. Door de Grote Opening komen er ontelbare onverwerkte cq archetypische inhouden "naar boven". Je wordt hiermee geconfronteerd of je wil of niet. Zij worden gesymboliseerd door de ontelbare! avonturen die Parcival op zijn Weg ontmoet. De uitdagingen zijn in feite aspecten van hemzelf die geintegreerd moeten worden. Na een lange tijd van rijping wordt hij dan voor de tweede keer op de Graalsburcht (symbool van Verlichting) uitgenodigd. In tegenstelling tot de eerste keer verzuimt hij niet om naar de gezondheidstoestand van de koning te vragen. Vol-ledige Verlichting is synoniem met mededogen! Pas dan valt je het Koninkrijk ten deel. * Zie hoofdstuk "Mijn jeugd"
Last Struggles Teresa of Avila, my great spiritual sister, made some VERY pointing remarks. She said, that the initial God-Experience (Enlightenment) is easy, compared to the second one. What does she means by that? Well, in the beginning, either through self-effort or grace everything has an excitement of the New in it. Your whole body-spirit-mind is focussed on one thing only. It creates the right breeding ground for a Great Opening. The "lucky ones" may experience an actual Realization of a few seconds, minutes. In my case a full day! After that I lived for ten years in uninterrupted Bliss. Whether after a few hours or after ten years, one thing is sure: the ego returns. I recognized the importance of it (what not everybody does....), while starting the "Dark Night of the Soul", in which residues of my old self had to become integrated in my New Identity. Since the East considers 1. the personality being an illusion 2. the spiritual Path completed through realizing Enlightenment (which is not true), I searched in vain for inspiring examples. I found it through reading E.Underhill's book "Mysticism", a unique, nay, totally unsurpassed account of the Western (Christian) Mystic Way. It fully confirmed Teresa's experience, describing the stages of the Way in a "logical" sequence. The Path doesn't end with Realization, the latter appears only to be the beginning of it.....In my previous chapters I have given you a detailed account already. What matters here is that through committing yourself with the integration process, which is equal to go into therapy (....), the mind and its functions (temporarily) regain emphasis. You are busy with the content of Space - thoughts, emotions and desires - and less with Space itself. In a way you alienate (somewhat) from your Inner Being. The stronger your ego-parts, your suppressed emotions and (in my case) mind-activities (like writing), which took about 12 years, the distance towards what once was your Divine Nature, can be quite considerable. In order to once again coming closer to it, you have to give up all identifications with the mind. In my - and Teresa's - case the latter proved to be rather stubborn. On the other hand, after so many years of "working on yourself", often without any "progress", you (often by surprise) come to a point of "accomplishment", a deep experience of Wholeness. Very gently the Space re-established itself as the foundation of your Being, thoughts sink down even before they come up. Its omni-presernt Peace has taken away all stress out of your head. From that moment on there is nothing to do anymore. All interest in the mind has evaporated. There is only one (big) longing left: to become re-united with the Divine, to live the rest of your life in Oneness. Criteria of the Unitive Life The second problem that took a rather heavy toll on me was the question, when and how to "show my Original Face" to the world. Should I take the initiative myself or should I wait "for a sign of the Cosmos?" This sometimes grew out to obsessive proportions. Remarkable was, that every time I undertook some action myself, it always ended in "failure". At last I did it it just to be able to drop another illusion. Fortunately the pressure behind the obsession - the desire to be recognized - diminished. I was already "chosen" by the Cosmic Mother*, so why the need to