Hoofdstuk 6
DONKERE NACHT VAN DE ZIEL
Persoonlijke integratie: vijftien jaar vallen en opstaan
 

Inhoud

1. VOORWOORD

2. INTRODUCTIE

3. MIJN JEUGD
Het begin
De school
Arts voor natuurgenees-

kunde

4. AAN GENE ZIJDE
De Grote Ervaringen/Tien jaar
ononderbroken gelukzaligheid
Profetie
Een droom
GraalsVisioen
De Drieëenheid
Appendix
Mijn innerlijke vrouw
Vrijend vrij...Tantra
De Meester
OPENBARING VAN
DE GROTE MOEDER
HET ABSOLUTE NIETS
HET GROTE LICHT
HET GROTE STERVEN/
DE ONDERWERELD
Commentaar
Voortzetting
De Ultieme Sutra
Voortzetting
Amsterdam, augustus 1980
Dansen
Kundalini
Stille kracht
Volgende
Niets Is/De Cyclus voltooid

5. DE ULTIEME SOETRA

6. DONKERE NACHT VAN
DE ZIEL

Persoonlijke integratie: Vijftien jaar vallen en opstaan
Verlatenheid
Zelfbetrokkenheid
Afgunst/Jaloerse monologen
De Tegenstrever
Loutering
Identiteit
Kennemerduinen 1990
Japan en HongKong
MeiMei
Ontsnapt uit de hel van
de toekomst
Brazilië
Laatste beproeving

7. DE HEILIGE VALLEI
("Dalrede")
De Afdaling
De Diepte
De Terugkeer

8. MIJN LEVENSMYTHE
Terugkijkend
Mededogen
Vernieuwing
Schoonheid

9. HEALING THE PLANET
Te Beginnen bij jezelf
Weeklacht
De Universele Weg
Soeverein Leven
De 7 Stappen

10. DE GROTE MOEDER
(Her)ontdekking
Teresa van Avila
Een Wonder/PilgrimCare
Erkentelijkheid

11. KEER OMME
Grote Moeder Hymne

12. EPILOOG
Ter beschikking staan
"Evaluatie"

Het Groene Gras

OVER DIT BOEK

 

Na tien jaar in ononderbroken gelukzaligheid te hebben geleefd, trok de Lichtheid van het Bestaan zich terug. In een betrekkelijk korte periode werd het draagvlak - dat IkZelf Ben - zwakker. De kwaliteit van helderheid, alomtegenwoordigheid, tijdeloosheid naast de vreugde, de zorgeloosheid en de zelfloosheid werd minder. Totdat het leek alsof het geheel verdwenen was. Je kunt het vergelijken met het weermannetje en -vrouwtje. Wanneer de een zich terugtrekt, komt de ander op de voorgrond. Zo werd ook ik in korte tijd geheel "op mijzelf teruggeworpen". Aspecten van de persoonlijkheid, die waarvan ik dacht, dat zij in de voorafgaande jaren geheel waren opgelost, drongen zich aan mij op. Mijn hoofdzonden uit het verleden, zoals geirriteerdheid, zorgen en (kleine) angsten, zij waren alle teruggekeerd. In feite waren zij nooit weggeweest. Wat een desillusie. Zelfs tien jaar opgaan in het Geheel Andere had ze niet kunnen oplossen. Het is alsof je jarenlang op een enkele golflengte afgestemd was. Die andere golflengten - die er ook zijn - dringen dan niet tot je door. Verliest de eerste echter zijn dominantie, dan "heb je de poppen weer aan het dansen". Eerlijk gezegd was het een schok. Het was het besef "terug bij af te zijn". Alle "glorie" van de Eeuwigheid was verdwenen, alsof het er nooit geweest was. Er was geen verschil tussen mij en iedereen. Ook ik had voortdurend problemen. Net als ieder ander stond ik er alleen voor. In de mystieke literatuur wordt dit de "Donkere Nacht van de Ziel" genoemd. Vertwijfeldheid, verlatenheid en uitzichtsloosheid hebben dan bezit van je genomen. Je moet dit zien in de context van de Westerse spiritualiteit, waarin men het zonder Oosterse meditatie moest doen. In zo'n geval is de terugval compleet en dramatisch. Echter, dankzij mijn jaren van Zen-meditatie, was er altijd wel iets - hoe zwak ook - van bewust besef overgebleven. Ik cultiveerde dat echter niet of nauwelijks, aangezien ik diep van binnen wist omtrent de zin van dit lijden.    

Op een gegeven moment realiseerde ik mij, dat passief ondergaan niet voldoende was. Ik moest er vervolgens ook nog bewust voor kiezen. In de voorafgaande periode - in de zoetheid van mijn bestaan - was de „wereld" buitengesloten, in mijn paradijs drong de wanklank van het allerdaagse niet door. Echter, hoe volmaakt ook, mijn werkelijkheid was slechts partieel en exclusief. Dit besef ging steeds meer aan mij knagen. Bovendien, als mijn Realisatie niet opgewassen zou blijken tegen de wereld, als het zich niet kon uitstrekken tot een ieder - niet alleen in Bewustzijn, maar ook in handelen - wat was mijn Toestand dan eigenlijk waard? Bovendien constateerde ik een terugval naar oude conditioneringen. Opeens spraken mij oude gezegden als „aan de vruchten herkent men de boom" bijvoorbeeld weer aan. Wat was het nut (voor anderen) hier in mijn „eigen" Verlichting te blijven rondlopen? Ook was ik bang een exotische goeroe in een gouden kooi, met volgelingen, het hoofd van een sekte-achtig gebeuren te worden. Ik beloofde mijzelf daar in ieder geval niet in te trappen, hoewel ik soms verleidelijke flitsen had van al die volgelingen volgzaam aan mijn voeten. Bovendien, als ik eerlijk was, waren er in toenemende mate wanklanken van binnenuit, die mijn volmaakte staat bedierven. Ergernissen, zorgen, vrees om kleine dingen tot en met driftuitbarstingen gaven mij genoeg stof tot nadenken. De consequentie was duidelijk: terwille van de inclusiviteit, ook van de stoorzenders - mijn negativiteit - en de wereld zat er niets anders op dan „een stap terug te doen". Vrijwillig van de vette jaren naar de magere dus. Hoewel ik er uiteraard nooit spijt van heb gehad, heb ik het wel geweten. Ik pakte het meteen grondig aan: ik kocht brogues (chique schoenen), een pak, haalde mijn Engelse dassen boven water en bood mij aan als consultant bij een Japanse firma.

Verlatenheid

De Japanners hadden mij niet nodig, dus besloot ik wat ik het beste kon, het heropenen van een praktijk. „Praktijk voor Preventieve Therapie" noemde ik het. Ik wilde toch vooral niet teveel symptomatisch - zelfs al was het natuurgeneeskunde - bezigzijn, maar de mensen gidsen naar (nog) meer eigen verantwoordelijkheid. Heel wat geld moest er geleend worden om de boel weer op poten te krijgen. De idee dat mijn reputatie uit het verleden mij er gauw bovenop zou helpen, bleek echter een jammerlijke illusie te zijn. In tien jaar was de wereld anders geworden. Terwijl ik vroeger „als eenoog koning in het land der blinden was" bleek nu „op elke hoek van de straat zich een homeopaat gevestigd te hebben". De mensen waren grotendeels voorzien en zaten duidelijk niet op mij te wachten. Er zat dus niet anders op dan mijzelf te gaan verkopen, promoten en bekendheid te geven. Of ik het nou leuk vond of niet, ik moest „marktgericht" beziggaan. Alles wat ik in die richting ondernam, druiste echter in tegen mijn meest fundamentele levensgevoel. Terwijl ik er gewoon wilde zijn voor de mensen, moest ik mij aan hen opdringen, mijn leven manipulatief en instrumenteel inrichten met de medemens als object. Terwijl mijn motivatie voortkwam uit „teruggeven" van wat ik in dit leven allemaaal mocht ontvangen, werd ik gedwongen uit elke ontmoeting letterlijk munt te slaan. De innerlijke weerstand werd zó groot - en de nesten waarin ik mij had gewerkt zó gecompliceerd - dat ik al gauw depressief werd. Wat had ik in hemelsnaam gedaan? Was het echt wel een goede keus geweest? Het ene ongeluk volgde op het andere. Schuldeisers die dachten, dat er nu wel weer wat te halen viel, terwijl ik alleen maar schulden had in dat eerste halve jaar, stuurden onmiddellijk een deurwaarder op mij af. In een daaropvolgende rechtzitting verloor ik mijn zaak. Onder deze druk kon ik absoluut niet verder. Er zat in deze omstandigheid niets anders op dan de tent weer te sluiten.

Na deze ouverture was ik behoorlijk aangeslagen.Ik merkte hoe fragiel ik was in vergelijking met het veelsoortig geweld dat er op mij afkwam. Ik voelde mij als een lam tussen de wolven. Zelfs mijn lichaam was nog steeds ijl en kwetsbaar, dusdanig dat ik besloot bewust slecht te gaan eten en drinken: frites, vlees en koffie. Gewoon om een buffer te hebben en beter weerstand te kunnen bieden. Niemand herkende mijn „kosmische afkomst", hetgeen niet alleen een slag was voor mijn zelfbeeld, maar ook perioden van grote eenzaamheid ten gevolge had. Niemand begreep mij, zag mij, laat staan dat ik „erkenning" kreeg. Terwijl mijn Essentie de hele wereld insloot, voelde ik mij door de mensen buitengesloten. Alleen met de natuur was er resonantie. Ik voelde mij op een lijn met de planten, de bomen, de bloemen en de struiken. Alleen zij hadden dezelfde subtiliteit, dezelfde golflengte. Onvermijdelijk werd ik echter steeds meer aan de wereld van elke dag uitgeleverd, mijn meest kostbare Innerlijk bedolven onder de veelheid van invloeden. Het meest fnuikende was de ontdekking, dat één stap in de wereld en je wordt onmiddellijk door diezelfde wereld opgeslokt. „Zelfstandig ondernemen" - als je dat al zou willen - is een illusie, het maakt je daarentegen onmiddellijk slaaf van het systeem. Ik had geen weerstand tegenover al het lelijke waar ik in verkeerde, al die onwetendheid, arrogantie, stompzinnigheid, zelfzucht en grofheid. Ik voelde mij verlaten, op mijzelf teruggeworpen, geisoleerd en „door het Goddelijke in de steek gelaten". Tussen wal en schip was ik terechtgekomen, noch van deze noch van de andere Wereld was ik.

