|
Brief 7 |
|||
Brief
1 Chinese levenskunst krijgt gestalte in het Vondelpark Brief 2 Brief 3 Brief 4 Brief 5 Brief 6 Brief 7 Brief 8 Brief 9 Brief 10 Brief 11 Brief 12 Brief 14 Brief 16 Brief 17 Brief 18 Brief 23 |
De Graallegende is ontstaan ongeveer 1000 na Chr. Het hoofdthema is de zoektocht naar het Wezenlijke, iets dat eigen is aan alle spiritualiteit, overal en in alle tijden. Het bijzondere van de Graallegende is, dat de thema's die zij aanroert voor onze tijd niet alleen zeer actueel zijn, maar tevens de meest diepzinnige "Weg van de Krijger" verbeeldt, die het Westen (geinspireerd door het Oosten) ooit heeft voortgebracht. In het kort komt het hier op neer. Parsival is een arme vaderloze boerenjongen, die op een dag een aantal ridders tegenkomt, hetgeen hem zo fascineert, dat hij onmiddellijk zijn moeder verlaat om op avontuur te gaan, op zoek naar een onbekende "Graalburcht". Op de Graalburcht woont koning Amfortas, een oud en ziek man, die alleen kan genezen, wanneer door de beste ridder ,de juiste vraag" wordt gesteld. Bij zijn vertrek sterft zijn moeder van verdriet, maar Parsival kijkt niet eens om. Vervolgens maakt hij alle mogelijke avonturen mee. Hij verslaat ettelijke ridders, verkracht een meisje en rooft haar ring, hij komt aan het Hof van koning Arthur en vergeet een geroofde beker terug te brengen, hij verricht dan voor het eerst een ridderlijke daad door een meisje in nood te redden, hij leert van zijn leraar Gournemans toch vooral bescheiden te zijn en vooral niet teveel te vragen. Als hij vervolgens op de Graalburcht komt, worden hem een gebroken zwaard, een bebloede lans, een gouden beker en een zilveren schaal getoond. De gouden (Graal)beker heeft een verblindende lichtstraling, dusdanig dat de kaarsen erbij verbleken, maar de betekenis van de vier voorwerpen begrijpt hij niet. Hij verzuimt ernaar te vragen, evenals naar de oorzaak van de ziekte van koning Amfortas. Als hij de volgende ochtend wakker wordt, is het kasteel uitgestorven, wordt bij zijn vertrek de brug achter hem opgehaald en klinkt er hoongelach. Hij zet zijn tocht voort en als hij later het verkrachte meisje weer ontmoet, krijgt hij spijt en doet iets om het goed te maken. Later strijdt hij met Gawain zijn dubbelganger, zonder dat de strijd beslist wordt. Dan is hij eregast op het feest aan het Hof van koning Arthur, dat echter wreed wordt verstoord door een oerlelijk wijf op een vaal muildier, dat hem openlijk verwijt op de Graalburcht gefaald te hebben. Voor het eerst wordt hij zich bewust van zijn harteloosheid ten opzichte van zijn moeder, zijn primitieve neiging met iedereen de strijd aan te binden, zijn ruwe gedrag ten opzichte van vrouwen, het zich slaafs verschuilen achter zijn leermeester, en het nalaten van het stellen van vragen op de Graalburcht, en speciaal zijn gebrek aan interesse voor het lijden van koning Amfortas. Verder gaat dan zijn tocht. Hij heeft het een en ander geleerd, zodat hij niet meer dezelfde fouten maakt als daarvoor. Hij ontmoet de rode sterrenvrouw voor wie hij - als voorwaarde om haar te winnen - de kop van het witte hert moet halen. Toch gaat hij ook weer strijd aan, ditmaal tegen de zwarte ridder, het symbool van het kwaad. Vervolgens is hij wel zo wakker de avances van een "fatale" vrouw af te wijzen en niet in te gaan op het ,,aanbod" zeven jaar lang een rivier te bewaken om de liefde van een (willekeurige) vrouw te winnen. Ook wijst hij herhaaldelijk het huwelijk met Blanchefleur - die zijn anima vertegenwoordigt - af, omdat hij eerst zijn roeping wil vervullen. Het valt Parsival dan vervolgens op, dat hij steeds weer op dezelfde plaats terugkomt. Als hij begrijpt in een noodlottige kringloop (van het ego) gevangen te zijn, breekt het licht in hem door. Als hij dan door een donker bos loopt, wordt dit plotseling verlicht. Zo komt hij voor de tweede maal op de Graalburcht. Als dan zoals bij de eerste keer hem de voorwerpen worden getoond, vraagt hij onmiddellijk de betekenis ervan. Op de vraag naar de ziekte van Amfortas herstelde zich het Rijk van zijn verval en werd het aan Parsival overgedragen (in een latere "complete" versie van het verhaal). De Graallegende verbeeldt het spirituele avontuur van de man (mens): zijn drang naar inzicht en Zelfwording. Het stond in schrille tegenstelling met het orthodoxe Christendom, voor wie de zoektocht naar "hogere kennis" (gnosis), de Grond van het bestaan, een ketterij was. Simpelweg op gezag geloven, was (is) hier het motto. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat juist door de confrontatie met datzelfde Christendom de "Weg van de Krijger" extra duidelijkheid krijgt. In de eerste plaats is Parsival een vaderloos kind. Hij moet zijn mannelijke weg (die van het ego) dus helemaal zelf vinden. Het is de eerste overeenkomst met onze huidige situatie. Immers voor de meesten is "de vader er ook niet". Het ontbreekt ons niet alleen aan voorbeelden van (spiritueel) heldendom, de behoefte eraan blijkt te zijn weggezakt in het moeras van het consumisme (psychologisch gezien een symtoorn van ik- en wezenszwakte tegenover het negatief-moederlijk aspekt!). Ondanks (of dankzij!) deze "slechte" start, heeft Parsival een sterke drang naar Zelfwording, het eerst zich uitend in geldingsdrang (ego), later in zijn wezenlijke roeping. Door in het werkelijke leven te staan, leert Parsival langzamerhand van zijn fouten. Daarbij wordt de werkelijkheid niet a-priori opgedeeld in goed en kwaad (zoals bij het Christendom), maar krijgt hij, door ervaring, de kans er zelf achter te komen. Zo vecht hij eerst nog tegen het kwaad, maar begrijpt later, dat om als mens naar heelwording te groeien, het nodig is het kwaad bewust aan te nemen, te beleven om ervan te kunnen leren, het uiteindelijk te kunnen integreren, waarna het wordt geneutraliseerd. In plaats van te polariseren, begrijpt hij de eenheid der tegenstellingen. Op dezelfde manier kan hij zijn primitieve ik alleen maar bewustworden door zijn voortdurende ontmoetingen met vrouwen. Is hij in het begin nog (zeer) zelfzuchtig, later begint zijn gevoelsleven en erotiek te ontluiken, waardoor hij niet alleen de gelijkwaardigheid met de vrouw bereikt, maar zelfs de prioriteit aan zijn roeping kan geven, zonder dat hij de vrouw (het vrouwelijke in zichzelf) afwijst. Nauw ermee in verband staat zijn positieve relatie met de natuur, als de bron waardoor zijn vitale krachten zich steeds opnieuw kunnen vernieuwen. Ook rekent hij af met de mythe van de perfectie, zoals deze in het Christendom werd voorgehouden. Hij verkiest het contakt met de werkelijkheid boven het ideaal-ik, dat immers een gespleten en hypocriete levenshouding tot gevolg heeft. Paradoxaal genoeg wil het ideaal-ik altijd de harmonie, echter zonder eerst door de tweeheid van goed en kwaad te gaan, zonder contakt met de werkelijkheid zoals die is, welhaast HET kenmerk van de huidige New Age beweging. Deze "harmonie" is immers voorbarig, onecht en daardoor onvruchtbaar. Na zijn smartelijke eerste ervaring op de Graalburcht, leert hij spontaan vragen stellen naar dingen die hij niet begrijpt, hij onderzoekt de dingen, in plaats van er een magische relatie mee te hebben. Zo begrijpt hij de betekenis van het gebroken zwaard als de (negatieve) kritiek die het bewustwordingsproces ondermijnt; de lans als de intuitie die recht op de kern afgaat, de Graalsbeker als het ,Vat van Verlichting" waaruit het bloed (het meest eigene van jezelf) van mededogen vloeit; het offer dat nieuw leven doet ontstaan, en de zilveren schaal die de maankant van het bestaan, de duisternis, vertegenwoordigt. Deze vier horen nu bij elkaar. Alleen door bewustwording en integratie is men werkelijk mens. Daar ligt dan ook de waarde voor de huidige tijd. De "Weg van de Krijger" is leven vanuit het Wezenlijke, het bewust integreren van alle levensaspecten, daarbij niets uit de weg gaan, waardoor heelwording van zelf en wereld. Zie: © 2000 Copyright by Han M. Stiekema. All rights reserved. Last update:08/30/06 |