get it from humans, was one of my more candid thoughts. Through it I got more and more convinced that "the Mother" would show me the Way. Supported by a series of dream patterns. Every time I was about to take a wrong decision the Mother send me a dream with a warning: "don't do this". She hardly ever did the opposite: telling me what to do. So, I went back to where it all started. First of all to the Parzival prophesy. More than 40 years later I had to admit that my life was indeed a "fulfillment" of the Grail legend, every reason to be confident in Divine Guidance. Afterwards it is amazing - despite overwhelming Divine Gifts - that my skepticism was so big at times. It certainly protected me from all too quick involvement in worldly affairs. My awareness about the necessity of completing the "Dark Night" first - wholly and thoroughly - certainly played a decisive role also. Time and again I was contemplating my Grails' Vision, offering me great support. It time and again put me on the right track. As you remember, this consisted of St.John's Wort (Enlightenment), the Jewish (Canaanite) Tree of Life (Integration) and the outpouring Chalice (Compassion, Service). For years I had overlooked the transition between stage two and three. Before pouring itself out, the Chalice had a crucial Moment of Oneness with its Dark Background. Only after this split second the pouring started. It emphasized the necessity of continuously returning to the Mother. In fact, it said, that Oneness with the Mother is the pre-condition for being active in the world. "Not me, but the Mother "behind, in and through me". It led to a most joyful conclusion: the only thing "to do" is being One with my (the) Origin. No inner argueing with my ego anymore, no thinking about the right strategy, no planning for the future. It was a test for my trust in the Cosmos. If indeed, "everything comes from the Origin", my only task is not to be in Her Way. * See chapter 10: "The Great Mother". Daarbij vier ik nu mijn eigen biografie. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren", dat ik concludeerde hier niet thuis te zijn". Destijds was de pijn zo ondragelijk, dat ik mij als tweejarige uit deze wereld terugtrok". Het zou mijn hele leven gaan beheersen. Ik was niet thuis bij mijn familie, niet op school, niet in deze cultuur, niet in mijn eigen gezin en uiteindelijk...niet van deze wereld. Dat het predisponerend heeft gewerkt bij het bereiken van de Andere Oever", is aannemelijk. Zeggen alle leraren - vooral van het dualistische type - immers niet dat je, om verlicht te raken", je alles achter je moet laten, je verleden, je biografie, je identiteit, jezelf. Nou, ik had mijn hele leven niets anders gedaan. Ben je echter eenmaal aangekomen, dien je precies het tegenovergestelde te doen: het alsnog aannemen van wat je had laten vallen". Als je je biografie niet alsnog bewust aanneemt, zal het je gaan overheersen. Het is het lot van mensen, die bijvoorbeeld bovengenoemde spirituele filosofie aanhangen. Na de realisatie", net toen je dacht het bereikt te hebben" begint onvermijdelijk de confrontatie met je verleden, dusdanig, dat het je hele verlichte leven" verzuurt. Aangezien je dit voor de buitenwereld niet wil weten - denk aan al die vrome volgelingen die je met zoveel moeite vergaard hebt - wordt dit dan ook nog eens verborgen gehouden. Mij was - hoewel laat - het voorrecht gegund mijn verleden voluit te omarmen. En dat heb ik bij deze - met dit boek, deze ontboezemingen - dan ook uitbundig gedaan. Mijn Drievoudige Terugkomst:
Uit het Licht, uit de dood en Werkelijk mededogen begint niet bij de ander, maar bij jezelf. Het begint met het pijnlijke besef van de eigen vervreemding en de ontdekking van je eigen heel-zijn. Vervreemding als het afgesneden-zijn van je diepere Zelf en het Goddelijke, je lichaam en de natuur en de onbewuste respektievelijk onderdrukte delen van je psyche. Hoe meer je nu deze pijn kunt toelaten en beleven, des te intenser het verlangen naar heelwording. De belangrijkste adder onder het gras is de idee dat je reeds "heel spiritueel" bent en dus geen last hebt" van vervreemding. Meestal ligt er de angst voor de eigen schaduw - alle weggedrukte, veroordeelde en niet welkome "negatieve" eigenschappen en impulsen - aan ten grondslag. Zij zijn immers in conflict met het "positieve" zelfbeeld. Er is niets mis met jezelf, ten onrechte ego" genoemd. De zelfbetrokkenheid is een natuurlijke functie in dienst van het individuele overleven. Jezelf instandhouden en te handhaven is een niet te ontkennen aspect van het leven, iets waarvoor wij ons niet hoeven te schamen. Als wij deze functie ontkennen, meestal vanuit een of andere (spirituele) filosofie, dan doen wij onszelf en ook de ander tekort. Leven in een zelfgecreëerde schijnwereld komt niemand ten goede. Ontkenning van vitale delen van jezelf was nu net de oorzaak van het lijden. Niet veroordeling, maar bewustwording, acceptatie en integratie is daarom het antwoord. Ik houd van mijzelf (mijn ego"). Als ik van mijn ego" houd, komen zijn eigenschappen mij ten goede. Bovendien zie ik dan in, dat ik mijn ego" niet ben. Als ik zeg: "ik houd van mijn ego" (zelfbetrokkenheid, onbewuste identificatie met gedachten, voorstellingen, verlangens) ben ik hier en mijn ego" is "daar". Ik ben degene die mijn ego" liefdevol omarmen kan. (Doe dit gewoon een tijdje als oefening. Bij iedere omkomende emotie stel je je voor dat je haar als een kind" liefdevol omarmt). Het ego" vindt dit heerlijk", het zal daarom alles doen om van mijn liefde verzekerd te blijven. Door de liefde transformeert het zich spontaan: het wordt dienstbaar aan mij. Vanaf dat moment overheerst het mij niet meer. Dat het ego" mij overheerste was overigens het enige probleem. Alle eigenschappen die daarvoor nog een eigen(wijs) en afgesplitst leven leidden, gaan nu onderling een zinvolle relatie met elkaar aan, alles vanuit de liefdevolle context van mijn ware Zelf. Het is toch gemakkelijk te begrijpen. Als je je eigen verwaarloosde en ontkende delen ("kinderen") niet eens kan omarmen, hoe ben je dan in staat andere mensen te accepteren en lief te hebben? Door je ego lief te hebben, ontdek je bovendien degene die liefheeft, degene "die er achter zit" - ik - die dimensie waar de liefde vandaan komt, je bewustvoelende aandacht, je ware Zelf. Je ontdekt je eigen essentie. Het is een van de meest ingrijpende en ontroerende momenten: te ontdekken dat je diep in jeZelf liefde bent. JeZelf-zijn in verbondenheid, daar komt het in het leven op aan. Zelf had ik er een heel leven over gedaan
om mijn angst voor de wereld bewust te worden en te integreren. Het is misschien wel mijn
meest fundamentele transformatie: van mensenverachter naar mensenvriend, van een
Zarathoestra naar een Jezus". Hoe vaak had ik dit al niet beseft, tot ik het met mijn
hart kon zien. In zijn uiterste consequenties doorvoelen en doorleven, dan pas is het echt
weer een deel van je. Dusdanig, dat je fysieke reacties bespeurt. Met een diepe zucht, het
optrekken van een mist in mijn hoofd naast hevige krampen in mijn buik, die vervolgens
oplosten, werd mijn hart bevrijd. Wellicht had de suggestie van een lieve vriendin
voorbereidend werk gedaan. Zij raadde mij aan dagelijks ze houden van mij" te
herhalen. Inderdaad, dat mensen van mij zouden (kunnen) houden, dat heeft er een leven
lang niet ingewild. Pas nadat ik dat werkelijk geloofde, kon ik ook van hen houden. Ik
realiseerde mij vervolgens mijn levenslange afkeer van vuil, bederf en ziekte. Was ik mede
daardoor ook arts voor natuurgeneeskunde geworden? Gezondheidsbevordering vanwege afkeer
van ziekte, van gebrek en verval, etter en bloed (van anderen)? Ja, in ieder geval voor
een deel. Even voelde ik nog weerstand. Hier wilde ik helemaal niet naartoe! Maar ik kon
het niet meer tegenhouden. Dit was mijn waarheid: de Weg had mij geleid tot waar ik al
was, maar nu met heel mijn hart. Ik kon voor het eerst van mijn leven (...) werkelijk
een hand uitsteken naar mijn medemens. Het liefdevol kunnen aanraken van ziekte had mij
genezen.