in de schaduwdalen
ver van Jou vandaan
o innigst meest Geliefde
is het kil
in het barre bestaan van de afgescheidenheid

nu jouw liefdehanden
mij niet meer beroeren
daarvoor in puur dansgenot mij
inzinnig verrukkend
voel ik mij op de dorre vlakte verlaten

terwijl jouw liefdesgloed
mijn huid deed smelten en
de werelden samenvloeiden in
Goddelijke Gelei
heeft nu brokkelige matheid bezit van mij genomen

in de eenzaamheid gedreven van
de wereld die jouw dans is
voel ik mij als een kreupele
teruggeduwd door schaduwen
tot op mijn botten gaat mijn stomschreeuwende pijn

aangezien Je mij besmet hebt met
de nectar van je Goddelijk Lichaamssap
is de brandendfelle koorts niet
uit mij geweken
gewekt is het verlangen waardoor je mij verteert

rusteloos zoek ik in
de wereld der schaduwen naar
het Ene Licht
o geef mij die rust dat ik
Jou in de duistere stiltepoort terugvinden kan

o was ik slechts ongeboren
de stem der stilte doof
dan zou ik nu niet horen
verre roepstem uit de kloof

de echo's in mijn oren
hoe kan ik zover zinken
lied van eeuwig ochtendgloren
smartelijk wederklinken

nu geen sterfelijk wezen
meer gezellend bij het gaan
wie zal mij nu genezen
ruimte schenken in mijn baan

rustloos zoeken in het donker
keer op keer vergetend wat ik mijd
het is duisternis' geflonker
in zichzelve dat bevrijdt

 

 

Zelfbetrokkenheid

Een uitweg uit de leegte was er wel, namelijk door mijzelf in mijn kleine ik op te blazen. Ik kende het al van jongsafaan. Steeds wanneer ik mij verstoten of afgewezen voelde, trok ik mij terug in mijn ivoren toren. Vanuit mijn zelfverheffing liet ik mijn blik dan waren over hen die zoveel lager stonden. Voor enige tijd lijkt het een confortabele positie, totdat de afgescheidenheid pijnlijk acuut wordt. Dan heb je toch de ander weer nodig en de afdaling begint. Of, zoals ik veel later soms ervaarde bij symphoniemuziek, het letterlijk op- en aanzwellen van je kleine ik, dat zo groot en krachtig wordt, dat je in korte tijd „de hele ruimte vult". Een machtig gevoel, fantastisch gewoon. Vooral voor iemand zoals ik, die van jongsafaan mijn zelfrespect „verloor" en zich achtergesteld en onmachtig voelde. Als ik dan niet meer gevoed werd uit de Bron, „zou ik het zelf wel opknappen", een slogan uit zijn vroege kindertijd zo besefte ik. Als het je tijdelijk verlichting geeft, is er ook niets mis met jezelf opblazen, hield ik mijzelf voor. Je bent er immers voortdurend bewust van. En zo was het ook. Het was tenslotte de zin van deze donkere nacht om al het onverwerkte zonder voorbehoud op mij af te laten komen. Integratie houdt openheid, acceptatie van juist die dingen van jezelf in, die minder prettig zijn. Dus liet ik het maar komen. Ontelbare buitengesloten psychische inhouden kwamen er vervolgens naar boven. Mijn geest - bewuste waarneming - zag toe in het tegelijkertijd actief integreren van al die verschillende deelaspecten. Het gaf mij bovendien het inzicht, dat je er met Verlichting-alleen dus niet bent. Hetgeen (negatief) bevestigt wordt door al die privé-verhalen over verlichte Meesters. Zonder uitzondering berichten intimi van zulke „heiligen" als Tolstoi, Gandhi, Krishnamurti, Adi Da, Bhagwan Shree Rajneesh (Osho) en vele meer over de overduidelijk aanwezige schaduwkanten. De regelmatig losbarstende driftbuien van alle bovengenoemden zijn inmiddels overbekend. Kanten die alleen niet aan de buitenwereld worden getoond. Hun zelfbeeld en eigenbelang (lieten) laten dit niet toe. Kroppen ze hun schaduw echter op, wat dus gebeurt, dan krijgt de een na de ander een ernstige chronische ziekte. Ik was blij van deze verwanten te kunnen leren, ik prees mijzelf gelukkig dat ik de moed had „af te dalen" om er wat aan te kunnen doen. Gedurende de eerste tijd schreef ik dit op:

zie de mensen naar mij kijken
ben ook wel bijzonder
dus is dat zo gek nog niet
ze voelen 't natuurlijk aan

zoveel mensen slapen nog
hebben dringend iemand nodig
die hun de weg zal wijzen
kijk toch eens naar al dat leed

ieder zit toch met problemen
dat is toch niet om aan te zien
en het is toch zo eenvoudig
'k moet er dringend wat aan doen

daarom ben ik dan ook hier
wat zijn ze op mij aangewezen
dat is zeker niet voor niks
't maakt mijn opdracht wel bijzonder

ze moeten wel een beetje steunen
organiseren hier en daar
dan kan het ook een beetje groeien
uitgroeien tot iets groots

intussen blijf ik voorbereiden
wachten is alleen op het signaal
ik ben echt wel heel uitzonderlijk
heilig en koninklijk tegelijk

gewoon geduldig zijn en wachten
zo deed de Buddha het toch ook
hoewel de Graal mij ook wel aantrekt
zal ik snel bekendheid krijgen

o volk ik kan niet langer wachten
ontwaakt allen tot het grootse
zie toch wat reeds gaande is
volg mij in de gezamenlijke strijd

Alles in mijn leven heb ik te danken aan de Hemel, de aarde en de mensengemeenschap. Zonder dat zou ik helemaal niets zijn. Daarom kan ik ook niet anders, dan werken „voor het geheel", een werk dat mij 24 uur per dag in beslag neemt. Werken is voor mij een loflied, een dankfeest, een eredienst. Echter tot mijn schande moet ik bekennen, dat ik - sinds ik „terug in de wereld" ben (1987-2002) - mijZelf ononderbroken geweld heb aangedaan. Deed ik niet het werk dat ik zou moeten doen. In plaats uitsluitend naar, in en vanuit het Zelf te leven capituleerde ik keer op keer voor diezelfde wereld, waardoor het meest kostbare, subtiele, delicate, kwetsbare, oorspronkelijke, onschuldige, transparante, Datgene Wat Ik In Essentie Ben en waar ik alles aan te danken heb - het Ware Leven - steeds opnieuw werd vertrapt. Terwijl ik er notabene „zelf bij stond" liet ik toe, dat bezorgdheid over het dagelijkse „overleven" steeds weer de overhand kreeg. Elke keer weer sloot ik compromissen - bezweek ik voor de druk van mijn omgeving - waardoor ik mij liet verleiden tot het doen van dingen - zoals werving, zelfpromotie, zakelijkheid, eigenbelang en management - die lijnrecht tegen mijn levensgevoel en -opdracht ingingen.

Ik viel daarbij noodzakelijkerwijs terug op mijn kleine zelf, hetzelfde zelf, dat door de Grote Ervaringen echter dusdanig onderuitgehaald was, dat ik daarmee niet meer (goed) kon functioneren. Immers, ben je eenmaal geroepen tot het Zijn, ben je letterlijk niet meer van deze wereld. Met dit „lege zelf" bewoog ik mij dan ook van uitputting naar uitputting. Ondanks dat werden de noodkreten van het Zijn door mij niet of onvoldoende gehonoreerd. Met als gevolg hetzelfde schuldige gevoel dat je hebt, als je iemand die in nood is en om hulp roept laat verrekken. Bij tijden hoopte het schuldgevoel zich zo op, dat ik letterlijk walgde van mijzelf. Voel je de ironie? Degene, wiens opdracht het is om de ander te helpen zichZelf te zijn, is niet in staat zichZelf datzelfde toe te staan. Mode is, om dit nu geheel aan jezelf te wijten. Dat is echter slechts een deel van de waarheid. Naast dat ik nog met mijn eigen angst en bezorgdheden aan de gang moest, is het wel degelijk ook aan de omgeving te wijten, die immers geen ruimte voor „godsmensen" heeft. Mensen die geroepen zijn om te Zijn, hebben in deze prestatiemaatschappij geen plaats. Zij zijn net als alle anderen veroordeeld tot een voortdurende worsteling om materiëel „het hoofd boven water te houden". Desondanks heb ik de hoop nog niet opgegeven, dat er ooit een moment zal komen, dat deze last van mij zal worden afgenomen, niet zozeer in het belang van mijzelf, maar van alles en iedereen.

Afgunst/Jaloerse monologen

"Kwam ik even stralend binnen zeg. Dat moet ie wel gezien hebben. Niet zo leuk voor hem. D'r was toch duidelijk wat aan mij te merken. En wat zat hij d'r miezerig bij. Dat is nou meditatieleraar. Wat een lef sommige mensen hebben om de "leraar" uit te hangen. 't Is toch echt niet te geloven. Maar ja je ziet het, zo val je dus wel aardig door de mand. Z'n oogjes zullen wel opengegaan zijn. Hij voelt het verschil natuurlijk ook wel. Daarom was ie natuurlijk zo gauw verdwenen".

"Kijk dat kan ik ook. Er zitten best wel een paar aardige dingen in. Maar voor de rest. Domineestaal is het. Hetzelfde geleuter als vroeger, maar dan in een ander jasje. Filosofie is het, het uitspinnen van abstractheden en mooie woorden. Makkelijk hoor. Maar veel boekjes lezen. Dan blijft er altijd wel iets hangen. Als je veel spinazie eet, komt het er vanzelf groen uit. Nee, het is echt niks. 't Is niet echt, niet oorspronkelijk. Komt niet uit eigen ervaring hè. Wat hebben de mensen daar nu eigenlijk aan. Het zoveelste boekje uit de rij. Maar ja, het ziet er wel mooi uit. Zulke mensen hebben het altijd aardig voor elkaar".

"Hij is wel goed hoor. D'r zitten ontzettend goeie dingen in wat ze daar doen. Maar hij zit wel een beetje in zijn hoofd. Behoorlijk eigenlijk. Te intellectueel hè. Iets waar we juist een beetje vanaf moeten. Jammer is dat toch. Dan komt hij toch eigenlijk niet zo goed uit de verf. Zij is ook zo'n wetenschapper. Daarom zal het er wel zo bloedserieus zijn. Je ziet er eigenlijk zelden mensen lachen. Ze lopen allemaal met de neus naar de grond daar. Ook weer een beetje extreem natuurlijk. Een flinke scheut plezier zou daar geen kwaad kunnen".

"Jazeker, hij heeft zelf ook behoefte aan aandacht. En hoe. Dat kun je toch zo zien. Hij heeft dat in zichzelf nooit overwonnen. Kun je eigenlijk niet maken natuurlijk. Je kunt toch geen meester en verlicht zijn, als je je onverwerkte dingen nog hebt. Dat gaat toch ten koste van de mensen. Je ziet toch duidelijk wat er gebeurt. Hij heeft de mensen nodig, hij trekt ze aan om ze niet meer los te laten. Hij etaleert zijn verlicht-zijn, mensen komen er als bijen op af en hij zamelt de honing in. Vandaar ook die hele poespas, al die uiterlijkheid. Zijn volgelingen hebben daar niks aan. Voor hun spirituele bevrijding is dat echt niet nodig. Wat een egotrip eigenlijk hè. Hoeveel spanning zou hem dat niet voortdurend kosten. Hij heeft niet voor niets een aantal chronische ziekten. Volgens mij moet ie wel het een en ander onderdrukken. D'r klopt dus iets niet. Voor zijn volgelingen is dat natuurlijk funest. Ze krijgen eerst krukken aangereikt om ze vervolgens nooit meer kwijt te raken".

„Hoe dus sommigen, nadat ze een eerste glimp hebben ontvangen (nog niet te spreken van diegenen, die zelfs dat niet hebben gehad) meteen de „meester" weten te spelen. Niet te geloven gewoon. Toegegeven, hun marktgerichte doortastendheid is iets wat ik mis. Hun succes iets om af en toe jaloers op te zijn. Beterweters all over the place, zo vol dat zij zijn van hun opdracht, hun overtuigingen en hun gelijk. Moeiteloos kijk ik er echter dwars doorheen. Juist omdat zij lege vaten zijn, vullen zij zich met "God". De innerlijke onzekerheid wordt opgevuld met niet te stuiten missioneringsdrang. De prachtigste woorden komen als zoete nectar uit hun mond. De mensen moeten immers wel aan hun lippen blijven hangen. Wat ben ik daarentegen blij, dat ik niemand hoef te overtuigen".

De Tegenstrever

Hoeveel lijden sommigen moeten doormaken, alleen omdat zij een valse leer aanhangen! Je eigen insteek in het leven is er echter schuld aan. Als je begerig bent naar Verlichting of in een instantcursus van je lijden bevrijd wil worden, ja dan is het onvermijdelijk, dat je in handen van diegenen valt, die je "het eeuwige geluk" beloven. Het leven is echter groter dan de door ons ontworpen principes. Het eerste wat je in dit verband moet weten is, dat ook na een Grote Ervaring het ego vroeger of later terugkomt. Dus niet: "eenmaal verlicht, voor altijd verlicht". Ook dient de Weg er niet toe om je lijden kwijt te raken. In tegendeel: het lijden begeleid je voortdurend. Zijn functie is om je steeds nieuwe uitdagingen te bezorgen, waardoor je kunt groeien. Het leven ljkt op een bloem. 's Morgens opent zij zich, terwijl zij zich 's avonds weer sluit. In de praktijk betekent dit, dat met het Ene op de achtergrond, het dagelijks bewustzijn voortdurend een andere kwaliteit heeft. Soms groter, soms kleiner, soms helderder, soms vertroebeld. Het probleem ontstaat, wanneer je je met je ideaal identificeert, waardoor het dagelijkse "Hier en Nu" geblokkeerd raakt. Het Hier en Nu is echter de enige poort naar bevrijding. Ironie: Verslaving aan bevrijding is de grootste hindernis op de spirituele Weg.      

Het tweede wat je moet weten is, dat met de toename van het innerlijk Licht het ego overeenkomstig groeit. Waarom? De reden is, dat met de verruiming van het bewustzijn de existentie van het ego in het nauw komt. Het gevaar is, dat het zich oplost in de Leegte. Aangedreven door existentiële angst zal het daarom alles doen om te overleven. Bewustzijnsverruiming en ego-kracht houden elkaar voortdurend in bedwang. Licht en schaduw zijn twee kanten van dezelfde medaille! Groeit het Licht, dan groeit ook de schaduw. Het betekent dat er voortdurend confrontaties plaatsvinden tussen jou - je Nieuwe Zelf - en je "Tegenstrever". En dat is nog niet alles. Zoals we weten is de functie van het ik identificatie met innerlijke en uiterlijke objekten. Dat heeft zijn nut, want het garandeert een bepaalde zekerheid in het dagelijkse (sociale) leven. Op de spirituele Weg wordt de identificatie echter tot hindernis. Identificatie met de dagelijkse dingen (stropdas, auto, partner) is echter onschuldig in vergelijking tot spirituele waarden. Het is onvergelijkbaar interessanter voor het ego om met jouw spirituele "verworvenheden" te pronken. "Ik, de Verlichte". Het is de grootste uitdaging op de Weg. De meesten - in het bijzonder leraren - durven dat niet eens onder ogen te zien.

Er steekt ook nog een ander mechanisme achter. Neem aan, dat je een grote Opening hebt (geschonken) gekregen. Afhanklijk van de intensiteit (er zijn heel veel verschillende kwaliteiten van Verwerkelijking), blijft deze je bewustzijn enige tijd domineren. Dusdanig, dat je denkt "dit is het", dit is het alpha en omega. Waardoor je in de tijd erna het verzuimt, voortdurend zelf-kritisch te blijven. Je denkt het bereikt te hebben, waardoor verdere arbeid aan jezelf niet meer nodig is. Je bent dan zo met het Licht geidentificeerd, dat je niet merkt, dat in je (verruimde) ruimte mogelijk nog inhoud zit. Van iets kun je zeker zijn: zulke inhouden zijn er altijd. Ze worden alleen door het Licht "overschaduwd", zodanig dat je ze niet merkt. Het zijn de verdrongen emotie-complexen uit het verleden: pijn, angst, woede, minderwaardigheidsgevoelens, zelfmedelijden.....Wat gebeurt er? Hoe meer het Licht toeneemt, des te meer zo'n complex de verhoogde energie opzuigt, waardoor het zich stap voor stap opblaast. Langere tijd, zonder dat je dat merkt. Het complex wordt door het Licht gevoed, totdat het zo sterk wordt, dat een grenssituatie bereikt wordt. Het kan dan voorkomen, dat je "met een slag" door de schaduw wordt overrompeld. Was je daarvoor nog "vol liefde en harmonie", opeens hebben bitterheid, haat, frustratie en negativiteit bezit van je genomen.                 

Loutering

Der Widersacher ist ein Beispiel davon, wie es auf dem spirituellen Weg schief gehen kann. Man ist wirklich vielen Gefahren ausgesetzt. Das verstehen jedoch die wenigsten. Sogar Lehrern fehlt den notwendigen Übersicht. Sie befassen sich nur mit einem Bruchteil des Weges. Zum Beispiel scheint es völlig legitim zu sein, wenn man sich ausschlieißlich auf den "Durchbruch" konzentriert. Hat man den jedoch bewerkstelligt, dann fangen die Probleme erst an. Das fällt dann oft leider außerhalb der Kompetenz des "Meisters". Also wird man ganz auf sichselber zurückgeworfen. Der richtige Anfang ist entscheidend. Ist Deine Motivation auf den spirituellen Weg zu gehen falsch ("etwas erreichen wollen") oder zu schwach ("Neugier"), dann ist das der Keim für spätere Schwierigkeiten. Eine kurze Übersicht. Ego-identifikation mit der Erleuchtung. In diesem Fall wird man beherrscht von der Ambition etwas erreichen zu wollen, eine selbstsüchtige Motivation also. Oder man hat ungenügend authentisches Verlangen bzw Triebfeder. Dann wird es schwierig sein spätere Hindernisse zu überwinden. Vorkenntnisse spielen auch eine wichtige Rolle. Zum Beispiel die Einsicht, daß nicht Verwirklichung, sondern Integration von der Persönlichkeit in das Neue Selbst entscheidend ist. Der Weg umfaßt das ganze Leben, daher daß unsere Vorgehensweise sieben Schritte umfaßt: Erwachen, persönliche Integration, verwurzelt-sein in Himmel und Erden, Durchbruch des Lichts, Reinigung/Läuterung, Zuflucht in das Letztendliche und Mitgefühl/Dienstbarkeit.*

* Siehe Kapitel 9 "Der Universelle Weg"

Je mehr sich das Bewußtsein erweitert, desto schwächer Dein Ich wird. Mit dem (kleinen) Ich mußt Du Dich jedoch in der Welt behaupten. Das heißt, daß Bewußtwerdung Dein Vermögen im "normalen" täglichen Leben zu funktionieren, untergräbt. Mit einem geschwächten Ich kann man den ungeheuren Forderungen dieser verrückten Gesellschaft nicht meistern. Es dauert einfach eine Weile bevor Dein Bewußtsein die Stelle des kleinen Ichs eingenommen hat. In der Zwischenzeit kann es ziemlich verwirrend sein ständig zwischen den zwei hin und herschwanken zu müssen. Deswegen sagte schon Sri Ramakrishna, daß zugleich eine Haushalt und ein spirituelles Leben führen nicht mit einander zu vereinbaren sind. In diesem Fall muß man sich entweder mit bewußter Aufmerksamkeit (Mindfullness) zufrieden stellen, oder, wenn Du Dein ganzes Leben der Spiritualität widmen möchtest, die Konsequenz ziehen. Man sollte sich dann eine Gemeinschaft (Kloster) auswählen. Eine derartige Unterstützung ist unbedingt notwendig als Rahmen für Inspiration, Disziplin und gegenseitige Hilfe. Aber das ist noch nicht alles. Mußte vor einiger Zeit "die Welt" von der Spiritualität "gerettet" werden; jetzt befindet sich die Spiritualität selbst in große Probleme. Sie ist nicht im Stande die Kräfte des Materialismus bzw des "habens" die Stirn zu bieten. Spiritualität ist degradiert worden zu einem Trick, der dazu beitragen soll das bestehende Leben noch glücklicher, erfolgreicher, effektiver oder erträglicher zu machen. Sie soll unsere Ego-begierden unterstützen, statt sie zu überwinden*.

* Sie ist schon längst von Big Business vereinnahmt worden, der sie ausnutzt für ihre nicht zu sättigen Profitgier.         

Obengenanntes ist der Grund weshalb in vielen Traditionen Reinigung/Läuterung einen festen Platz haben. Persönlich war die Zeit der Auseinandersetzungen die schwerste in meinem Leben. Manchmal wurde ich auch geholfen. Dat gebeurt, wanneer de samengebalde energie geen kant meer opkan, en deze plotseling in je doorbreekt. Energie en weerstand samen kunnen een enorme innerlijke gloed en weerstand ontwikkelen. Wanneer dan een kritieke grens bereikt is, verbrandt en verteert zij met één  klap al je oude structuren. Het hogere energetische niveau zet je rigide onverwerkte delen zo onder spanning, dat de laatste in de verterende gloed verdwijnen. Deze kettingreactie is zowel geestelijk alsook lichamelijk; beide worden tegelijkertijd van je "oude rommel" (je identificaties)  gezuiverd. Soms gebeurt het eenmaal, anderen ervaren deze reiniging ontelbare keren. De noodzaak zal hier een rol spelen...Kenmerkend is bijna altijd een overweldigend gevoel van orgastisch genot of van een ongeremde vernietigingskracht, doorlaatbaarheid, innerlijke bevrijding, en tot slot complete innerlijke stilte, rust en vrede. Je innerlijke ruimte is gezuiverd en helderder als nooit tevoren. Dit oerfenomeen is in vele spirituele tradities bekend. Het hoofdstuk "Kundalini" gaat daar over.