Antoine De Saint-Exupery. French aviator and writer, author of 'The Little Prince', 1900-1944 Vanaf het eerste moment, dat je bewust wordt, gaat er een wereld voor je open. Iets waarnemen zonder tussenkomst van gedachten, emoties en verlangens tilt je uit boven het dagelijks functioneren. De helderheid wordt weerspiegeld in het "object", onafhankelijk van wat het is. Was je daarvoor nog gedomineerd door je sympathieën en antipathieën (neerslag van je verleden/je conditioneringen), opeens bekijk je de wereld met een heel ander oog. Het bewustzijn heeft alles een toegevoegde waarde gegeven. Alles zie je voor de eerste keer. Door je directe blik wordt alles vernieuwd, in plaats van dat jij door je omgeving vernieuwd moet worden. Het doet er dus eigenlijk niet toe wat je ziet. Alles is even fris, zonder uitzondering. Vooral als je in je proces bewust contact met het lichaam hebt gekregen, gaat er opnieuw een dimensie voor je open. Via het lichaam breidt het bewustzijn zich uit in je naaste omgeving, een "horizontale uitbreiding" zogezegd. Omdat het via je lichaam gaat, heeft het contact - naast bewustzijn - ook gevoelskwaliteit gekregen. Breidt het voelend gewaarzijn zich verder uit, dan komen de stoel, de tafel, de vloer, de vaas met bloemen en de kat op een gegeven moment in je verruimde ruimte te liggen. Zij worden de inhoud van jeZelf. Wellicht voor het eerst van je leven, zie (en voel) je de schoonheid van al die kleine dingen om je heen: het gras, de bloemen, de bijen, de geuren in het bos, de wolken en....de stilte. "Komt iets binnen je "eigen" Ruimte te liggen, heb je het lief als jezelf" Omdat de weg tevens via het lichaam gaat, krijgt het laatste een hele nieuwe waardering. "Kijken en voelen" brengt je in contact met de subtiele energieën van het lichaam. Het brengt je plezier, genot en vreugde. Opeens staan allerlei onbekende dimensies voor je open. In het zitten, lopen, fietsen en dansen bijvoorbeeld. Je gaat je lichaam waarderen voor zijn subtiliteit, de gratie, de kracht of de stabiliteit. Dit alles met positieve terugkoppeling op je zelfvertrouwen. "Plotseling" durf je je te kleden zoals je dat zelf het liefste wilt - mijn vader "zat" in de damesconfectie, dus ik heb persoonlijk iets met mooie kleren - je beleving van liefde, erotiek en sex ondergaat een diepgrijpende transformatie etc. Ben je eenmaal "gegrepen" door het Uiteindelijke, dan kan schoonheid tevens de uitdrukking worden van je Wezen. De "Schoonheid van Binnenuit" breidt zich dusdanig uit, dat je de (sterke) behoefte kunt hebben, om alles in je leven hiermee in overeenstemming te brengen. Niet alleen je bewegen en je kleding - ik heb zelf iets met poncho's en "middeleeuwse" kleding bijvoorbeeld - maar ook hoe je je kamer, je huis of je bureau inricht. Onvoorstelbaar eigenlijk, dat christelijke kloosters zo bedompt en saai zijn. Een hele gemeenschap 24 uur per dag "op God" gericht zonder dat dat zijn weerslag heeft op de directe omgeving. Onvoorstelbaar! Mij maakt dat persoonlijk triest. "Ergens" hebben ze het daar toch niet zo goed begrepen * Ik ben dankbaar dat ik de poëzie vond - zonder de pretentie "literair" te zijn - als een middel om mijn beleven van Schoonheid uit te drukken. Zie: Omniversen. © 1999 Copyright by Han M. Stiekema. Alle rechten voorbehouden. |