Identiteit

Tot mijn grote schrik merkte ik al heel gauw, dat iedere vereenzelviging met een gesteld doel geen stand hield. Bij alles wat ik ondernam was er een beginners-enthousiasme - creativiteit en ideeën te over - om kort daarop te ontdekken dat de energie weggevloeid was. Dit was des te pijnlijker in die gevallen, waarin ik door mijn geestdrift ook anderen in mijn projecten betrokken had. Ik pijnigde mijn hoofd om erachter te komen wat het was. Nog nooit had ik dit, in ieder geval niet in die mate, ervaren. Natuurlijk besefte ik, dat het Uiteindelijke mij letterlijk onderuitgehaald had*. Door mij in Zijn ruimte te trekken en te laten oplossen, waren al mijn banden „met de wereld" doorgesneden. Mij was de kracht afgenomen om mij nog met iets te identificeren. Daarom kwam alles uit het Niets en zonk er onmiddellijk weer in terug. Er bleek geen ik te zijn, een permanente actieve instantie, dat een continuiteit kon waarborgen. Hoeveel mensen heb ik daardoor niet moeten teleurstellen zonder dat ze er iets van konden begrijpen. Het betekende tevens, dat het verdraaid moeilijk zou zijn, zo niet onmogelijk, om in deze wereld te functioneren. Een wereld waar het er juist op aankwam doelgericht, effectief en... winstgevend te zijn. Vanuit paniek heb ik toen alles gedaan om mij staande te houden. Onvrijwillig in de goot te belanden was niet bepaald waar ik naar uitkeek. Toch kwam het daar voortdurend heel dichtbij. Ik heb mij toen in alle bochten gewrongen, alles geprobeerd, mij aangepast waar ik niet wilde, een week zonder eten gezeten, mensen gevleid, om ondersteuning gebedeld, mijn ware Zelf verraden en mij verlaagd tot onacceptabele niveau’s, alleen maar om overeind te blijven. Ik benijdde de heiligen in India, die om het Zijn en niet om het functioneren worden gewaardeerd. In plaats van zulk respekt, moest ik in toenemende mate ervaren hoe hier iedereen iedereen gebruikt.

* Die Aufgabe liegt darin, daß man allmählich seine "normalen" Ich-funktionen wiederherstellt - jetzt jedoch im Dienste des Ganzen - um "letztendlich" eine neue Balance zu erreichen: zwischen Leere und Form, zwischen was man Ist und seine Funktionen. Erst dann kann der spirituelle Weg als gelungen betrachtet werden.

De ironie van dit alles was, dat "simpelweg mijZelf-zijn" dus geen haalbare kaart was. Wanneer ik werkelijk mijZelf ben - notabene datgene wat ik anderen pleeg voor te houden - dan belandde ik onmiddellijk in de Leegte. Alle energie is dan ingestroomd in volmaakt helder-aanwezig nietsdoen. Ik zit dan de hele dag gelukzalig in een stoel, zoals dat in mijn paradijselijke jaren soms weken achtereen aan mij gebeurde. Ook dan komt er dus „niets uit mijn handen". Terwijl bij anderen „jezelf-zijn" hoog in het vaandel staat, een garantie voor optimale creativiteit, ondernemingslust en voorspoed, werkte dit bij mij dus net andersom. In een stoel zitten is niet productief, niemand die daar in geinteresseerd is, niet iets om in je levensbehoeften te voorzien. Om te kunnen functioneren moet je juist afstand doen van jeZelf en via een kunstmatig opgebouwde identiteit je weg vinden. Is dat niet ironisch? Heb je „Het bereikt" mag je Het niet behouden en word je gedwongen er weer afstand van te doen. Gewoon omdat je in deze maatschappij geen andere keus hebt. Als je er in Wezen niet mag zijn, wie ben je dan of hoe moet je dan zijn? Het zoeken naar de „juiste vorm" heeft mij dan ook jarenlang hoofdbrekens bezorgd. Honderd en een verschillende innerlijke stemmen - ieder met een welbedoeld advies - verdrongen zich met elkaar in mij: „Geef je gewoon bekend als „de nieuwe Boeddha", of „ga werken voor arme mensen" (inderdaad heb ik een half jaar in Brazilië gewerkt) of „doe gewoon wat je leuk vind" of „ga als godsnar optreden in het theater", of „begin een boerenbedrijf" of „ga gewoon solliciteren" (ik heb daadwerkelijk bij bijna veertig verschillende ontwikkelingsorganisaties gesolliciteerd) of ....Niets werkte. Elke identificatie werd onmiddellijk weer onderuitgehaald. Heb je namelijk je Leegte gerealiseerd, is hij sterker dan alles wat erin opkomt. Voordat je je aan iets kunt vastklampen is het alweer verdwenen. Het was duidelijk dat ik hopeloos in de knoei zat met mijzelf en de wereld. Gelukkig waren er af en toe vrienden die op het juiste tijdstip een reddende hand uitstaken, zodat ik voor korte tijd weer even verder kon.

Overigens: „Geen keuze maken als je denkt dat je er een maken moet", speelde duidelijk ook een rol. Intuitief begreep ik, dat dit vagevuur en dit lijden een functie had. Mijzelf in deze fase ergens op vastleggen - als  ik dat al gekund had - leek daarom niet de juiste weg. Een lichtpunt was de goddelijke Vonk, de innnerlijke ruimte, waardoor ik alles toe kon laten zonder dat ik er in Essentie door aangetast werd. Er was leed, maar ik werd er niet door bepaald. Die innerlijke vrijheid week nooit „van mijn zijde", de reden waarom hij ook zichtbaar voor anderen mijn "élan" wist te behouden.

Aangezien ik steeds verder in zelfmedelijden dreigde "af te glijden", werd ik gedwongen om mijn heelwording constructiever vorm te geven. Een aantal methoden als bijvoorbeeld bio-energetica had ik al eens geprobeerd, maar daarbij niet veel ondervonden. Ik koos uiteindelijk voor Voice Dialogue. Immers wat ik wilde was een integratieproces met het voortdurende samenspel van alle dimensies van mijn psyche. Een methode waarin de interactie van zowel de onderdrukte emoties, de reflexie (het „ik") alsook de bewuste aandacht gelijkelijk aan bod komen. Dat wat ik later ESI (emotionele zelfintegratie) heb genoemd. Onnoemelijk veel heeft hij eraan te danken gehad. In plaats van zichzelf te willen veranderen, gaf hij alles wat in hem opkwam bewust de ruimte. De emoties komen altijd voort uit delen van jezelf, niet uit het ik. Omdat je ze niet wezenlijk bent, kun je ze dus gemakkelijk de ruimte geven. De emotie had zo de kans „zichzelf" te zijn, zich te uiten. Vervolgens gaf zijn reflexie hierop commentaar, met aansluitend erkenning, aanvaarding en liefdevolle omarming van het deel als zijnde een deel van hemzelf, met tot slot bewuste stille aandacht. Dit proces besloeg vaker uren per dag en dat gedurende tenminste tien jaar! Van het een kwam vaak het ander, ongelofelijk wat erin je sluimert en hoe gemakkelijk het bewustgemaakt kan worden. Naast zelfbetrokkenheid bleken zijn dominante subpersoonlijkheden verdriet en zelfbeklag, afgunst en haat, angst en contaktvrees, opgeblazenheid en hoogmoed. Alle inhouden werden in het proces echter als delen van zichzelf alsnog binnengehaald en liefdevol omarmd. Terwijl zij aanvankelijk rauw, ongepolijst, afstotelijk en een „negatief" karakter hadden, werden zij, naarmate ze meer geintegreerd raakten, steeds meer deel van het geheel. Ontdaan van hun afgescheidenheid en scherpe kant, bleken dezelfde eigenschappen heel goed dienstbaar te zijn. Getransformeerde pijn wordt (bij hem) vermogen tot inleven, woede verzet tegen onrechtvaardigheid, narcisme de opening naar de Liefde in zichZelf en opgeblazenheid het „creëren van een nieuwe maatschappij".

Terwijl jij naar het Licht gaat, kom ik er vandaan

Kennemerduinen 1990

Zoals gewoonlijk zat ik weer op mijn fiets, genietend van de omgeving. Als een „eerste natuur" voelde ik mijn voetzolen op de trappers, mijn achterwerk losgelaten in het zadel en het stuur in het verlengde van mijn armen. Mijn fietsen, de fiets en ik waren een. Er kwam een enorme kracht vrij, niet ik fietste, maar Het fietste mij. Plotseling en volkomen onverwacht werd ik ingeschakeld. Het was overal, de bomen, de duinen en „ikzelf" waren er gelijkelijk in opgenomen. Het was een Toestand, waarin kracht en Leegte keerzijden waren van dezelfde medaille. Volkomen spontaan slaakte ik vreemde juichkreten. Ik kon niet anders dan volkomen toegeven aan mijn gekte. Als een dronkeman werd ik voortbewogen. Hetgeen nog heel lang aanhield, dusdanig dat mijn vrienden het bij aankomst thuis konden zien. Mijn ogen moeten „heel apart" gestaan hebben. Het is een voorbeeld van het feit, dat ook in de „Donkere Nacht van de Ziel" mijn „Ervaringen" gewoon doorgingen. Ook daarom was „het duister mij licht genoeg"*.

* Naar Johannes van het Kruis.

Japan en HongKong

Door "toeval" had ik het voorrecht om bijna twee jaar in het Verre Oosten te verblijven. Eerst in Japan, toen in HongKong. Het zijn twee van de meest gelukkige jaren van mijn leven geweest. De aankomst in Japan was overdonderend. De combinatie van een cultuur die ons ogenschijnlijk zo "vreemd" is, met het gelijktijdige gevoel van "thuiskomst". Ik was er niet heengegaan voor de "spiritualiteit". Om sesshins te doen in een Zenklooster had bijvoorbeeld geen enkele aantrekkingskracht op mij. Mijn verlangen was om er gewoon een tijdje te wonen om alle facetten van het Japanse leven in mij op te nemen. De perfectie naar buiten toe (van de Japanse cultuur) weerspiegelde mijn innerlijke toestand. Het was de spirituele esthetiek die mij aantrok. Zo genoot ik van alles zonder onderscheid. Wie schetst dus mijn verbazing, dat ik op een goede dag door een Shin-boeddhistische priester werd benaderd met het verzoek Zentrainingen voor mensen van zijn tempel te houden. Zonder na te denken stemde ik toe. Het zou een van de meest vervullende perioden worden.

Aangemoedigd door mijn Japanse ervaringen, opende ik kort na mijn aankomst in HongKong het Maitreya Mind Wholeness Centre. In tegenstelling tot Japan was dit niet op locale mensen gericht, maar op expats, Westerlingen dus. Het was verbazingwekkend hoe snel je contacten krijgt in zulke grote steden. Buitenlanders zijn allemaal georganiseerd in clubs en kijken reikhalzend uit naar iedere nieuweling, dit om hun verveling te doorbreken. In no-time is er dan een voordrachtenavond voor je georganiseerd. Het kost nauwelijks moeite om mensen voor je activiteiten te interesseren. Dus had ik al gauw een meditatiegroep. Overigens vond ik de ambiance van HongKong eveneens verrukkelijk. De menste mensen denken alleen aan die grote stad en vergeten, dat er buitendien grote stukken platteland zijn met tropisch regenwoud, authentieke Chinese dorpjes, zo'n 220 verschillende eilanden en plenty stranden. Zo woonde ik bijvoorbeeld op Lantau-eiland in een huis met dakterras, aan de ene kant uitkijkend op de bergen overdekt met woud en aan de andere kant op het strand, de zee en kleine eilandjes. 

MeiMei

Iedereen denkt natuurlijk, dat "ik MeiMei uit Azië mee naar Nederland genomen heb". Niets is minder waar. Ik trof haar daarentegen op het ISS, het opleidingsinstituut van de Nederlandse Overheid voor de Derde Wereld, waar zij zojuist was afgestudeerd (drs) in "Regionale Ontwikkeling". Het was op een Zuid-Amerikaanse feestavond, waar zij onberoerd door het gewoel ingetogen op een stoel zat. Die onbewogenheid raakte mij onmiddellijk zo diep, dat er meteen ondersteboven van was. 's Avonds zei ik tegen vrienden: "ik heb geen vrouw, maar een bloem ontmoet". Het is in dit verband wellicht goed op te merken, dat ik vele jaren daarvoor vaak meer met bloemen dan met mensen had geresoneerd. Die stille pracht geeft herkenning met je diepste innerlijk. Zo was het met mijn ontmoeting met MeiMei ook. De gebeurtenissen volgden toen snel op elkaar. Er moest gehandeld worden, aangezien haar ouders niet stonden te trappelen om hun toestemming te geven aan een "liefdesavontuur" met een Westerse man. Al gauw kwam ik dus iets meer te weten van haar achtergrond. MeiMei's ouders hadden zich al vroeg bij de Bevrijding van China door Mao Ze Dong aangesloten. Door selectie waren zij vervolgens tot het centrale bestuur toegelaten. Bijvoorbeeld - en dit terzijde - was MeiMei's moeder een frequente danspartner van Mao Ze Dong....Toen MeiMei's moeder trouwde en vervolgens zwanger werd, wilde zij dit beeindigen, omdat het haar inzet voor de Revolutie hinderde. Door persoonlijk ingrijpen van Zou En Lai - de uitzonderlijke en humane premier van China - werd dit verhinderd. De laatste is daarom de peetvader van MeiMei, zonder wie ze nooit geboren was! MeiMei groeide heel beschermd op binnen de muren van de State Council, een complex aangrenzend aan de Verboden Stad. Zo herinnert zij zich Mao Ze Dong nog goed. Zij zwom vaak met hem in hetzelfde zwembad.....

Onze liefde was vanaf het begin "groter dan wijzelf". Het was het gevoel ononderbroken in eenzelfde ruimte zijn. Hoe gek het ook klinkt, maar het "persoonlijke" stond daardoor als het ware op de achtergrond. Alles speelde zich vanaf het begin af "op een ander niveau". Alles vond (vindt) plaats in de context van ingetogen vreugde. Er is wederzijds verstaan zonder dat er moeite voor gedaan hoeft te worden. Er was dan ook op geen enkele manier het gevoel van "culturele verscheidenheid". Uiteraard waren er aspekten die ik interessant vond. Zoals het feit, dat haar vader de eerste secretaris van partijleider Hua Kwo Feng (de eerste partijleider na Mao Ze Dong) was en haar moeder hoofd van het secretariaat van de State Council (de Regering). In het oude China was MeiMei hierdoor een prinses geweest. En zo voelt het ook eigenlijk. Haar innerlijke adel, haar natuurlijke balans, haar subtiliteit en de liefdevolle aanwezigheid gaf (geeft) onze relatie een ongekende dimensie. Hetgeen tot de dag van vandaag (voorjaar 2005: net twaalf en een half jaar getrouwd) voortduurt. Merkwaardig genoeg heeft zij in haar jeugd nooit kennisgemaakt met haar eigen (spirituele) traditie. Dat was in de jaren van de Culturele Revolutie verboden. (Overigens heeft haar familie veel van die verschrikkelijke dingen, waar zoveel boeken over geschreven zijn, meegemaakt. MeiMei is echter terughoudend met erover te praten).

Naast de liefde, die als een zijden gewaad om ons heen hangt, hebben wij ook spiritueel een zeer positieve wisselwerking. Zij is mijn engel ("gezonden door de Grote Moeder") die mij geholpen heeft grotere innerlijke stabiliteit te verkrijgen, terwijl zij zich op haar beurt aangesproken voelt tot bewustwording en meditatie. Zij heeft hiervoor zo'n "natuurlijk talent" - zij IS stilte - dat zij reeds verschillende malen in groepen heeft "voorgezeten". Dat zij daarnaast een buitengewoon getalenteerde therapeute en lerares in de Traditionele Chinese Geneeskunde is, hoeft nauwelijks meer vermeld te worden, zó veel mensen hebben dat reeds aan den lijve kunnen ondervinden. MeiMei is een echt wonderkind. "Van huis uit" verlegen en bescheiden, blijkt er een (stille) kracht in haar te huizen. Als deze naar buiten komt, wordt er een mengeling van dicht bij zichzelf-zijn, toewijdig, kundigheid en groot communicatietalent zichtbaar. Zij geeft zich met hart en ziel aan haar zelf opgelegde taak. Zij schittert in alles wat zij aanpakt. Op dit moment is het geneeskunde. Reeds tien jaar verdiept zij zich erin. Als sociologe met interesse voor epidemiologie had zij er reeds verbinding mee. Maar ook Chinese kookcursussen, fengshui advies, website design, Chinees schilderen of dans gaan haar even gemakkelijk af. Hoe bevoorrecht dat ik ben om zo intiem met haar te mogen samenleven. Vanuit mijn veelvuldige vroegere ervaringen weet ik, dat dit inderdaad uniek is. Ik bid in stilte, dat zij en ik samen nog een hele toekomst voor ons hebben, ten bate van iedereen en alles.

Beproevingen
Ontsnapt uit de hel van de toekomst

Toen ik echter dacht „alles gehad te hebben", kwam dit er nog bovenop. In 1992 begon het. Mijn vrouw MeiMei en ik kregen gelijktijdig klachten. In het begin vooral bij het opstaan. Wij werden beiden onverklaarbaar moe, de hele dag door. Vaker zat ik uren lusteloos op de bank of lag als verlamd op het bed, niet in staat om ook maar iets te doen. Moe, moe, moe zonder te weten waardoor het komt, is een rare gewaarwording.  Bij het lopen hadden wij beiden een „onwerkelijk gevoel", alsof er geen contakt met de grond was. Het was net of wij „op watten" liepen. Heel vervelend was, dat wij allebei steeds minder goed helder konden nadenken, het was of het hoofd in toenemende mate „geblokkeerd" raakte. Ik kon bijvoorbeeld een hele tijd „afwezig" voor mij uitstaren. Gemeenschappelijk was ook, dat wij ‘s nachts vaker wakker werden met een opgeblazen gevoel in de buik. ‘s Morgens waren wij nogal eens misselijk tot het gevoel van overgeven toe.

In de loop van een paar weken namen de klachten niet alleen toe, er kwamen ook andere bij. Vooral ‘s nachts. Terwijl zij pijn in de spieren en gewrichten kreeg, kon ik steeds slechter inslapen of werd met grote onrust - altijd tussen een en twee - wakker. Ik had daarbij het gevoel, dat mijn „systeem" het zou begeven: ik was vaker koud tot op mijn botten, met een borende pijn tussen mijn schouderbladen, zweette vaak, had hartkloppingen en het gevoel „weg te zakken", onderuit te gaan. Het opgejaagde gevoel, vooral in mijn hoofd, hartstreek en rug nam daarbij zo toe, dat het uitmondde in paniek. Op het hoogtepunt ervan „hield ik het niet langer" en moest ik mijn bed uit. Het is voorgekomen, dat ik het huis uitvluchtte en buiten in de auto probeerde te slapen. Het leven overdag veranderde ook steeds meer. Wij hadden steeds minder zin om eruit te gaan bijvoorbeeld. Wij zagen overal tegenop, zelfs boodschappen doen leek al te zwaar. Thuis deden wij ook al niet zoveel. De stemming werd gedrukter, gedomineerd door zorgelijke gedachten. Met name ik had daarnaast ook momenten van rusteloosheid, geprikkeldheid, stress en opgejaagdheid.

Ondanks alle gepieker was voor ons de oorzaak op dat moment niet duidelijk. De situatie werd echter snel onhoudbaar. Het geluk wilde, dat wij in diezelfde tijd naar Duitsland moesten. En ziedaar, vanaf de eerste nacht, dat wij elders sliepen, was het over. Zowel mijn vrouw en ik hadden nergens last van. Wij konden het niet geloven. Maar tegelijkertijd drong het tot ons door: het heeft dus met de woonplek te maken. Thuis teruggekomen nam de moeheid en dat onwerkelijke gevoel onmiddellijk weer bezit van ons, terwijl ook de klachten ‘s nachts er meteen weer waren. Wij begonnen radeloos te worden en hebben toen - omdat er niets anders opzat - een deskundige op gebied van „straling" laten komen. O.a. met behulp van moderne apparatuur heeft hij met de grootste zorgvuldigheid een hele ochtend gemeten en kwam tot de conclusie dat de plek „belast" was met „aardstralen" ,een magnetisch veld zowel als electro-magnetische straling. Oorzaken: vermoedelijk breuklijnen of/en waterader in de grond, radio-, TV- en radargolven tot en met de electrosmog in het huis zelf (electrische leidingen, lampen, apparaten, computer, TV). Op mijn lichaam kon hij de gevolgen meten: een immuunsysteem, dat ver onder de verantwoorde waarde was gezakt.

Gelukkig had hij een oplossing. Door op de juiste plaatsen rond het huis „staafjes" in de grond te graven, zou het probleem verholpen zijn. En ja hoor, wonder boven wonder voelden wij ons de rest van de dag weer gewoon, terwijl de nacht gewoon paradijselijk was. We konden een gat in de lucht springen, we voelden ons bevrijd van het nare dat ons zolang in de greep gehad had. Helaas, na vijf dagen normaal geleefd te hebben, kwam „het" weer terug. En ondanks dat de deskundige daarna van alles probeerde, kon hij de straling niet definitief afleiden. Er zat op het laatst niets anders op: wij moesten het huis uit. Woonplek, huis, werk, onze lichamelijke en psychische gezondheid, alles stond opeens op losse schroeven. En dat terwijl bijvoorbeeld ons werk net op gang gekomen was. Inkomen of vermogen was er niet. Bijstand weigerde ik principieel. Wat moesten wij doen, waar te gaan?

Voorlopig konden wij in een flat ons aangeboden door goede vrienden, waar wij op verhaal konden komen. En wat belangrijk was: er was geen electro-stress! Toen wij dan ook een stage-plaats voor een jaar in het buitenland konden vinden, grepen wij dat met beide handen aan. Dat jaar - op een eiland ver weg - was niet alleen voor de gasten die wij daar ontvingen een kuuroord, maar vooral ook een herstellingsoord voor onszelf. Pas na ongeveer een half jaar hadden wij het gevoel er weer „bovenop" te zijn. Nauwelijks verheugden wij ons in de herwonnen gezondheid, of opnieuw begon de moeheid toe te slaan. Bovendien kreeg ik ‘s nachts zeer onaangename schokken in mijn benen. Door onze eerdere ervaringen wijs geworden, kwamen wij nu eerder achter de (vermoedelijke) oorzaak. Van electrosmog kon in dit geval geen sprake zijn. Niet alleen woonden wij ver van de bewoonde wereld, ook waren de verschijnselen anders. Wij woonden op een kamer van een gloednieuw hotel. Onze conclusie: het moesten o.a. formaldehyd, samen met „houtbeschermingsmiddelen" zijn, beiden van het nieuwe (houten) interieur. Als wij namelijk niet in onze kamer sliepen, hadden wij geen last. Toen na een jaar ook de zakelijke vooruitzichten somberder werden, besloten wij van het eiland weg te gaan.

Terug in Nederland - zonder financiële middelen - lichtelijk bedrukt vanwege onze ervaringen en onzeker over wat ons nu weer te wachten stond, hadden wij de eerste maanden in verhouding geen slechte tijd. Weer woonden wij tijdelijk in een huis en hadden zo even tijd om ons over onze volgende stap te bezinnen. Het werd tenslotte een klein huisje op het platteland. Wij waren inmiddels zulke goede „antennes" geworden, dat wij zelf de electrosmog konden „meten". Is er ergens electrosmog, dan voelen wij dat onmiddellijk. Er was in dat huisje geen electro-stress, dus was de keus niet moeilijk. Opnieuw beginnen dus. Een geneeskundige praktijk in een dunbevolkt gebied was weliswaar geen gemakkelijke opgave, maar wij zagen het zonnig in. Tot ik na een paar maanden een steeds dikkere buik begon te vertonen. Het maakte niet uit wat ik at, de buik bleef vol en opgeblazen. Als arts voor natuurgeneeskunde word je verondersteld daar wat aan te kunnen doen. Ik probeerde van alles: van ‘s avonds het avondeten weglaten (wat enigszins verlichtte) tot en met een maand lang vasten. Dagen met hard werken - ik schreef een boek - en perioden van moeheid, uitputting en depressie (ME) wisselden elkaar regelmatig af. De momenten van geirriteerdheid en opgejaagdheid kwamen terug. Weer werden het (dramatische) nachtelijke crises, met angst en paniek om „weg te vallen", extreme kou, zweten, dit alles soms een aantal keren in de week. Vele uren heeft mijn vrouw mij bijgestaan met alles wat zij kon: ooracupunctuur, moxa, massage en voetzoolreflexmassagen. Niets hielp echter afdoende tot ik ontdekte dat de oorzaak van die crises gluten- en lactoseintolerantie was.

Intussen waren ook de nachtelijke schokken en trekkingen in mijn benen behoorlijk verergerd. Je kunt beter pijn hebben, zo’n afschuwelijk gevoel is dat. Na enkele weken van een gluten- en melkvrij dieet, namen deze verschijnselen samen met de crises echter gelukkig af en begon ik mij beter te voelen. De praktijk bleek geen succes, inkomsten waren er nauwelijks geweest en omdat wij door de gebeurtenissen toch ook enigszins onzeker waren geworden over het huis en de plek, besloten wij opnieuw om weg te gaan. Er stond mij voor ogen voorlopig mobiel te blijven. Een oude caravan (zonder douche/WC) werd ons volgende huis, op een terrein van vrienden die ons bijzonder hartelijk onthaalden. Maar ja, wat daar nou weer te doen? Wij waren inmiddels nomaden geworden, zonder vaste woon- of verblijfplaats. En het vervelende was, dat onze nieuwe plek ook niet helemaal vrij van straling was. We hadden er snel schoon genoeg van en zochten onze uitweg ver hier vandaan. Want we waren inmiddels wel tot de ontdekking gekomen, dat (vooral West-) Nederland vanwege zijn "stralingsdichtheid" een van de ongezondste landen in Europa was (is).

Weg dus, ditmaal probeerden we het in Ierland. Volgens verwachting (en zeker geen zelfsuggestie in het spel) was daar niets te bespeuren, geen electro-stress, geen (merkbare) vervuiling, een verademing dus. Echter kregen mijn vrouw en ik daar prompt allebei een gigantische griep, zij hoestte 10 dagen en had waarschijnlijk een lichte longontsteking. Verklaring (uit 28 jaar medische ervaring): ontgiftingsreactie na voorafgaande gif- en electro-stressbelasting. Met vrienden die daar al een tijd wonen, hebben we toen plannen voor de toekomst gemaakt. Onze status als „milieu-vluchteling" had ook zijn goede kanten, hielden wij onszelf voor. Anders waren wij immers nooit op dit groene eiland beland. Er was alleen een kink in de kabel: mijn Chinese vrouw had in vijf jaar haar familie niet gezien. Het familiebezoek - naar China - ging uiteraard voor, dus moest Ierland nog even wachten. Zorgelijk vroegen wij ons af, hoe in China de „stralingssituatie" zou zijn. Het was denkbaar, dat die zo erg zou zijn, dat we met het eerste vliegtuig rechtsomkeerd moesten maken.

Er wachtte ons echter een aangename verrassing. Ondanks de (relatieve) netdichtheid van de hoofdstad geen electro-stress! (Nu weet ik dat daar veel strengere normen heersen). Alleen als ik te dicht bij de TV, een computerscherm of onder een plafond van neonlicht kwam, merkte ik het. Evenals het telefoneren met een draadloze handy. Ook dit werd echter helaas na een paar weken zo erg, dat ik deze situaties consequent moest gaan mijden. Ik werd anders heel draaierig in mijn hoofd, werd koud in mijn benen, voelde de grond niet meer, liep ongecoördineerd, naast dat ik een borende pijn tussen mijn schouderbladen en in mijn gewrichten kreeg. Geheel radeloos werd ik dit keer niet, want als ik maar afstand hield van die apparaten functioneerde ik redelijk wel. Gelukkig kreeg ik op een gegeven moment een goede inval. Jaren geleden had een biologische tandarts mij verteld, dat je vullingen „zich op konden laden", waardoor je vervolgens klachten kon krijgen. Als je dan op aluminiumfolie bijt, „vloeit de spanning af" en worden je klachten minder. Ik begon het te doen en zie het werkte. Mijn klachten werden onmiddellijk minder, soms dusdanig dat ik het korte tijd voor de TV kon uithouden.

Behalve dat ik mijzelf nu kon helpen, was er een belangrijk inzicht geboren. Als mijn klachten zo snel en duidelijk verminderden door het bijten op alu-folie terwijl ik naar de TV zit te kijken, is het bewijs geleverd, dat door electro-magenetische golven je vullingen opgeladen kunnen worden. Een „antenne" in je eigen mond. Twaalf jaar geleden had ik al mijn amalgaam reeds vervangen. Ik had nu tenminste veertien! gouden inlays. Zouden deze er nu ook uit moeten? Ik probeerde er niet aan te denken. Speelde het paladium, een edelmetaal, dat vaak met goud vermengd is, ook een rol? Meer vragen kwamen. Kon ik überhaupt nog wel functioneren in de maatschappij of was ik definitief veroordeeld om in een verafgelegen gebied te gaan wonen? Niet helemaal tegen wil en dank, want „ontwikkelingswerker" (....) was altijd een blijvende optie voor mij gebleven. En mijn vrouw dan, hoe kon zij dit allemaal verwerken? Terwijl ik in China relatief klachtenvrij was gebleven, was het eerste wat ik in de aankomsthal van Schiphol voelde ....onmiddellijk die nare borende pijn tussen mijn schouderbladen en het onwerkelijke gevoel in mijn benen en mijn hoofd, hetzelfde wat ik voordien in Nederland altijd gevoeld had. Hals over kop gingen wij terug naar wat inmiddels een zomerhuisje geworden was, waar ik het echter geen dag kon volhouden. We werden gelukkig direct opgevangen door een vriend, die een kamer ter beschikking stelde.

Zonder een aantal goede vrienden, die vaak zonder het helemaal te begrijpen ons toch steeds weer hielpen, hadden we het niet gered. Ik bezocht een collega arts die ik goed ken en buitengewoon waardeer om haar advies. Na uitvoerig onderzoek stelde zij ME (CVS) vast met als oorzakencomplex een gluten- en melkintolerantie, een kwikbelasting (uit mijn vroegere vullingen), de electro-stress, verteringsstoornissen en candida, waarvoor ik behandeling kreeg. In het begin leek het heel goed. Na een tijdje echter kwam de nachtelijke onrust terug. Net of je hersenen beginnen te "woelen". Natuurlijk hebben we het bed verplaatst, wat echter niet hielp. Een keer kreeg ik het zo te kwaad, dat ik midden in de nacht het huis uitvluchtte en de rest van de nacht bij een kennis op de sofa heb doorgebracht. Het kwam dus (opnieuw) goed uit (dachten wij), dat wij voor mogelijk nieuw werk naar Duitsland moesten. Immers hadden wij er in het verleden goede ervaringen gehad. Vooral omdat wij naar mijn geliefde bergen gingen, hadden wij een vrolijke heenreis. Ter plekke aangekomen wachtte mij een hevige teleurstelling. Zowel buiten in de heuvels, in het dorp als in onze pensionboerderij kwam de pijn tussen de schouderbladen weer opzetten. Later vernam ik, dat de electrosmog in bepaalde bergstreken vaak erger is door het intensievere communicatie(telefoon, radio)net. De nacht kon ik het gelukkig net uithouden en zo vertrokken wij de volgende dag naar onze tweede afspraak 400 km naar het noorden.

Die nacht in het hotel zal ik niet gauw vergeten. Niet alleen werd ik wakker in de gebruikelijke paniek, ik had daarnaast alle verschijnselen van een hartinfarct: beklemming op de borst, uitstralende pijn naar kaak en linker arm, angst en zweet op het voorhoofd. Mijn lieve vrouw heeft alles gedaan om mij eruit te helpen maar om half drie (in de nacht dus) dacht ik: „Nu is het afgelopen. Niet met mij, maar met de situatie. Ik pak de auto, rij naar Nederland (acht uur), ga onmiddellijk naar mijn tandarts die al mijn gouden inlays eruit moet halen en wel in een zitting. Ik wil niet nog eens zo’n nacht doormaken". En zo geschiedde. Na het aanvankelijk in de auto nog te kwaad te hebben gehad, ging het eigenlijk steeds beter en rond lunchtijd stond ik bij mijn tandarts op de stoep die net aan zijn weekend zou beginnen. Twee uur en drie kwartier heeft hij gewerkt en gezweet. Alles was er nu uit. Met noodvullingen in mijn mond reed ik voldaan terug naar huis. Twee nachten was ik klachtenvrij. Daar was ik niet alleen opgetogen over, maar zag er ook een bevestiging van mijn „theorie" in.

Jammerlijk was het dus, dat in de derde nacht de verschijnselen opnieuw de kop opstaken. Ik had mij vergist en voor die vergissing een enorme prijs betaald, dat dacht ik op dat moment althans. Ik zag het opeens niet meer zitten. Ik had geen nieuwe opties meer. Opnieuw gaan naar een ander adres leek evenmin zinvol. Een „grot in de Pyreneeen", dat leek de enige uitweg. Voorlopig koos ik een andere slaapplek in hetzelfde huis (wat gelukkig kon) en veel naar buiten. Het was meestal dragelijk moet ik zeggen. Ofschoon ik van een transistorradiootje - als deze te dicht bij mij in de buurt stond - al draaierig kon worden. Mijn vrouw had al die tijd zitten broeden op een oplossing. Zij begon op een gegeven moment mijn rug met Chinese „schraaptherapie" - guasha - te behandelen en...geloof het of niet: mijn onrust vloeide onmiddellijk uit hoofd en lichaam weg. En wat een extra wonder was: de dag daarop kon ik weer spontaan lezen zonder bril, terwijl ik al zeven jaar niet zonder kon!

Twee dagen daarna had ik opnieuw een afspraak met mijn arts, die nog steeds een kwikbelasting met de gluten- en lactose-intolerantie vaststelde, maar veel minder sterk dan de keer daarvoor. Net als bij de eerste keer behandelde zij mij, met daarnaast ondersteuning van een effectieve (Japanse) immuunversterkende therapie. Plus een injectie (neuraaltherapie, vroeger ook altijd gedaan, maar nu het mijzelf betrof dacht ik er niet aan...) in een oud littekentje dat buitengewoon hielp. Met het gevolg, dat ik een tijdje op dezelfde kamer kon wonen, geen klachten had, niet meer moe was,  in hetzelfde bed sliep en in bescheiden mate yoghurt en brood at zonder ‘s nachts klachten te hebben. Voor mij een ongekende luxe! En dat gedurende een aantal weken. Ik zag er beter uit, voel mij goed, mijn ogen stonden helderder, mijn huid glanste (zei mijn vrouw), mijn buik is beduidend platter en de darmfunktie verbeterd. Achteraf werd mij de samenhang duidelijk. Het weghalen van de inlays was toch een gouden greep geweest. De klachten die ik direct erna had, waren terug te voeren op een tijdelijke „genezende verergering", zoals zo vaak bij een biologische immuunversterkende therapie. Wat een opluchting.

De conclusie van dit alles is, dat het feit van de electro-smog - het samenstel van „aardstralen", electrische, electromagnetische belasting: radio, TV, de draadloze telefoonnetten (handy’s), satellietverbindingen, hoogspanningskabels, treinstations, radar (militair en civiel) en de electrische leidingen en apparaten in huis - althans voor mij niet meer te loochenen valt. Vullingen, zowel amalgaam als gouden inlays kunnen hierbij als „antenne" werken. Het te hoge mini-voltage veroorzaakt elektro-stress in de hersenen, hetgeen in de rest van het lichaam en de psyche voelbaar wordt. In het geval van amalgaamvullingen (vooral als je veel TV kijkt, met de computer werkt of draadloos telefoneert) wekt het spanningsverschil met het mondslijmvlies stroompjes op, waardoor kwik in oplossing komt en een chronische kwikvergiftiging c.q. veroorzaakt. In mijn geval is het aannemelijk, dat de latere gouden inlays (door hun te hoge voltage) de spontane ontgifting van kwik hebben geblokkeerd. Kwik, dat als gevolg van 30 jaar kwikvergiftiging uit vele vullingen, voornamelijk in de hersenen, de lever en de nieren is opgeslagen. Zodat ik 12 jaar na het verwijderen nog een kwikbelasting vertoon, hetgeen overigens op zijn beurt ook weer een antenne voor de electrosmog kan zijn. Bovendien was bij mij deze kwikbelasting, samen met de gluten- en melkovergevoeligheid de oorzaak van mijn „zwakke zenuwen", een extra reden waarom de electro-smog zo hard was aangekomen.

Vooral West-Nederland schijnt een van de dichtste electro-magnetische netten van Europa te hebben. Alleen Duitsland is erger. De ontwikkelingen gaan echter in snel tempo door. Sensitieve mensen hebben het hier dus extra moeilijk. De individuele gevoeligheid wordt niet alleen door bovenstaande factoren bepaald, maar ook door aanleg en (psychische) constitutie. Het zou tragisch zijn, dat juist mensen die bewustworden en opengaan, waarvan er juist veel meer zouden moeten komen, als eersten aan de gevolgen van de electrosmog zouden gaan lijden. Mijn spirituele levensloop en 25 jaar dagelijkse meditatie-praktijk zou dus ook duidelijk een rol gespeeld kunnen hebben. Mensen zoals ik hebben het twijfelachtige voordeel „in de hel van de toekomst" gekeken te hebben. „Teruggekomen" kunnen zij de andere mensen vertellen wat zij daar „hebben gezien". Waarschuwingen die hopelijk niet voor niets zullen zijn. Het advies is, om naast het ijveren voor een electrosmog-vrij milieu ten allen tijden een goede balans proberen te bewaren tussen openheid, ontvankelijkheid alsook ik-sterkte en weerbaarheid. Geen geringe opgave!

Het is bovendien meer dan waarschijnlijk, dat de relatie electrosmog-gekte-ziekte nu reeds een grote rol speelt, niet alleen in individuele gevallen, maar ook op grotere schaal. Uit onderzoeken in Duitsland (ook al een land met een dicht net) blijkt (M.Fritsch, Dr.B.Kern), dat de dramatische toename van het hartinfarct (en beroerten) niet anders verklaard kunnen worden, dan uit electrosmogbelasting. Het mechanisme berust op resonantie. Cellen en weefsels (bloedvaten bijvoorbeeld) in het lichaam resoneren net zolang met de straling totdat zij beschadigd raken. Daarnaast hangen ook vele andere (chronische) „beschavings"ziekten, alles wat terug te voeren is op immuunzwakte - een van de directe uitwerkingen van electrosmog - zoals M.E., fibromyositis, candida, allergieën en intoleranties, hoofdpijnen, sommige beroepsziekten (tandartsen bijvoorbeeld), reumatische ziekten, Alzheimer, kanker en vele andere, er vermoedelijk geheel of gedeeltelijk mee samen. Als „antenne" ben ikzelf enorm geschrokken van de buitengewoon sterke electrosmogbelasting in twee ultra-moderne ziekenhuizen die ik bezocht. De samenhang met de enorme „psychologische" en „werk"stress die tegenwoordig door steeds meer mensen wordt gevoeld, zou niet meer te ontkennen zijn. Evenals de explosieve stijging van moeheid, slaapstoornissen, hoofdpijn, schouder- en rugklachten, vooral bij kantoorpersoneel en managers, in landen als Japan en de V.S., net als Europa maximaal belast met electrosmog. En wat te zeggen van de recente toename van agressie, geweld en criminaliteit (overprikkelde hersenfuncties door electrosmog)? Reeds nu lijken wij een vicieuze cirkel beland te zijn: electrosmog, stress, psychische stoornissen, agressie, ziekte en degeneratie. Op grond van wat er nu bekend is, kan zelfs gesteld worden, dat de toekomst van onze gehele cultuur o.a. afhangt van hoe wij het probleem van de electro-magnetische belasting (op korte termijn) zullen aanpakken. De consument („consuminderen"), (tand)artsen en andere werkers in de gezondheidszorg, patienten en patientenverenigingen, milieu-organisaties, de electronische industrie („let’s make things better"....) en de overheid dienen op korte termijn in te grijpen voor het te laat is. De toekomst lijkt nog steeds aan de technologie te zijn. Het enige dat daarbij vaststaat is, dat de huidige groei - gevangen in het web dat we zelf hebben gecreëerd - ten koste zal gaan van het leven(sgeluk) van vele miljoenen mensen.

Ik heb sinds mijn „ziekte" met verschillende mensen van gedachten gewisseld: deskundigen en mede-slachtoffers en veel literatuur bestudeerd. Het syndroom ME(CVS) heeft bij ieder weer andere accenten cq oorzaken. Daaruit bleek, dat iedereen die gevoelig is - naast grote overeenkomsten - niet dezelfde symptomen hoeft te vertonen. Een en ander is gedeeltelijk afhankelijk van de voorgeschiedenis en dat is voor ieder weer anders. Een groot aantal slachtoffers hoort bijvoorbeeld „piepen" in de oren (tinnitus) wat ik niet had. Ook de situatie in de mond is bij iedereen weer anders. Het is dus niet zo, dat iedereen zonder onderscheid nu meteen de vullingen zou moeten verwisselen. Bespreekt u dit eerst rustig met uw (natuur)arts en (biologische) tandarts. Wat mijzelf betreft, is het uiteindelijk helaas niet mogelijk gebleken geheel electro-stressvrij te leven. Ik voel mij over het algemeen gelukkig beter dan ooit - behalve mijn "gewone" duizeligheid, botpijn en moeheid - maar er blijven een aantal plekken, waar ik opeens weer klachten krijg. Vooral nieuwe (beton)gebouwen, moderne huizen, de trein waarin overal om je heen met handy's getelefoneerd wordt, kantoren en hotels plaatsen mij steeds weer voor onaangename verrassingen. Zomaar een hotel boeken, zonder van tevoren te weten "hoe het daar voelt", is een riskante onderneming. Temeer omdat één nacht "in de straling" mij letterlijk totaal doet opbreken. "Mijn energie" gaat in korte tijd zó (dramatisch) naar beneden, dat ik het gebouw uit MOET, dit om erger te voorkomen. Met de plek in Amsterdam waar wij nu wonen, heb ik het gelukkig erg getroffen. Het heeft tot dusver verhinderd, dat wij - zoals eerder - de wijk moeten nemen naar "primitiever" oorden.

Brazilië

Om het verhaal af te maken - de klachten kwamen toch herhaaldelijk weer terug - besloten we ons geluk in Portugal te proberen. Daar waren veel oudere overwinteraars zo redeneerden wij, zodat de verwachting van een inkomen niet onredelijk scheen. Geholpen door een geldlening - waarvoor wij nog steeds dankbaar zijn - verhuisden we "officieel" naar de Algarve. Optimistisch zoals altijd....huurden we een mooi huis op een heuvel met in de tuin amandelbloesems. Iets waar iedereen van droomt dus. Niet dat het meteen nachtmerrie-achtige toestanden gaf, maar na een maar maanden bleek ons "goudmijntje" eerder een groep ouderen die stevig op zijn geld bleef zitten. Voor geneeskundige hulp ging men naar de goedkope staatsziekenhuizen.

Midden in mijn ellende, ik zat in meerdere opzichten volkomen aan de grond stond ik op een goede morgen op...en hoe. Op onverklaarbare wijze was ik in een toestand van niet te beschrijven geluk beland. Een waarin ik zonder enige aanwijsbare reden naar alle kanten overstroomde van blijdschap, kracht en energie. Ik ging naar buiten en stampte als een kind woest, kreten slakend, chantend en sissend in het rond. Een extatische wildeman. Al doende drong het tot mij door, dat dit de toestand was van mijn paradijselijke babytijd, die van de eerste twee jaar, de tijd voor mijn „grote ongeluk". Het was het herstel van het contakt met mijn persoonlijke wortels. Nooit was ditzelfde in al die 56 jaar eerder gebeurd*. Was dat niet even een wonder?

* Hoewel een uitzonderlijk gebeuren, kan het niet vergeleken worden met een Grote Ervaring. De eerste is extase (energie), de tweede opgaan in het Goddelijke (Bewustzijn).

Totdat onze ellende zo schrijnend werd, dat een hollandse familie het niet meer aan kon zien en voorstelde "of wij niet naar Brazilië wilden emigreren". Een van hun zoons had een positie bij de Regering van de deelstaat Paraná. Hij kon ons verder helpen. Met de rug tegen de muur maak je gekke sprongen. Wij dus naar Brazilië. Zo onbekend we er waren, zo snel we er thuis waren. De Brazilianen ontvingen ons met een onvoorstelbare hartelijkheid. In korte tijd werden wij in contakt gebracht met mensen die voor ons relevant waren. Met name werden wij voorgesteld aan de staf - directeur en internist - van het plaatselijke "SUS" armenziekenhuis, notabene ziekenhuis "Erasmo de Roterdam" geheten. Over een eigen huis werd niet gediscussieerd. De geneesheer-directeur stond erop, dat we een kamer in zijn huis zouden betrekken, inclusief gebruik van gemeenschappelijke woonkamer, keuken en eigen douche/toilet. 

De hartelijkheid van de Brazilianen iets iets wat ons altijd bijgebleven is. En hun enthousiasme over dat we onze diensten kwamen aanbieden. Terwijl je in Europa je moet invechten in de kleine niches van de markt - iets wat ons principieel tegenstaat - konden ze daar niet genoeg krijgen van het feit, dat wij "voor hun helemaal uit Europa gekomen waren". Een warme douche dus. Dat werd versterkt door het feit, dat we onmiddellijk bij alle mogelijke "vrienden" werden uitgenodigd, steevast op barbecue parties. Daar zaten we wel even mee, want we waren "hoofdzakelijk" vegetarisch. In het begin aten we dus alleen stukjes tomaat en peterselie. Totdat het begon op te vallen. Het werd ons duidelijk gemaakt, dat dat zo niet verder kon. Hetgeen begrijpelijk was. Om de gastvrijheid niet meer te bruskeren zijn wij daarom ook maar vlees gaan eten. En wat schetst onze verbazing. Terwijl ik toch nog een beetje last had van stress, was dit binnen een week verdwenen. Het vlees had voor de noodzakelijke "buffer" gezorgd.(PS. En nou niet meteen denken, dat dit voor iedereen de oplossing is!). Voor mij heeft het in ieder geval wel gewerkt. Het is de reden, dat ik nu na zoveel tijd nog redelijk functioneren kan.

Net als eerder in HongKong viel het ons op hoe gemakkelijk, spontaan en ook snel dingen georganiseerd zijn. Het lijkt wel of Nederland helemaal dichtgemetseld zit (in meerdere opzichten). Zo hebben wij niet alleen de natuurgeneeskunde in het ziekenhuis kunnen introduceren, maar ook een redelijk groot hoge bloeddruk project in de stad (Curitiba) kunnen opzetten. Of dat al niet genoeg was, werd er een cursus "Stroomsysteemtherapie" voor alle directeuren van de grote gemeentelijke instellingen (gezondheid, sport, ouderenhulp, landbouw, voedselvoorziening etc.) opgezet. Het was de aanleiding voor de vertaling van mijn stroomsysteemboek in het Engels, iets waar sindsdien veel mensen wat aan gehad hebben*.

* Gratis in het internet gepubliceerd. Open www.vitalworld.org

De spirituele belangstelling van de Brazilianen is enorm. In kleine dorpjes staan vaak talloze kerk- respectievelijk sectegebouwtjes, bijna allemaal charismatisch en druk bezocht. Ook de inheemse vormen van voodoo (Candomblé bijvoorbeeld) bloeien er, naast spiritistische stromingen als het Kardeksisme. Het laatste heeft zelfs een eigen universiteit. We werden er uitgenodigd om een lezing over spiritualiteit te geven. Alles op zijn Braziliaans spontaan georganiseerd. Volle zaal met allemaal zeer geinteresseerde jonge mensen, die veel vragen stelden. De leidinggevende professor - in yoga en Indiase filosofie - was zeer geboeid en bood ons aan.....een spiritueel centrum op te zetten op een landgoed van 2500 hectare. Alles gratis en voor niets, een geschenk....Zoiets kun je je hier absoluut niet voorstellen. Logisch dus, dat wij aanvankelijk geinteresseerd waren. We zijn er dus naartoe geweest. Het land was woest, tropisch en onvoorstelbaar mooi. Het eindigde aan de zee, waar een lokale variant dolfijnen hun thuis hadden. Jammergenoeg bevond zich in de naaste omgeving echter een zwerversdorp, waarvan de bewoners berucht waren om hun geweldplegingen. Om zo (als "rijke Westerlingen") geisoleerd en in hun buurt te wonen leek ons daarom niet ongevaarlijk. Bovendien was er de handicap van de taal. Spirituele lezingen in het Portugees geven, was voor mij geen haalbare kaart. We hebben het aanbod daarom helaas moeten afslaan.         

Niet lang erna vroeg de professor mij mijn levensverhaal te vertellen, iets wat niemand ooit zo uitdrukkelijk had gevraagd. Nadat ik hem het belangrijkste kort had verteld, zei hij na een stilte „weet jij wel dat jij de hoogste graad van Verwerkelijking hebt bereikt? Ja zei ik „Ik Weet". "Kun jij dan ook elk moment, wanneer je dit maar wil, simpelweg door het aanhouden van de adem in de Toestand ingaan", vroeg hij verder. Nou, zei ik, daar ben ik nooit zo in geinteresseerd geweest, maar als ik in de Toestand ben, is de adem inderdaad voor langere tijd „verdwenen". Probeer het maar eens, zo raadde hij mij aan. Aldus deed ik. En inderdaad, elke keer dat ik heel subtiel mijn adem in de uitademing vasthield, schoot ik als door de hals van de zandloper in de andere Dimensie. O, dat is dus kennelijk zo, dacht ik.

Even later besefte ik de reikwijdte ervan. Als ik inderdaad op een volkomen „natuurlijke" manier in de Verwerkelijking kan schieten, is dit dus mijn Leven, waarvanuit ik dien te leven. Opeens was mijn „speelruimte" verdwenen. Hier kon ik niet omheen. Waarmee tegelijkertijd mijn verantwoordelijkheid was vastgelegd.Vanaf dat moment was het onderste boven gekomen. Mijn zwakte vervangen door een allesdoordringende subtiele kracht. De grote angst van al die voorafgaande jaren, namelijk om mijn „oorspronkelijk Gezicht" aan de buitenwereld te laten zien, was eveneens van mij afgevallen. De erkenning door slechts een mens had hierbij de doorslag gegeven. Iets wat geen „Godservaring" had kunnen bewerkstelligen. Oneindig dankbaar ben ik voor het feit, dat ik die ene mens op mijn Weg ontmoeten mocht. Ik bad, dat ik op mijn beurt mensen die naar mij toe zouden komen, evenzeer in hun bestaan zou mogen bevestigen. In je Wezen weerklank vinden, is dat niet het grootste verlangen van iedereen?

Laatste beproeving

De grootste schok moest echter nog komen. Het komt overeen met de situatie in de Parcival legende, als Parcival na zijn Verlichting en jaren van omzwervingen (integratieproces) voor de laatste maal aan Arthur's hof komt, in de veronderstelling, dat hem daar slechts lof en eer te wachten staat. Plotseling duikt er dan een afgrijselijk lelijke oude vrouw - Kundrie - op die hem op alle mogelijke manieren beschuldigt en verwenst. Zij maakt hem duidelijk, dat de "goede daden" die hij verricht had niet uit een zuivere gesteltenis verricht waren, waardoor de waarde ervan nul is. Hetzelfde gebeurde mij ook. Na een ruzie met mijn vrouw kreeg ik dezelfde spiegel voorgeschoteld. Ik besefte als nooit tevoren, dat ik "mij weliswaar altijd ingezet had voor de medemens" - altijd met de beste bedoelingen - maar dat dit (onbewust!) was ingegeven door mijn zucht naar erkenning, waardering en.....liefde. Om dat laatste te verwerven heb ik werkelijk alles gedaan. Nooit had ik de pijn van het liefdestekort, dat aan mijn "voortdurende inzet" ten grondslag lag zo volledig gevoeld. "Krijgen door geven"*, dat was mijn (onbewuste) strategie altijd geweest. Mijn hele leven is erdoor bepaald. Hoe ongelooflijk pijnlijk dit te moeten ervaren.

* Dat wil niet zeggen dat ik - overeenkomstig mijn graad van inzicht - niet altijd oprecht ben geweest. Bovendien: in mijn (vele) momenten van Inclusief Bewustzijn was de Oorspronkelijke Toestand hersteld en zat (zit) er niets meer tussen Mij en "mijn omgeving". Zwakte dat echter af, dan zat de zelfgerichtheid - zonder dat ik mij daar altijd bewust van was - er weer tussen.    

Onmiddellijk raakte ik spontaan in een diep rouwproces. Liet ik het besef van wat ik in mijn leven had moeten missen elke keer weer door mij heengaan. Met mijn nieuwe kijk op de dingen, herbeleefde ik talloze situaties uit het verleden. Hetgeen bevestigde dat je in je groeiproces steeds weer dezelfde dingen voor je kiezen krijgt, maar dan op een nieuw niveau van inzicht. De ernst van mijn probleem kwam overeen met de laatste fase op mijn Weg. Tegelijkertijd kwam er diepe spijt en berouw over mij. Hoeveel mensen heb ik door mijn onwetendheid niet onnodig belast? Maar ook met betrekking tot mijzelf. Door de gigantische behoefte aan liefde, heb ik mijn leven lang geen echt mededogen kunnen hebben. Ik dankte de Moeder en MeiMei, dat ik dat nu tot in alle diepte heb mogen beseffen en ervaren*. Het is nooit te laat, ja, alle dingen gebeuren precies "op de juiste tijd". Ikzelf kan wel denken, dat het een "verlies" is geweest. Het Uiteindelijke in Haar wijsheid weet echter beter. Zij heeft mij veel lijden en dus rijpheid toebedeeld. Diepe dankbaarheid kwam in mij op. Wat een geduld, dat Zij met mij gehad heeft! En dat allemaal voor "mij". Zij is waarlijk de enig ware Liefdesbron.

* Ik wist natuurlijk al veel eerder van mijn probleem. Maar nooit diep en pijnlijk genoeg. Vaak pas na diepste smart kom je tot ware ommekeer.

Het was mij nu volkomen duidelijk, waarom "ik nog niet klaar was", waarom ik, die toch onmetelijke genaden had ontvangen, maar niet vruchtbaar werkzaam werd in de wereld. Intuitief wist ik, dat er nog een belangrijke barriere tussenstond. Gelukkig heb ik mijzelf de tijd gegund - hetgeen bij tijden behoorlijk heftig kon zijn - om er achter te komen. Het is aan de eindeloze compassie van de Moeder* te danken, dat ik deze kans kreeg. Nu er niets meer tussenstaat kan Haar mededogen vrijelijk door mij heenstromen. Kan ik Haar begaan-zijn met de wereld delen met iedereen. Parcival ging mij hierin voor. Toen hij voor de tweede maal op de Graalburcht kwam, vroeg hij onmiddelijk naar de toestand van de zieke Visser-Koning. Terstond jubelde het hele paleis. Ontelbare decennia had men hierop gewacht. Immers, door het onvermogen van de koning - zijn egocentrisme en zijn afgesneden-zijn van de Bron - was het hele land een woesternij ("wasteland") geworden. Het wachten op de mededogende buitenstaander - iemand van buiten het systeem, die de ware Weg had bewandeld - werd nu beloond. De koning genas terstond en het hele land bloeide op.               

Voor de "technische kant" van de Donkere Nacht, zie "De Universele Weg" (wordt binnenkort uitgegeven),
o.a. Lichaamsbewustwording, Gewaarzijn, Zelfoverstijging, Blokkaden,
De Tegenstrever, Het Creatieve Proces en METAsynthese.

Terug

© 1999 Copyright by Han M. Stiekema. Alle rechten voorbehouden.
Last update:05/05/13